Samenstelling

Fludara Tabletten (fosfaat) Genzyme Europe bv.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
10mg

Fludarabine Injectie- of Infusievloeistof (fosfaat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor injectie- of infusievloeistof
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
2 ml

Uitleg symbolen

Advies

Indien wordt besloten tot medicamenteuze behandeling heeft chloorambucil bij de primaire behandeling van chronische lymfatische leukemie de voorkeur. Er bestaat geen standaard secundaire behandeling na falen van de primaire therapie. Bij patiënten die refractair zijn voor een behandeling met een alkylerend middel bevattend therapie-regime vormt fludarabine intraveneus een goede keus. Tevens worden diverse cyclofosfamide bevattende combinatieschema's toegepast als secundaire behandeling.

  1. Lorem ipsum
  2. Dolor
  3. Sit amet consectetuer
  • Lorem ipsum
  • Dolor
  • Sit amet consectetuer

Fludarabine oraal lijkt ten minste even werkzaam als fludarabine intraveneus. Het heeft het voordeel van de orale toediening.

Indicaties

B-cel chronische lymfatische leukemie (CLL) in geval van voldoende beenmergreserves. Eerstelijnsbehandeling is uitsluitend geïndiceerd bij een gevorderd RAI-stadium III/IV (Binet-stadium C) óf RAI-stadium I/II (Binet-stadium A/B) in aanwezigheid van ziektegerelateerde symptomen of bewijs van progressie.

Dosering

Doseringen tot 200 mg/m² lichaamsoppervlak als langzame injectie toedienen (bv. 1 min) en doseringen > 200 mg/m² lichaamsoppervlak intraveneus toedienen als infusie in 15–30 min.

Tevens adequate anti–emetische therapie instellen.

Klap alles open Klap alles dicht

Volwassenen

Monotherapie: i.v. 200–250 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen elke 3 weken óf i.v. 850 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 elke 3 weken.

Lorem ipsum dolor sit amet

Hodgkinlymfoom

Volwassenen

Combinatiechemotherapie: dosis is afhankelijk van het gekozen regime. Bijvoorbeeld ABVD-schema(adriamycine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine): i.v. 375 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1 elke 15 dagen. Behandelduur is doorgaans 6 cycli.

Weke-delensarcoom

Volwassenen

Combinatiechemotherapie: i.v. 250 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen elke 3 weken.

Bij een gecombineerde lichte tot matige nier– en leverinsufficiëntie is de eliminatie van dacarbazine vertraagd; er kunnen echter geen gevalideerde aanbevelingen worden gedaan voor een dosisvermindering.

Bijwerkingen

Bloed- en lymfestelselaandoeningen

Anemie Vaak
Neutropenie Vaak
Leukopenie Vaak
Trombocytopenie Soms
Pancytopenie met beenmerghypoplasie Soms
Neutropenie (soms ernstig) Soms
Anemie (soms ernstig) Soms
PRCA Zelden
Aplastische anemie Zeer zelden

Immuunsysteemaandoeningen

Overgevoeligheid Vaak

Stofwisselings- en voedingsstoornissen

Anorexia Vaak
Lactaatacidose zonder hypoxemie Zelden
Lactaatacidose Zeer zelden

Psychische stoornissen

Angst Zelden
Depressie Zelden

Zenuwstelselaandoeningen

Hoofdpijn Heel vaak
Slapeloosheid Vaak
Duideligheid Vaak
Paresthesie Zelden
Slaperigheid Zelden
Verlies van mentale scherpte Zelden
Convulsies Zelden
Perifere neuropathie (paresthesiën) Zeer zelden

Hartaandoeningen

Cardiomyopathie Zelden

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen

Hoesten Vaak
Neusklachten Vaak
Dyspneu Soms

Maagdarmstelselaandoeningen

Misselijkheid Heel vaak
Braken Vaak
Buikpijn Vaak
Diarree Vaak
Winderigheid Soms
Pancreatitis Zelden
Stijgingen van serumamylase Zelden
Pigmentatie van het mondslijmvlies Zelden
Smaakstoornis Zelden
Dyspepsie Zelden

Lever- en galaandoeningen

Verhoogde leverenzymen en bilirubineconcentraties in het bloed Vaak
Tijdelijke stijgingen van de leverenzymen (ASAT, ALAT) Soms
Hepatitis Zelden
Leverstoornissen zoals ernstige hepatomegalie met stearose Zelden

Huid- en onderhuidaandoeningen

Uitslag (zonder systemische symptomen) Vaak
Haaruitval Vaak
Uitslag Soms
Pruritus Soms
Nagel en huidpigmentatie Zelden
Urticaria Zelden
Zweten Zelden
erythema multiforme Zeer zelden
Stevens-Johnson syndroom Zeer zelden
Toxische epidermale necrolyse Zeer zelden

Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen

Gewrichtspijn Vaak
Spieraandoeningen Vaak
Spierpijn Vaak
Myopathy Soms
Rabdomyolyse Zelden

Nier- en urinewegaandoeningen

Gynaecomastie Zelden

Algemene aandoeningen en toedieningplaatsstoornissen

Koorts Vaak
Lethargie Vaak
Vermoeidheid Vaak
Malaise Vaak
Gegeneraliseerde pijn Soms
Asthenie Soms
Rillingen Zelden
Pijn op de borst Zelden
Griepachtig syndroom Zelden

Interacties

Vaccinatie met levende vaccins vermijden. Het therapeutisch effect kan worden verminderd door dipyridamol (een remmer van de adenosine–opname).

Zwangerschap

Fludarabine passeert de placenta (bij dieren).
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren in doseringen dichtbij de therapeutische range, schadelijk gebleken (skeletmisvormingen en embryonale sterfte).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Nierinsufficiëntie met een creatinineklaring < 30 ml/min. Gedecompenseerde hemolytische anemie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Voorzichtig bij een verminderde gezondheidstoestand, met name bij ernstige vermindering van de beenmergfunctie, bij immunodeficiëntie of een geschiedenis van opportunistische infecties. Regelmatig het volledige bloedbeeld controleren in verband met (potentieel ernstige) beenmergremming. Indien het aantal granulocyten ≤ 1,0 × 109/l is en/of het aantal trombocyten ≤ 100 × 109/l is, de toediening max. 2 weken uitstellen. Klinisch significante cytopenie is gemeld met een duur van 2–12 maanden. Tijdens de behandeling controleren op het ontstaan van auto-immuun hemolytische anemie en de behandeling staken indien dit optreedt. Meestal ontwikkelt de patiënt een recidief van het hemolytische proces bij opnieuw beginnen van de behandeling. Neem bij een uitgebreide tumorlast voorzorgsmaatregelen in verband met meer kans op het tumorlysissyndroom (zich uitend in nierfalen, metabole acidose, elektrolytenstoornissen, hyperurikemie, hematurie, ureaatkristalemie, hyperfosfatemie). Indien bloedtransfusie nodig is tijdens of na behandeling met fludarabine, uitsluitend bestraald bloed geven in verband met het risico van transfusie-geassocieerde graft-versus-host ziekte. Controleer vóór aanvang van de behandeling de creatinineklaring bij patiënten ≥ 65 jaar. Nauwkeurig controleren op tekenen van neurotoxiciteit of melanoom. De veiligheid en werkzaamheid bij leverfunctiestoornissen en bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Voorzichtig bij ouderen (> 75 jaar) omdat weinig gegevens beschikbaar zijn. Fludarabine is potentieel carcinogeen, mutageen en teratogeen. Patiënten die niet (meer) reageren op fludarabine, bleken vaak ook niet te reageren op chloorambucil. Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.

Overdosering

Symptomen
Intraveneuze hoge doses: ernstige beenmergdepressie en irreversibele neurotoxiciteit, gekenmerkt door laat optredende blindheid, coma en overlijden, zijn opgetreden. Neurotoxiciteit kan tot maanden na de laatste dosis nog optreden.

Eigenschappen

Purine-antagonist. Gefluorideerd nucleotide-analogon van vidarabine dat relatief bestand is tegen desaminering door adenosine desaminase. Fludarabine is een pro-drug en wordt intracellulair snel en volledig omgezet tot het werkzame trifosfaat (2F–ara–ATP). Deze metaboliet remt ribonucleotidereductase, DNA-polymerase alfa, delta en epsilon, DNA-primase en DNA-ligase, waardoor de DNA-synthese wordt geremd. Het remt ook partieel RNA polymerase II, waardoor RNA en eiwitsynthese wordt geremd. In vitro geeft het in CLL lymfocyten DNA-fragmentatie en apoptose.

Kinetische gegevens

Overig F = 50–60% (fludarabine).
T max oraal 1–2 uur (fludarabine); in leukemiecel 4 uur (2F–ara–ATP), terwijl de mediane halfwaardetijd uit de leukemiecel ca. 23 uur is.
Eliminatie 40–60% met de urine.
T 1/2el ca. 20 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd