Misselijkheid en braken tijdens chemotherapie

Publish

Advice

$hippoKoptekst

Voor misselijkheid en braken tijdens chemotherapie wordt een nieuw, actueel advies opgesteld.

Treatment plan

Voor een overzicht van de chemotherapeutica, het emetogeen risico en de keuzes in mogelijke therapieën is meer informatie te vinden in de Annals of Oncology (Oxford academic): de 2016 MASCC and ESMO guideline-update geïnduceerde misselijkheid en braken en in Journal of Clinical Oncology: anti-emetica: ASCO focused guideline update [1,2].

Voor het gebruik van aluminiumhydroxidemagnesiumcarbonaat en calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat als antacidum zijn voldoende alternatieven; de sterke koolzuurgasontwikkeling kan hinderlijk zijn.

Let op

Pas op voor de hippo!

Toelichting

Roken, alcohol, koolzuurhoudende drank en bepaalde voedingsmiddelen zijn geassocieerd met maagklachten. Onduidelijk is of eliminatie van deze factoren effect heeft op de klachten. Psychische factoren vormen geen direct oorzakelijke factor bij het ontstaan van maagklachten, maar spelen wel een rol bij de beleving van de klachten. Belangrijk is aan te sluiten bij persoonlijke voedselintoleranties en leefstijlfactoren van de individuele patiënt.

Background

$hippoKoptekst

Definitie

Misselijkheid en braken vormen één van de meest belastende bijwerkingen van een chemotherapie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen acuut braken (< 24 uur na toediening van het chemotherapeuticum), vertraagd braken (> 24 uur na toediening) en anticipatoir braken (voorafgaand aan de toediening). De kans op het optreden van misselijkheid en braken is sterk afhankelijk van de aard en de dosering van de gebruikte chemotherapeutica.

Symptomen

Misselijkheid en braken kunnen gepaard gaan met speekselvloed, bleekheid, zweten, tachycardie en/of diarree. De aard van de bijwerkingen misselijkheid en braken kan zodanig zijn dat deze aanleiding geeft tot het verminderen van de dosering of staken van de behandeling.

Behandeldoel

Het doel is vermindering van de klachten en behoud van de mogelijkheid tot adequate behandeling.

Uitgangspunten

Toediening van anti-emetica is primair gericht op het voorkómen van acute en vertraagde misselijkheid en braken door chemotherapie. Anti-emetica worden daarom toegediend via een vast doseringsschema vóór het begin van de chemotherapie en daarna nog één tot enkele dagen.

De aard en de dosering van de gebruikte chemotherapeutica bepalen in belangrijke mate de keuze van de anti-emetica. Hiervoor worden chemotherapeutica onderverdeeld volgens hun ‘emetogeen risico’, ofwel de kans op het optreden van braken zonder aanwezigheid van anti-emetica. Bij een combinatie van verschillende cytostatica worden anti-emetica gekozen op basis van het sterkst emetogene cytostaticum. Dit geldt echter niet voor de combinatie van cyclofosfamide met een antracycline (daunorubicine, doxorubicine, epirubicine, idarubicine); de kans op misselijkheid en/of braken is hier zo groot dat deze combinatie als sterk emetogeen wordt beschouwd.

Over het algemeen heeft de orale toediening van anti-emetica de voorkeur. Wanneer dit niet mogelijk of gewenst is, komt de parenterale, transdermale of rectale toediening in aanmerking.

Tijdens de chemotherapie kan zich bij circa 20% van de patiënten anticipatoire misselijkheid en braken ontwikkelen. Dit is een geconditioneerde reactie op het gebruik van cytostatica, met mogelijk nadelige gevolgen voor de therapietrouw. De kans hierop neemt toe in de loop van de behandeling, vooral wanneer er bij de eerste kuren klachten over hevige misselijkheid en/of braken zijn opgetreden. De beste preventie is een goede controle van het acuut en vertraagd braken vanaf de eerste behandeling. Indien er sprake is van vertraagde misselijkheid en braken wordt hierbij ook wel lorazepam toegepast ter vermindering van angst en spanning.