Niersteenkoliek

Publish

Advice

$hippoKoptekst

De medicamenteuze behandeling van een niersteenkoliek bestaat uit pijnstilling en bevordering van de steenlozing. De eerstekeus-behandeling is een NSAID, waarbij meestal gekozen wordt voor diclofenac intramusculair. Bij onvoldoende effect of als een NSAID gecontra-indiceerd is, kan worden gekozen voor subcutane of intramusculaire toediening van een opiaat. In het ziekenhuis kan eventueel paracetamol i.v. worden gegeven.

Treatment plan

  1. Geef analgeticum

    Let op

    De let-op-informatie ontbreekt nog in de gegenereerde content-objecten.

  2. diclofenac intramusculair (voorkeur)

    Ga naar de volgende stap bij onvoldoende effect van of een contra-indicatie voor een NSAID.

    Let op

    De let-op-informatie ontbreekt nog in de gegenereerde content-objecten.

    Toelichting

    NSAID’s zijn effectief bij de bestrijding van koliekpijn. Omdat snelle intreding van het effect gewenst is, kiest men vaak voor intramusculaire toediening. Het effect hiervan treedt op na 10-30 minuten. Hierna kan met rectale toediening van een NSAID een terugkerende klacht worden bestreden (zie stap 3).

    Naproxen is een alternatief voor diclofenac, met een gunstiger cardiovasculair risicoprofiel, maar een iets ongunstiger gastro-intestinaal risicoprofiel. Naproxen is echter niet beschikbaar als injectie. Ook ibuprofen en indometacine worden toegepast. Echter ook hier: van beide middelen ontbreekt een parenterale toedieningsvorm. Ibuprofen wordt rectaal mogelijk minder goed opgenomen. Indometacine wordt rectaal wel goed opgenomen en is mogelijk sterker werkzaam dan de andere NSAID’s, maar heeft een ongunstiger bijwerkingenprofiel.

  3. paracetamol intraveneus (alternatief in tweedelijnszorg)

    Ga naar de volgende stap bij onvoldoende effect.

    Let op

    De let-op-informatie ontbreekt nog in de gegenereerde content-objecten.

  4. Geef morfine subcutaan of intramusculair

    Geef gelijktijdig een laxans (zie Obstipatie).

    Let op

    De let-op-informatie ontbreekt nog in de gegenereerde content-objecten.

    Toelichting

    Net als bij NSAID’s gaat de voorkeur uit naar parenterale toediening vanwege het sneller intreden van het effect.

    Obstipatie treedt op bij 40 – 70% van de patiënten die opiaten gebruiken. Om obstipatie te voorkomen is het belangrijk om gelijktijdig te starten met een laxans (tenzij er sprake is van diarree). Daarbij is het beter wat te hoog te doseren: diarree laat zich makkelijk herstellen door de laxantia 24 uur te stoppen en daarna lager te doseren. Een eenmaal vastgelopen obstipatie moet met een klysma worden behandeld, wat extra belastend is voor de patiënt.

  5. Geef vervolgbehandeling met oraal of rectaal NSAID

    Kies voor rectale toediening bij misselijkheid.

    Let op

    De let-op-informatie ontbreekt nog in de gegenereerde content-objecten.

    Toelichting

    Na de behandeling kan de patiënt terugkerende pijn van dezelfde of een nieuwe koliek, zelf behandelen met een NSAID. Omdat patiënten vaak misselijk zijn, heeft rectale toediening meestal de voorkeur. Diclofenac heeft als voordeel dat het rectaal iets sneller wordt opgenomen dan oraal. Bij de andere NSAID’s is dit minder duidelijk. Bij naproxen en indometacine lijkt er weinig verschil te zijn tussen rectale en orale toediening. Ibuprofen wordt rectaal minder goed opgenomen. Naproxen levert een laag cardiovasculair risico en hoog gastro-intestinaal risico; diclofenac een hoog cardiovasculair en lager gastro-intestinaal risico.

Voor het gebruik van aluminiumhydroxidemagnesiumcarbonaat en calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat als antacidum zijn voldoende alternatieven; de sterke koolzuurgasontwikkeling kan hinderlijk zijn.

Let op

Pas op voor de hippo!

Toelichting

Roken, alcohol, koolzuurhoudende drank en bepaalde voedingsmiddelen zijn geassocieerd met maagklachten. Onduidelijk is of eliminatie van deze factoren effect heeft op de klachten. Psychische factoren vormen geen direct oorzakelijke factor bij het ontstaan van maagklachten, maar spelen wel een rol bij de beleving van de klachten. Belangrijk is aan te sluiten bij persoonlijke voedselintoleranties en leefstijlfactoren van de individuele patiënt.

Background

$hippoKoptekst

Definitie

Nierstenen ontstaan in de nieren door kristalvorming. De kristallen bestaan uit verschillende verbindingen, zoals calciumoxalaat, calciumfosfaat, struviet, urinezuur en cystine. Calciumoxalaat-kristallen komen het meest voor. De struvietstenen ontstaan door een urineweginfectie met Proteus mirabilis. Men spreekt van nefrolithiase (niersteen) en urolithiase (ureter en blaassteen) afhankelijk van waar de steen zich bevindt.

Symptomen

De stenen kunnen obstructies vormen in de ureters. Dit kan leiden tot hydronefrose. Het klassieke symptoom van een niersteen-aanval is koliekpijn: krampende pijn van wisselende intensiteit. De pijn gaat gepaard met bewegingsdrang en vaak treedt tevens misselijkheid en braken op. De in het algemeen heftig krampende pijn kan in de flank gelokaliseerd zijn, maar ook aan de zijkant van de buik of in de onderbuik. Daarnaast worden er vaak erytrocyten in de urine aangetroffen.

Behandeldoel

Behandeling van een niersteenkoliek is gericht op het verminderen van de klachten en het bevorderen van een spontane lozing van de steen. Daarnaast moeten complicaties zoals infectie en stuwing worden voorkomen om de kans op nierschade te beperken.

Uitgangspunten

Bij acute koliekpijn is snelle verlichting van de pijn gewenst. De eerstekeus-behandeling is daarom intramusculaire toediening van een NSAID, waarbij in de regel diclofenac wordt gekozen. Na initiële intramusculaire toediening kan de patiënt terugkerende pijn bestrijden met rectale of orale toediening van een NSAID, waarbij wederom de voorkeur uitgaat naar diclofenac.

Indien NSAID’s onvoldoende effect hebben is een alternatief intramusculaire of subcutane toediening van een opioïd of eventueel een paracetamol infuus.

Tamsulosine wordt soms offlabel gebruikt ter bevordering van de steenlozing. In de huidige NHG-Standaard Urinesteenlijden is geen plaats voor tamsulosine. Er zijn echter nieuwe aanwijzingen dat tamsulosine zou kunnen zorgen voor een snellere steenlozing en minder pijn. Op dit moment kan nog geen aanbeveling over tamsulosine worden gedaan6.

Behalve medicamenteuze behandeling wordt de patiënt geadviseerd om gebruikelijke hoeveelheden te drinken om zo te trachten verdere steengroei of steenvorming en recidieven te beperken. Een speciaal dieet of beperking van de calciuminname wordt niet aangeraden.