Anesthetica, lokaal, parenteraal

Publish

Mechanism

$hippoKoptekst

Werkingsmechanisme

Lokale anesthetica:

  • blokkeren de natriumkanalen van de zenuwcel door interactie met receptoren aan de binnenkant van de membraan. Hierdoor kan geen depolarisatie van de zenuwcel optreden wat zowel tijdelijk als reversibel de prikkelgeleiding in perifere zenuwbanen en -vezels verhindert.

Adrenaline (epinefrine):

  • is een sympathicomimeticum met een stimulerend effect op de α- en β-receptoren van het sympathische zenuwstelsel. Stimulatie van de α-receptoren geeft vernauwing op van de meeste vaten, met name die van de huid en het splanchnicusgebied.

Adrenaline verlengt de werking van het locaal antestheticum door het bewerkstelligen van lokale vasoconstrictie via stimulatie van de α-receptoren.

Effect

  • het tijdelijk ongevoelig maken voor pijnprikkels (lokale anesthesie) van huid- en slijmvliezen, van dieper gelegen weefsels, van een heel gebied dat door een zenuw of plexus wordt geïnnerveerd en van segmenten van het lichaam (bv. buik, benen) [door tijdelijke onderdrukking van de prikkelgeleiding].
  • toevoeging van adrenaline zorgt bij langere behandelingen voor een bloedeloos operatieterrein .

Meer details over de werking van lokale anesthetica:

  • Het effect van lokale anesthetica hangt samen met het vermogen door de membraan van de zenuwvezels heen te dringen. De mate van anesthesie hangt daarom af van de mate waarin de zenuwvezels met een schede zijn omhuld en van de verhouding van water- en vetoplosbaarheid van de stof bij de lokale pH. Lokale anesthetica zijn zwakke basen die als zouten in oplossing kunnen worden gehouden. Voorwaarde voor de werking is, dat het anestheticum in de weefsels wordt omgevormd tot de lipofiele base die de zenuwvezel kan binnendringen. Daar wordt de base weer gedissocieerd en wordt de stof werkzaam. In het zwak-zure milieu van bijvoorbeeld ontstoken weefsel kan de base grotendeels gedissocieerd zijn, dringt daarom de zenuwvezel moeilijker binnen en is dus minder werkzaam.
  • Lokale anesthetica beletten het ontstaan en/of de voortgeleiding van zenuwimpulsen in elk type zenuwcel; dit geldt zowel voor het willekeurige als het autonome stelsel en betreft zowel efferente motorische als afferente sensibele zenuwvezels. Het effect is tijdelijk; de functies van zenuwcel en zenuwvezel herstellen zich volledig. Sensibele zenuwen worden langduriger beïnvloed dan motorische.
  • De chemische structuur van lokale anesthetica bestaat uit een ring (meestal een benzeenkern), die door een ester of dipeptidebinding verbonden is met een secundair of tertiair amine (lokale anesthetica van estertype resp. amidetype). Beide groepen verschillen in chemische stabiliteit, metabolisme en het vermogen allergische reacties uit te lokken. Is de verbindende keten een amino-estergroep (zoals bij tetracaïne), dan wordt de stof snel afgebroken door esterasen in het bloedplasma. Wordt de koppeling gevormd door een amide-binding (zoals bij lidocaïne), dan wordt het lokale anestheticum in de lever afgebroken door amidasen.
  • De mate waarin lokale anesthetica niet alleen ter plaatse werkzaam zijn maar ook elders in het lichaam – en daar een nadelig effect kunnen hebben – hangt af van de werkzaamheid en de snelheid van opname in het bloed in verhouding tot de snelheid van afbraak. Deze verhouding is bij de diverse stoffen zeer verschillend. Sommige verbindingen worden, vanwege systemische toxiciteit, alleen op de huid of slijmvliezen gebruikt. De waarden zoals in de tabel hieronder hebben alleen een vergelijkende betekenis; ze zijn immers sterk afhankelijk van plaats en modus van de injectie (intrathecaal, om een plexus, etc.).

Eigenschappen van lokale anesthetica, parenteraal

Geneesmiddel

Intrede van de werking na

Werkingsduur

Type

articaïne

5 min.

1–3 uur

amide

(levo)bupivacaïne

8 min.

3–7 uur

amide

lidocaïne

5 min.

½–2 uur

amide

mepivacaïne

4 min.

1–3 uur

amide

prilocaïne

3 min.

2–2½ uur

amide

ropivacaïne

1–15 min.

½–6 uur

amide

$vergroot_tabel

Typical side effects

Applicability