alprazolam wordt voorgeschreven bij:
benzodiazepine agonisten
Mechanism
$hippoKoptekst
Werkingsmechanisme
- Benzodiazepine-agonisten versterken selectief de remmende werking van GABA (γ-aminoboterzuur) op de benzodiazepinereceptor in het GABAA-receptor-chloride-ionofore complex in bepaalde hersenstructuren. GABA opent chloridekanalen, waardoor hyperpolarisatie van de celmembraan optreedt met als gevolg een remming van de excitatie van de betreffende cellen.
Effect
- anticonvulsief;
- anxiolytisch;
- slaapbevorderend;
- spierrelaxerend.
Meer informatie
Benzodiazepinen bezitten kwalitatief dezelfde werkzaamheid. Mogelijke verschillen in anxiolytische, spierrelaxerende, anticonvulsieve en slaapbevorderende eigenschappen zijn niet overtuigend aangetoond. Door farmacokinetische verschillen onderscheiden de diverse benzodiazepinen zich in snelheid van inwerkingtreding en werkingsduur.
Benzodiazepine | T1/2 (uur) | Actieve metaboliet | T1/2 metaboliet (uur) |
---|---|---|---|
12–15 | nee | ||
10–25 | ja | ||
10–25 | ja | 40–100 | |
20–40 | ja | 30–50 | |
2–3 | ja | 42–96 | |
20–70 | ja | 36 | |
10–20 | nee | ||
5–15 | nee | ||
42–100 | ja | 120+ |
Benzodiazepine | T1/2 (uur) | Tmax (uur) | Actieve metaboliet |
---|---|---|---|
Ultrakortwerkend | |||
4–7 | 1 | ja | |
1–4 (0,8–1)* | 0,3 | ja | |
2–5 | 1,5 | nee | |
Kortwerkend | |||
10–40** | 1 | ja | |
5–15 (6–8)* | 2–5 | ja | |
10–20 | 2 | nee | |
10 | 2 | nee | |
5–15 | 2 | nee | |
8–20 | 3 | nee | |
5–8 | 1.5 | nee | |
Middellangwerkend | |||
20–30 | 1 | nee | |
Langwerkend | |||
20–70 (36)* | 1 | ja | |
(40–120)* | 1,5 | ja |
* Tussen haakjes de halfwaardetijd van de actieve metaboliet. ** Groot verdelingsvolume; verdelingshalfwaardetijd is 3 uur.
Typical side effects
$hippoKoptekst
Relatief frequent:
- slaperigheid en sufheid overdag, vermoeidheid, verminderde alertheid;
- ongunstige effecten op de psychomotoriek, spierverslapping, duizeligheid;
- anterograde amnesie, verwardheid en desoriëntatie (m.n. ouderen);
- afhankelijkheid en onthoudingsverschijnselen;
- tolerantie voor het hypnotisch effect (na ca. 2 weken);
- paradoxale reacties zoals rusteloosheid, prikkelbaarheid, agressie, woede-uitbarstingen, nachtmerries, hallucinaties, psychosen (m.n. bij ouderen en kinderen);
- afname REM-slaap en diepe slaap.
Minder frequent:
- convulsies;
- ademhalingsdepressie (bij COPD en slaapapneu);
- zelden paradoxale reacties zoals depressie en suïcidale gedachten.
Meer informatie
Ongunstige effecten op de psychomotoriek, spierverslapping, sedatie overdag en duizeligheid kunnen leiden tot vermindering van de rijvaardigheid, tot heupfracturen bij ouderen door een groter risico op vallen en tot verminderde vaardigheid in het bedienen van machines, ook bij jonge patiënten [3].
Afhankelijkheid en onthoudingsverschijnselen: Zowel psychische als lichamelijke afhankelijkheid komen voor bij gebruik van benzodiazepinen. De kans hierop neemt toe bij hogere doseringen en langere behandelduur; benzodiazepinen met een korte halfwaardetijd geven direct bij stoppen onthoudingsverschijnselen, bij benzodiazepinen met een lange halfwaardetijd (inclusief metabolieten) zijn de onthoudingsverschijnselen beter te hanteren bij afbouwen. Onthoudingsverschijnselen als gevolg van lichamelijke afhankelijkheid treden pas op na langdurig gebruik en variëren in soort en ernst. Te denken valt aan paniek, slapeloosheid, hartkloppingen, zweten, tremoren, gastro-intestinale ontregelingen, agressie, fotofobie, metaalsmaak, hypersensitiviteit voor aanraking en pijn, griepachtige spierpijn, motorische onhandigheid, algehele malaise met verlies van eetlust [1,2,3].
Voor kwetsbare ouderen zijn de belangrijkste bijwerkingen: slaperigheid overdag, duizeligheid, spierzwakte, ataxie, verwardheid, verminderde alertheid, en anterograde amnesie. Bij hoge doseringen kunnen bij ouderen paradoxale reacties, zoals acute opwinding, optreden. Verschillende studies laten zien dat benzodiazepinen bij ouderen het risico van vallen en fracturen verhogen en de cognitieve functie verminderen [1,2].