Corticosteroïden, nasaal

Publish

Mechanism

$hippoKoptekst

Werkingsmechanisme

Nasale corticosteroïden grijpen aan op diverse stadia van (allergische) ontstekingsprocessen in het neusslijmvlies:

  • remmen de accumulatie en influx van ontstekingscellen in de ontstoken nasale mucosa;
  • remmen de afgifte van ontstekingsmediatoren en cytokinen door ontstekingscellen;
  • verminderen de gevoeligheid van weefselreceptoren voor ontstekings- en vasoactieve mediatoren.

Effect

  • Onderdrukking en remming van (allergische) ontstekingsreacties in het neusslijmvlies. Hierdoor verminderen allergische neusklachten zoals congestie, niezen, jeuk en rinorroe.

Typical side effects

$hippoKoptekst

Relatief frequent (m.n. in het begin en meestal voorbijgaand):

  • irritatie en droogheid van het neusslijmvlies;
  • lichte neusbloeding;
  • hoofdpijn.

Relatief minder frequent:

  • neusseptumperforatie;
  • verandering in reuk en/of smaak;
  • systemische effecten, met name bij langdurig gebruik van hoge doses, zoals onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschorsfunctie en groeivertraging bij kinderen.

Meer informatie

Een neusseptumperforatie treedt zeer zelden op; het risico op neusseptumperforatie kan worden verminderd door van het neusseptum af te sprayen.

Groeivertraging: geef als langdurig chronisch gebruik van nasale corticosteroïden bij kinderen noodzakelijk is, een zo laag mogelijke dosis. Controleer bij langdurig gebruik regelmatig de lengte, vooral bij gecombineerde inhalatietherapie voor astma.

Literatuur:

  1. NHG-standaard Allergische en niet-allergische rinitis 2006.
  2. NHG-standaard Acute rhinosinusitis 2014.
  3. Richtlijn Chronische rhinosinusitis (CRS) en neuspoliepen. Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied 2010.

Applicability