Gonadotrofinen

Publish

Mechanism

$hippoKoptekst

Werkingsmechanisme

De geneesmiddelengroep gonadotrofinen bestaat uit natuurlijk of synthetisch FSH en/of LH.

Werkingsmechanisme bij de man:

  • FSH stimuleert de ontwikkeling van de tubuli seminiferi en de productie van spermatozoa;
  • LH stimuleert de Leydig-cellen tot productie van testosteron.

Werkingsmechanisme bij de vrouw:

  • FSH stimuleert de follikelgroei en –rijping in ovarium;
  • FSH stimuleert de follikels tot productie van oestrogenen;
  • LH stimuleert de uitgroei van het corpus luteum.

Effect

  • inductie rijping testes en spermatogenese;
  • inductie (meervoudige) follikelrijping;
  • inductie ovulatie (bij een gezamenlijke hoge piekwaarde van FSH + LH).

Typical side effects

$hippoKoptekst

Bij de toepassing voor ovulatie-inductie en gecontroleerde ovariële hyperstimulatie:

Relatief frequent:

  • licht tot matig ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS): opgezette buik, buikpijn, misselijkheid, braken, diarree, dorst, oligurie en cysteus vergrote ovaria.

Minder frequent:

  • ernstig OHSS: sterke vergroting van de ovaria, gewichtstoename, dyspneu, oligurie (soms anurie), ascites, hydrothorax, pericardvocht, hematologische afwijkingen, trombo-embolie.

Meer informatie

Bij stimulering van follikelgroei is er meer kans op het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) als gevolg van de ontwikkeling van meerdere follikels die tot ovulatie worden aangezet. Tevens speelt de grootte van de follikels een rol. OHSS treedt alleen op in de luteale fase van de cyclus, in aanwezigheid van een choriongonadotrofine. Risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn een laag lichaamsgewicht bij een leeftijd < 35 jaar, polycysteus-ovariumsyndroom, hogere doses exogene gonadotrofinen, hoge absolute of snel stijgende serumspiegels van estradiol, een groot aantal ontwikkelende ovariële follikels en eerdere episoden van OHSS [2].

Tevens neemt bij ovulatie-inductie en gecontroleerde ovariële hyperstimulatie de kans op meerlingzwangerschap toe, en daarmee de kans op maternale en perinatale complicaties.

Literatuur:

  1. Brunton LL, et al. (eds). Goodman & Gilman’s The pharmacological basis of therapeutics. 12th ed. New York: McGraw-Hill, 2011.
  2. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Richtlijn Ovarieel hyperstimulatiesyndroom. Utrecht: NVOG, 2008.

Applicability