Geneesmiddelenoverzicht van HIV proteaseremmers

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Hiv proteaseremmers

Publish

Mechanism

$hippoKoptekst

Werkingsmechanisme

HIV-proteaseremmers:

  • remmen selectief HIV-protease, een essentiële component in de replicatiecyclus van het HIV-virus;
  • blokkeren hierdoor rijping van infectieuze HIV-deeltjes.

Ritonavir wordt verder vanwege een metabolisme-remmende eigenschap (sterke CYP3A4-remming) gebruikt als farmacokinetische versterker van andere proteaseremmers.

Effect

Bij HIV-infectie, als onderdeel van combinatie antiretrovirale therapie (cART):

  • vermindering van de virusconcentratie (HIV-1-RNA) in plasma (virologische respons);
  • toename van het aantal CD4-T-cellen;
  • herstel en behoud van de immunologische afweer;
  • vermindering van HIV-geassocieerde morbiditeit en mortaliteit.

Meer informatie

Het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) is een RNA-virus dat zich vermenigvuldigt in de CD4-positieve macrofagen en T-helper lymfocyten van het immuunsysteem van de mens. Hiervoor maakt het virus o.a. gebruik van virale enzymen, zoals reverse-transcriptase (voor de omzetting van viraal RNA naar viraal DNA), integrase (voor de insertie van viraal DNA in het genoom van de gastheercel) en protease (voor de omzetting van viraal mRNA naar viraal eiwit). Deze verschillende stappen vormen aangrijpingspunten van diverse geneesmiddelgroepen, als CCR5-antagonisten, HIV-fusieremmers, HIV nucleoside reverse-transcriptaseremmers, HIV non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers, HIV-integraseremmers en HIV-proteaseremmers. Bij de virusvermenigvuldiging ontstaan mutaties. Hierdoor worden virussen op den duur resistent tegen een toegepaste behandeling.

Door combinatie van antivirale middelen uit verschillende groepen met verschillende werkingsmechanismen en niet-overlappende resistentieprofielen wordt het HIV in meerdere fases van de virale levenscyclus bestreden. Dit resulteert in een hoge virologische respons.

Typical side effects

$hippoKoptekst

  • overgevoeligheidsreacties waaronder huiduitslag, anafylaxie (zeldzaam), angio-oedeem, bronchospasme, erythema multiforme, toxische epidermale necroyse, Stevens-Johnson-syndroom (zeldzaam);
  • immuunreconstitutiesyndroom: een ontstekingsreactie op een niet-actieve of nog resterende opportunistische infectie;
  • metabole afwijkingen zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie;
  • lipodystrofie ofwel herverdeling van onderhuids vetweefsel over het lichaam (’buffalo hump’, Cushing-achtig gelaat, perifere ’wasting’). De kennis omtrent het mechanisme is onvolledig, voor proteaseremmers is er een rol in viscerale lipomatose gesuggereerd;
  • nierstenen (indinavir);
  • verlenging PQ-interval (ritonavir).

Literatuur

  1. Brunton LL, et al. (eds). Goodman & Gilman’s The pharmacological basis of therapeutics. 12th ed. New York: McGraw-Hill, 2011.
  2. Aronson JK, et al. (eds). Meyler’s side effects of drugs. 16th ed. Amsterdam: Elsevier, 2016.

Applicability