darifenacine wordt voorgeschreven bij:
urologische spasmolytica
Mechanism
$hippoKoptekst
Werkingsmechanisme
Urologische spasmolytica:
- blokkeren muscarine (M3)-acetylcholinereceptoren (darifenacine, fesoterodine, oxybutynine, solifenacine en tolterodine). Hierdoor ontspant de musculus detrusor;
- stimuleert β3-adrenerge receptoren (mirabegron). Hierdoor ontspant glad spierweefsel van de blaas en (via toename van cAMP) neemt de blaascapaciteit toe;
- remt waarschijnlijk fosfodiësterase en blokkeert calciumkanalen (flavoxaat). Men veronderstelt dat flavoxaat via dit werkingsmechanisme specifiek het gladde spierweefsel van het urogenitale systeem ontspant.
Effect
- toename van blaascapaciteit;
- vertraging van de eerste aandrang tot urineren;
- toename van het urinevolume bij de eerste aandrang;
- afname van de frequentie van micties en lekkages.
De gemiddelde verschillen met placebo zijn in onderzoeken klein.
Meer informatie
Darifenacine, fesoterodine, solifenacine en tolterodine blokkeren selectief de M3-receptor. Oxybutynine is minder selectief voor de M3-receptor en blokkeert ook de M1-receptor.
Typical side effects
$hippoKoptekst
Relatief frequent:
- droge mond (muscarine-antagonisten, flavoxaat);
- maag-darmklachten: dyspepsie, misselijkheid, buikpijn, obstipatie, diarree;
- accommodatiestoornis, wazig zien (muscarine-antagonisten, flavoxaat);
- droge huid, ogen, keel en neusslijmvliezen (muscarine-antagonisten, flavoxaat);
- overig: hoofdpijn, duizeligheid (muscarine-antagonisten)[1].
Minder frequent:
- verhoogde oogdruk, soms leidend tot een aanval van acuut glaucoom (muscarine-antagonisten, flavoxaat);
- urineretentie, urineweginfectie (muscarine-antagonisten, mirabegron);
- tachycardie, palpitaties, atriumfibrilleren, hypertensie (mirabegron);
- cognitieve stoornissen: verwardheid, geheugenverlies (muscarine-antagonisten, met name oxybutynine).
Meer informatie
De voornaamste bijwerkingen van de muscarine-antagonisten zijn parasympathicolytische/anticholinerge bijwerkingen (o.a. maag-darmklachten, visusstoornissen en droge huid), waarvan een droge mond op de voorgrond staat. Deze bijwerking komt het vaakst bij oxybutynine voor, omdat dit middel ook de M1-receptor (die o.a. de oorspeekselklier controleert) blokkeert. Oxybutynine pleisters geven aanzienlijk minder bijwerkingen dan de tabletten. Het bijwerkingenprofiel van de overige muscarine antagonisten is voor zover bekend in grote lijnen vergelijkbaar; afhankelijk van het farmacokinetisch profiel geven toedieningsvormen met een gereguleerde afgifte in het algemeen minder anticholinerge bijwerkingen dan die met directe afgifte.
Ouderen: hoewel er geen absolute contra-indicatie is voor het gebruik van muscarine-antagonisten bij ouderen wordt er geadviseerd om hier terughoudend mee te zijn [1,2]. Belangrijke redenen daarvoor zijn de potentiële achteruitgang van het cognitief functioneren (vooral bij gelijktijdig gebruik van andere middelen met een anticholinerge werking), en het gegeven dat ouderen meer hinder kunnen ervaren van de anticholinerge bijwerkingen (zoals de droge mond) [1,2].
Net als de muscarine-antagonisten geeft flavoxaat anticholinerge bijwerkingen (zij het in mindere mate). Mirabegron heeft geen anticholinerge werking maar kan cardiovasculaire bijwerkingen geven, waarvan hypertensie een belangrijke is. Er wordt daarom geadviseerd om vóór aanvang van en met regelmaat tijdens de behandeling met mirabegron de bloeddruk te meten.