Allopurinol

Publish

Samenstelling

Acepurin als Na-zout ACE Pharmaceuticals bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
1 g
Verpakkingsvorm
flacon 100 ml

Allopurinol Tabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
100 mg, 300 mg

Zyloric Navamedic ASA

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
100 mg, 200 mg, 300 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

allopurinol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Jicht: Stimuleer ter preventie van (verergering van) met jicht samenhangende comorbiditeit een gezonde leefstijl: gewichtsreductie bij overgewicht, gevarieerde voeding, ruime vochtinname, beperkt alcoholgebruik, niet roken en voldoende beweging.

Bij acute jichtaanval: behandel kortdurend met een hoge dosering orale NSAID’s, orale glucocorticoïden of colchicine, afhankelijk van de comorbiditeit en comedicatie van de patiënt. Wissel van middel bij uitblijven van verbetering na 3–5 dagen.

Bij recidiverende jichtaanvallen of jichttophi: start profylaxe met urinezuurverlagende therapie, begin met allopurinol. Ga bij onvoldoende effect of onaanvaardbare bijwerkingen en aantoonbare uraatafzetting over op febuxostat. Benzbromaron is derde keus.

Indicaties

  • Alle vormen van hyperurikemie die niet met dieet onder controle te brengen zijn inclusief:
    • secundaire urikemie van diverse oorsprong;
    • klinisch manifeste uitingen van hyperurikemie, in het bijzonder:
      • jicht (ter preventie van aanvallen);
      • tophi;
      • uraatnefropathie;
      • ter preventie van urinezuurkristallen (nierstenen).
  • Aandoeningen met een grote urinezuurproductie;
  • (Ter preventie van) uraatnefropathie tijdens behandeling van leukemie en andere neoplastische ziekten;
  • Recidiverende samengestelde calciumoxalaatstenen in aanwezigheid van hyperurikemie, indien vocht, dieetmaatregelen e.d. onvoldoende effectief zijn gebleken;
  • Aangeboren enzymdeficiëntieziekten die kunnen leiden tot overproductie van urinezuur bv.:
    • M. Von Gierke (betrokken enzym: glucose-6-fosfatase);
    • Lesch-Nyhansyndroom (gedeeltelijke of totale hypoxanthine–guaninefosforibosyl–transferase-deficiëntie);
    • bij 2,8-dihydroxyadenine(2,8-DHA)-nierstenen ten gevolge van deficiënte activiteit van adeninefosforibosyltransferase.
  • Glutathionreductase-deficiëntie en glutamaatdehydrogenase-deficiëntie.

Dosering

De dosering instellen op geleide van het urinezuurgehalte in het serum en de urinezuurconcentratie in de urine. Indien andere klinische condities toepassing van allopurinol noodzakelijk maken, beginnen met een lage dosering (50–100 mg/dag) om de kans op bijwerkingen te verminderen. Bij DHA-nierstenen, recidiverende samengestelde calciumoxalaat-nierstenen en bij preventie van hyperurikemie door chemotherapie of bestraling is dit niet mogelijk.

Klap alles open Klap alles dicht

Hyperurikemie, jicht, uraatnefropathie:

Volwassenen:

Oraal: volgens de fabrikant: lichte gevallen 100–200 mg per dag, matig ernstige gevallen 300–600 mg per dag, ernstige gevallen 700–900 mg per dag óf 2–10 mg/kg lichaamsgewicht per dag; doseringen tot 300 mg per dag kunnen in 1 gift worden gegeven. De dosering alleen verhogen indien de respons van de serumuraatconcentratie onvoldoende is. Volgens NHG-Standaard Artritis (2009): start met 1×/dag 100 mg, verhoog zo nodig met 100 mg; meestal is 1×/dag 300 mg voldoende, maximaal 2×/dag 300 mg. Bij tophi: verhogen tot 300 mg in stappen van 100 mg per 4 weken; tophi verdwijnen pas na 6–12 maanden. De NVR-richtlijn Jicht (2013) noemt als maximum 900 mg/dag.

Parenteraal: 100–800 mg per dag.

Kinderen < 15 jaar:

Oraal/parenteraal: 10–20 mg/kg lichaamsgewicht (100–400 mg) per dag.

Profylactisch bij maligniteiten:

Oraal/parenteraal: 600 mg per dag vanaf 3 dagen vóór de antitumorbehandeling, maximaal 300 mg per keer.

2,8-DHA-nierstenen:

Volwassenen:

Oraal/parenteraal: 300 mg 1×/dag.

Kinderen:

Oraal/parenteraal: 10 mg/kg lichaamsgewicht per dag.

Aandoeningen met een hoge uraatstofwisseling zoals neoplasmata en enzymdeficiëntiestoornissen:

Zo laag mogelijk doseren met voldoende hydratie voor optimale diurese; zo nodig dosis aanpassen aan de hand van de serumuraatconcentratie en uraat/urinezuurspiegels in de urine (zie ook dosering dosisaanpassing bij nierfunctiestoornis).

Dosisaanpassing bij nierfunctiestoornis:

Volwassenen

Volgens de fabrikant: de dosering verlagen tot max. 100 mg per dag en alleen verhogen bij onvoldoende effect op de urinezuurspiegels.

Volgens NHG-standaard Artritis 2009: bij eGFR 50–80 ml/min/1,73 m²: maximaal 300 mg/dag; bij eGFR 30–50 ml/min/1,73m²: maximaal 200 mg/dag; bij eGFR 10–30 ml/min/1,73m²: maximaal 100 mg/dag.

De NVR-richtlijn Jicht 2013 geeft aan: start met 100 mg/dag bij eGFR > 30 ml/min/1,73m², start met 50 mg /dag bij eGFR < 30 ml/min/1,73m². Verhoog de dosering geleidelijk elke 2–5 weken op geleide van de urinezuurspiegel, zo nodig tot 900 mg/dag. Bij nierdialyse (allopurinol en metabolieten worden door nierdialyse verwijderd): bij twee- of driemaal per week dialyseren een doseerschema overwegen van 300–400 mg allopurinol, onmiddellijk na iedere dialyse zonder tussentijdse toedieningen.

Dosisaanpassing bij huidreacties:

Behandeling onmiddellijk staken. Na herstel van milde huidreacties eventueel opnieuw starten met een lage dosis, bv. 50 mg/dag, vervolgens de dosering gelijk verhogen onder controle op huidreacties. Bij opnieuw optreden van huidreacties de behandeling definitief staken.

Bij gelijktijdig gebruik van 6-mercaptopurine of azathioprine: zie rubriek Interacties.

De tabletten innemen na de maaltijd (om maag-darmstoornissen te voorkomen).

Verminderde nierfunctie & dialyse

Volwassenen:

allopurinol

Clcr < 30 ml/min

Patiënt heeft creatinineklaring kleiner dan 30 ml/min. Bij verminderde nierfunctie kan cumulatie optreden van allopurinol en van de actieve metaboliet oxipurinol. Hierdoor neemt het risico op toxiciteit toe.

  • aanvankelijk 100 mg per dag, zo nodig elke 2-5 weken geleidelijk verhogen tot het serumurinezuur onder de streefwaarde is, zo nodig tot boven 300 mg per dag, max. 900 mg per dag
    De dosering boven 300 mg per dag dient op voorschrift van de specialist plaats te vinden.

Hemodialyse allopurinol

Bij verminderde nierfunctie kan cumulatie optreden van allopurinol en van de actieve metaboliet oxipurinol. Hierdoor neemt het risico op toxiciteit toe. Allopurinol wordt verwijderd door hemodialyse.

  • Ter verlaging van de urinezuurconcentratie bij hyperurikemie
    • intermitterende hemodialyse
      • aanvankelijk 100 mg per dag, zo nodig elke 2-5 weken geleidelijk verhogen tot het serumurinezuur onder de streefwaarde is, zo nodig tot boven 300 mg per dag, max. 900 mg per dag, op dialysedagen na de dialyse
  • continue venoveneuze hemo(dia)filtratie
    • aanvankelijk 100 mg per dag, zo nodig elke 2-5 weken geleidelijk verhogen tot het serumurinezuur onder de streefwaarde is, zo nodig tot boven 300 mg per dag, max. 900 mg per dag

De dosering boven 300 mg per dag dient op voorschrift van de specialist plaats te vinden

Peritoneaaldialyse allopurinol

Bij verminderde nierfunctie kan cumulatie optreden van allopurinol en van de actieve metaboliet oxipurinol. Hierdoor neemt het risico op toxiciteit toe. Het is onbekend of allopurinol wordt verwijderd door peritoneale dialyse.

  • Ter verlaging van de urinezuurconcentratie bij hyperurikemie
    • aanvankelijk 100 mg per dag, zo nodig elke 2-5 weken geleidelijk verhogen tot het serumurinezuur onder de streefwaarde is, zo nodig tot boven 300 mg per dag, max. 900 mg per dag

De dosering boven 300 mg per dag dient op voorschrift van de specialist plaats te vinden.

Bron: KNMP medicatiebewakingsadviezen


  • Kinderen:

    • Volgens het

      Kinderformularium van het NKFK:

      • GFR > 30 ml/min/1,73 m²: de standaarddosering;
      • GFR 10–30 ml/min/1,73 m²: aanpassen van de startdosis is niet nodig; doseer op geleide van het serumurinezuur.
      • GFR < 10 ml/min/1,73 m²: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Farmacogenetica

HLA-B*5801: allopurinol

Een sterk verhoogd risico op de levensbedreigende cutane bijwerkingen stevens-johnsonsyndroom/toxische epidermale necrolyse (SJS/TEN) en DRESS is aanwezig bij patiënten met deze genvariatie. Het risico op een allopurinolgeïnduceerde levensbedreigende cutane bijwerking (mortaliteit 11%) is bij deze patiënten 1,6-2,0% voor de hele groep en 8-18% bij de groep met chronische nierinsufficiëntie.

  • kies een alternatief, zoals febuxostat
    Een andere mogelijkheid is om eerst allopurinoltolerantie te induceren:
    Voor inductie van tolerantie voor allopurinol wordt elke 3 dagen de allopurinoldosering verhoogd tot op dag 28 een dosering van 100 mg/dag wordt bereikt.
    De opeenvolgende dagdoseringen in het inductieprotocol zijn 50 µg, 100 µg, 200 µg, 500 µg, 1 mg, 5 mg, 10 mg, 25 mg, 50 mg en 100 mg.

ABCG2 141KK: allopurinol

De effectiviteit van allopurinol is verlaagd, waardoor een hogere dosis nodig is. De genvariatie verlaagt de uitscheiding van urinezuur door nieren en darmen, waardoor een sterkere remming van de urinezuurproductie door allopurinol nodig is om de gewenste urinezuurconcentratie te bereiken.

  • gebruik 1,4 maal de normale dosis
    Dit komt overeen met een dosistitratieschema van 100, 300, 400, 600 en 700 mg/dag in plaats van het gebruikelijke schema van 100, 200, 300, 400 en 500 mg/dag.

ABCG2 141QK: allopurinol

De effectiviteit van allopurinol is verlaagd, waardoor een hogere dosis nodig is. De genvariatie verlaagt de uitscheiding van urinezuur door nieren en darmen, waardoor een sterkere remming van de urinezuurproductie door allopurinol nodig is om de gewenste urinezuurconcentratie te bereiken.

  • gebruik 1,25 maal de normale dosis
    Dit komt overeen met een dosistitratieschema van 100, 200, 400 en 500 mg/dag in plaats van het gebruikelijke schema van 100, 200, 300 en 400 mg/dag.

Bron: KNMP medicatiebewakingsadviezen

Bijwerkingen

Vaak (1–10%): allergische huidreacties zoals huiduitslag en exantheem.

Soms (0,1–1%): huidreacties (jeukend, maculopapuleus, soms schilferig). Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken (te voorkomen door inname na de maaltijd), diarree.

Zelden (0,01–0,1%): ernstige overgevoeligheidsreacties met vervelling, koorts, lymfadenopathie artralgie en/of eosinofilie, incl. exfoliatieve dermatitis, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom. Alopecia, haarverkleuring. Vasculitis. Gestoorde leverfunctie, hepatitis en levernecrose. Urolithiasis.

Zeer zelden (< 0,01%): acute anafylactische shock, angio-immunoblastische lymfadenopathie. Angina pectoris, bradycardie, hypertensie. Hoofdpijn, (draai)duizeligheid. Perifere neuropathie, neuritis, coma, verlammingsverschijnselen, paresthesie, ataxie, slaperigheid, epilepsie, depressie. Cataract, visusklachten, maculaveranderingen. (Reversibele) granulomateuze hepatitis zonder uitgesproken overgevoeligheid. Recidiverende haematemesis, steatorroe, veranderde stoelgang, stomatitis, smaakverandering. Diabetes mellitus, hyperlipemie. Oedeem, algemene malaise, asthenie, furunculosis. Hematologische reacties (aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie). Xanthine-neerslagen in urinewegen, hematurie, uremie. Mannelijke onvruchtbaarheid, erectiele disfunctie, gynaecomastie.

Verder is gemeld: overgevoeligheidssyndroom (DRESS) gepaard gaand met koorts, huiduitslag, vasculitis, lymfadenopathie, pseudolymfoom, artralgie, leukopenie, eosinofilie, hepatosplenomegalie, afwijkende leverfunctiewaarden en destructie en verlies van de intrahepatische galgangen kan optreden; ook andere organen kunnen worden aangetast.

Interacties

Allopurinol remt het metabolisme van 6-mercaptopurine, azathioprine (door remming van xanthine-oxidase), waardoor de toxische effecten hiervan worden versterkt. Bij gelijktijdig gebruik van allopurinol de dosering van deze middelen verlagen tot ¼ of ⅓ van de gebruikelijke dosering.

Allopurinol verhoogt de biologische beschikbaarheid van didanosine; controleer op mogelijke toxiciteit van didanosine, verlaag zo nodig de dosering van didanosine.

Bij gelijktijdig gebruik van amoxicilline is er meer kans op huiduitslag.

Hoge doses allopurinol (> 600 mg) kunnen door remming van het levermetabolisme de plasmaspiegels van theofylline verhogen.

De werking van orale anticoagulantia kan worden versterkt door remming van de omzetting in de lever.

Allopurinol kan de plasmaspiegel van ciclosporine verhogen (toegenomen toxiciteit).

Bij een slechte nierfunctie kan combinatie met captopril meer kans op huidreacties geven en bij combinatie met ACE–remmers is er meer kans op hematologische reacties zoals leukopenie.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Bij optreden van huiduitslag of andere overgevoeligheidsreacties de behandeling onmiddellijk staken. Na herstel van milde reacties beginnen met een lage dosering en deze geleidelijk ophogen; bij het overgevoeligheidssyndroom (DRESS), Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse de behandeling definitief staken. Het kans op het ontwikkelen van deze ernstige overgevoeligheidssyndromen is verhoogd bij dragers van het HLA-B*5801-allel. Dit HLA-B*5801-allel komt voor bij tot 20% van Han-Chinezen, bij ca. 12% van Koreanen en bij 1–2% van mensen van Japanse of Europese afkomst (Kaukasische bevolking).

Wees voorzichtig bij lever- of nierfunctiestoornissen (zo nodig dosering verlagen tot een maximale begindosering van 100 mg per dag en de dosering slechts verhogen bij onvoldoende effect). Bij gegeneraliseerde overgevoeligheidsreacties zijn meestal lever– en/of nierfunctiestoornissen aanwezig, met name beschreven bij casuïstiek met een fatale afloop. Periodieke controle van de leverfunctie wordt aanbevolen in het begin van de behandeling. Bij verminderde nierfunctie komen overgevoeligheidsreacties in hogere mate voor, met name bij gelijktijdig gebruik van thiazide-diuretica.

Frequentie jichtaanvallen: vrijmaking van uraatdepots kan in de eerste maanden van behandeling de frequentie van jichtaanvallen doen toenemen; dit kan worden verminderd door toevoeging van een NSAID of colchicine en door geleidelijke verhoging van de dosering.

Aangeraden wordt voor aanvang van een cytotoxische therapie de urinezuurspiegel in bloed en urine te bepalen. Bij hyperurikemie en/of hyperuricosurie is het wenselijk deze te normaliseren vóór men de behandeling begint.

Om het risico van xanthineneerslagen in de urinewegen te verkleinen dient voor ruime diurese te worden gezorgd.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling de stofmonografie allopurinol via vergiftigingen.info (zoek op allopurinol).

Eigenschappen

Remt het enzym xanthine-oxidase, dat de oxidatie van hypoxanthine tot xanthine en verder tot urinezuur katalyseert. Door daling van de urinezuurspiegel in het bloed wordt verdere afzetting van urinezuur in gewrichten tegengegaan en worden uraten uit de weefsels gemobiliseerd.

Kinetische gegevens

Resorptieoraal snel voor 80%.
F67–90%.
T maxallopurinol 1,5 uur, oxipurinol 3–5 uur.
V dca. 1,6 l/kg.
Metaboliseringvrijwel geheel tot de actieve metaboliet oxipurinol (= alloxanthine).
Eliminatiena orale toediening < 10% onveranderd en ca. 70% als oxipurinol met de urine. Met de feces ca. 20%. Allopurinol en metabolieten worden door nierdialyse verwijderd.
T 1/21–2 uur (allopurinol), 13–30 uur (oxipurinol).

Bijzondere groepen

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Intraperitoneale toediening van hoge doses bij muizen werd in een studie in verband gebracht met foetale anomalieën.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, allopurinol en oxipurinol.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Nierinsufficientie

Obesitas

Kinderen

Ouderen

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…

Coming soon…