Cinacalcet

Publish

Samenstelling

Cinacalcet (als hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
30 mg, 60 mg, 90 mg

Mimpara (als hydrochloride) Amgen bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
30 mg, 60 mg, 90 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

cinacalcet vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Cinacalcet kan aan de behandeling van secundaire hyperparathyroïdie bij dialysepatiënten met eindstadium nierziekte (ESRD) worden toegevoegd als de serumconcentratie van PTH met fosfaatbinders en/of vitamine D analoga in onvoldoende mate wordt verlaagd.

Bij patiënten met parathyroïdcarcinoom kan bij de behandeling van hypercalciëmie behalve een bisfosfonaat ook cinacalcet worden toegepast.

Indicaties

  • Secundaire hyperparathyroïdie (HPT) bij dialysepatiënten met eindstadium nierziekte (ESRD) als onderdeel van een therapeutisch regime (bv. fosfaatbinder, vitamine D).
  • Hypercalciëmie bij parathyroïdcarcinoom en bij primaire hyperparathyroïdie, waarbij parathyroïdectomie op basis van de behandelrichtlijnen geïndiceerd zou zijn, maar klinisch niet aangewezen of gecontra-indiceerd is.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Secundaire hyperparathyroïdie:

Volwassenen en ouderen (> 65 j.):

begindosering 30 mg 1×/dag, zo nodig elke 2–4 weken te verhogen tot een maximale dosis van 180 mg 1×/dag. Streef iPTH-waarde bij dialysepatiënten: 150–300 pg/ml.

Aanbevelingen bij hypocalciëmie: Indien de serumcalciumconcentratie < 8,4 mg/dl (2,1 mmol/l) en > 7,5 mg/dl (1,9 mmol/l) of bij symptomen van hypocalciëmie: verhoog de serumcalciumconcentratie met calciumbevattende fosfaatbinders, vitamine-D-sterolen en/of aanpassing van de calciumconcentratie in de dialysevloeistof; bij aanhoudende verschijnselen van hypocalciëmie de dosering van cinacalcet verlagen of de toediening staken. Indien de serumcalciumconcentratie ≤ 7,5 mg/dl (1,9 mmol/l) of bij aanhoudende symptomen van hypocalciëmie en als de vitamine-D-dosis niet kan worden verhoogd: onderbreek de toediening van cinacalcet totdat de serumcalciumconcentratie 8,0 mg/dl (2,0 mmol/l) bereikt en/of de symptomen van hypocalciëmie zijn verdwenen. Hervat de behandeling met een lagere dosis.

Bij dalen van de PTH-concentratie onder het aanbevolen streefbereik, de dosering cinacalcet en/of vitamine-D-sterolen verlagen of de therapie staken.

Parathyroïdcarcinoom en primaire hyperparathyroïdie:

Volwassenen en ouderen (> 65 j.):

begindosering 30 mg 2×/dag. De dosering elke 2–4 weken titreren met stappen van 30 mg 2×/dag tot 60 mg 2×/dag, dan 90 mg 2×/dag; maximaal 90 mg 3–4×/dag. Streefwaarde serumcalciumconcentratie: circa de bovengrens van de normaalwaarde.

Indien klinisch relevante reducties in de calciumconcentratie niet worden gehandhaafd na titratie tot de maximale dosis: overweeg staken van de therapie.

De tabletten heel (zonder breken) innemen met voedsel.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken.

Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties (incl. angio-oedeem en urticaria). Anorexie, verminderde eetlust. Convulsies, duizeligheid, paresthesie, hoofdpijn. Hypotensie. Infectie van de bovenste luchtwegen, dyspneu, hoest. Dyspepsie, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Spierpijn, spierspasmen, rugpijn. Asthenie. Hypocalciëmie, hyperkaliëmie.

Verder zijn gemeld: hypotensie en/of verergering van hartfalen bij patiënten met hartfunctiestoornissen. QT-verlenging en ventriculaire aritmie volgend op hypocalciëmie.

Interacties

Aanpassing van de dosering cinacalcet kan nodig zijn bij starten of staken van een behandeling met een sterke CYP3A4-remmer (bv. itraconazol, erytromycine, ritonavir) of -inductor (bv. rifampicine), alsmede van een behandeling met een sterke CYP1A2-remmer (bv. fluvoxamine, ciprofloxacine) of van roken (CYP1A2-inductie).

Cinacalcet is een sterke remmer van CYP2D6: aanpassing van de dosering van geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2D6 (bv. flecaïnide, propafenon, metoprolol, nortriptyline, clomipramine) kan nodig zijn. De blootstelling aan dextromethorfan kan bij snelle CYP2D6 metaboliseerders worden verhoogd met een factor 11.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, chinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid, met uitzondering van afgenomen foetaal gewicht bij ratten bij hoge dosering.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij ratten gaan klinisch relevante hoeveelheden over in de moedermelk.
Advies: Gebruik ontraden.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Toepassing niet starten bij serumcalciumconcentratie (gecorrigeerd voor albumine) onder de ondergrens van het normale bereik. Tijdens behandeling controleren op optreden van hypocalciëmie, met potentiële symptomen zoals paresthesieën, myalgie, kramp, tetanie en convulsies. Controleer de calciumconcentratie binnen een week na start van de behandeling, na dosisaanpassingen en tijdens de onderhoudsbehandeling maandelijks bij secundaire hyperparathyroïdie en elke twee tot drie maanden bij parathyroïdcarcinoom.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen en congenitaal of verworven QT-verlenging.

Bij secundaire hyperparathyroïdie de PTH-concentratie één tot vier weken na start van behandeling of dosisaanpassing bepalen, niet eerder dan twaalf uur na een dosisinname; tijdens onderhoudsbehandeling elke één tot drie maanden. Voor het meten van de PTH-concentratie kan zowel de intacte PTH (iPTH) als de biologisch intacte PTH (biPTH) worden gebruikt. Bij chronische onderdrukking van de PTH-waarde (tot onder ca. 1½× ULN volgens de iPTH-bepaling) kan zich adynamische botziekte ontwikkelen; bij dalen van de PTH-concentratie onder het aanbevolen streefbereik, de dosering cinacalcet en/of vitamine-D-sterolen verlagen of de therapie staken.

Bij matig tot ernstig gestoorde leverfunctie is zorgvuldige controle op basis van veiligheids- en effectiviteitsparameters nodig. Veiligheid en werkzaamheid bij leeftijd < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met cinacalcet contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Calcimimeticum. Verlaagt de spiegels van parathyroïdhormoon (PTH), calcium en fosfaat door de gevoeligheid van calciumreceptoren op de bijschildklier voor activering door extracellulair calcium te vergroten.

Kinetische gegevens

F20–25% en wordt door voedsel verhoogd met 50–80%.
T maxbinnen 2–6 uur.
V dca. 14,3 l/kg.
Eiwitbindingca. 97%.
Metaboliseringhoofdzakelijk door CYP3A4 en CYP1A2 tot vrijwel inactieve metabolieten via oxidatie , gevolgd door conjugatie.
Eliminatieca. 80% met de urine en ca. 15% met de feces.
T 1/2el30–40 uur; bij matige tot ernstige leverfunctiestoornis met 33 resp. 70% verlengd.