enfuvirtide
Samenstelling
Fuzeon Roche Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor oplossing voor injectie
- Sterkte
- 90 mg
- Verpakkingsvorm
- met solvens 2 ml en toebehoren
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De keuze van verschillende preparaten (bij de initiële therapie van HIV) is afhankelijk van diverse aspecten (zie de richtlijn HIV). Bij de behandeling van een HIV-infectie bij therapie-naïeve patiënten wordt de voorkeur gegeven aan een tripeltherapie bestaande uit twee nucleoside reverse transcriptaseremmers (NRTI) en een derde middel uit één van de volgende groepen: een integraseremmer (INSTI), non-nucleoside reverse transcriptaseremmer (NNRTI) of een gebooste proteaseremmer. Enfuvirtide is echter niet geregistreerd voor toepassing bij therapie-naïeve patiënten.
Enfuvirtide dient te worden toegepast volgens de meest actuele richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van HIV-behandelaren (zie hierboven) door met deze therapie vertrouwde artsen. Het kan als toevoeging worden gebruikt bij patiënten die ondanks een optimaal ingestelde therapie met antiretrovirale middelen zijn uitbehandeld. Enfuvirtide is niet onderzocht als onderdeel van een initiële therapie.
Aan de vergoeding van enfuvirtide zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
In combinatie met andere anti-retrovirale middelen voor de behandeling van HIV-1 geïnfecteerde patiënten die eerder behandeld zijn en waarbij het behandelschema met ten minste één geneesmiddel uit elk van de volgende anti-retrovirale geneesmiddelenklassen: proteaseremmers, non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers en nucleoside reverse-transcriptaseremmers gefaald heeft of patiënten die intolerant zijn voor eerder gebruikte anti-retrovirale behandelcombinaties.
Dosering
HIV-1-infectie
Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar:
90 mg 2×/dag.
Kinderen ≥ 6 jaar en < 16 jaar:
(Doseringen in lopende klinische studies): bij een lichaamsgewicht 11–15,5 kg, 2×/dag 27 mg (0,3 ml); 15,6–20 kg, 2×/dag 36 mg (0,4 ml); 20,1–24,5 kg, 2×/dag 45 mg (0,5 ml); 24,6–29 kg, 2×/dag 54 mg (0,6 ml); 29,1–33,5 kg, 2×/dag 63 mg (0,7 ml); 33,6–38 kg, 2×/dag 72 mg (0,8 ml); 38,1–42,5 kg, 2×/dag 81 mg (0,9) ml; ≥ 42,6 kg, 2×/dag 90 mg (1,0 ml).
Bij het vergeten van een dosis deze alsnog zo snel mogelijk toedienen, tenzij binnen 6 uur de volgende (vaste) dosis gegeven moet worden.
Toedienen s.c. in bovenarm, dijbeen, of buik.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): eosinofilie. Perifere neuropathie. Gewichtsafname. Reacties op de plaats van injectie (bij 98%) zoals: pijn/ongemak, verharding, erytheem, knobbeltjes en cysten, pruritus, ecchymosis; deze klachten duurden in het algemeen een week of minder.
Vaak (1-10%): pneumonie, sinusitis, griepachtige verschijnselen, lymfadenopathie, neusverstopping, oorinfectie, conjunctivitis, papilloma van de huid. Myalgie, asthenie. Anorexie, gastro-oesofageale refluxziekte, diabetes mellitus, pancreatitis. Tremor, hypo-esthesie, concentratiestoornis, draaiduizeligheid, angst, nachtmerrie, irritatie. Nierstenen, hematurie. Epistaxis. Seborroïsch eczeem, erythema, acne, droge huid. Laboratorium afwijkingen van: triglyceriden, ALAT, ASAT, creatinekinase, γ-GT en hemoglobine. Infectie op de injectieplaats (incl. abces, cellulitis).
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (symptomen: lage bloeddruk, koorts, koude rillingen, misselijkheid, braken, benauwdheid, huiduitslag, glomerulonefritis en primaire reacties op immuuncomplexen).
Anti-retrovirale combinatietherapie (cART) is in verband gebracht met een herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie), metabole stoornissen (zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, hyperlactatemie, insulineresistentie, hyperglykemie en het ontstaan of verergering van diabetes mellitus).
Gemeld zijn gevallen van osteonecrose, vooral bij gevorderde HIV-infectie of langdurige blootstelling aan combinatietherapie; wees hierop bedacht bij het optreden van pijnlijke gewrichten en/of het stijf worden van gewrichten.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend. Er worden geen klinisch significante interacties verwacht tussen enfuvirtide en gelijktijdig gegeven geneesmiddelen die worden gemetaboliseerd door CYP450 iso-enzymen.
Voor de volledigheid wordt nog verwezen naar de pagina HIV-interacties van de UCSF (University of California).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Borstvoeding door vrouwen met een HIV-infectie wordt ontraden om het overdragen van het HIV te voorkomen.
Contra-indicaties
Waarschuwingen
Mutaties op de aminozuurposities 36-45 van het HIV-1 viruseiwit gp41 geven een wisselende mate van resistentie tegen enfuvirtide.
Bij het optreden van systemische overgevoeligheidsreacties de behandeling staken; de behandeling met enfuvirtide bij deze patiënten niet meer hervatten. Wees voorzichtig bij bestaande leveraandoeningen, leverenzymafwijkingen of hepatitis.
De veiligheid en werkzaamheid van enfuvirtide zijn niet vastgesteld bij significante onderliggende leveraandoeningen. Bij toepassing van anti-retrovirale combinatietherapie bij patiënten met chronische hepatitis B of C is er meer kans op ernstige, potentieel fatale leverbijwerkingen. Bij verslechtering van een eerder bestaande leveraandoening onderbreking of beëindiging van de behandeling overwegen.
Wees voorzichtig bij ernstige immuundeficiëntie in verband met meer kans op een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen die tot ernstige klinische ziektebeelden (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde micobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci pneumonie) kunnen leiden. In dit kader kan ook het immuunreconstitutiesyndroom voorkomen met bv. reactivering van herpesinfecties of auto-immuunziekten (zoals M. Graves), de tijd tot het begin van de ziekte is echter variabeler. Het immuunreactiveringssyndroom kan vele maanden na het starten van de therapie optreden.
Er is geen ervaring bij een leeftijd > 65 en bij kinderen < 6 jaar. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij matig-ernstige tot ernstige nierfunctiestoornissen en door dialysepatiënten.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met enfuvirtide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
Eigenschappen
Fusieremmer. Enfuvirtide is een peptide die de fusie van het HIV met de humane CD4-cel remt door een extracellulaire binding aan het HIV-1 viruseiwit gp41. Hierdoor blokkeert enfuvirtide het binnendringen van het virale DNA in de target-cel. Enfuvirtide heeft geen intracellulaire activiteit. HIV-2 is intrinsiek resistent voor enfuvirtide.
Kinetische gegevens
F | ca. 84%. |
V d | ca 0,08 l/kg. |
Overig | De enfuvirtidespiegel in het cerebrospinale vocht is verwaarloosbaar laag. |
Eiwitbinding | ca. 92%. |
Metabolisering | in de lever door hydrolyse tot afzonderlijke aminozuren. |
Eliminatie | routes zijn niet specifiek bestudeerd. Hemodialyse verwijdert < 13% van de dosis. |
T 1/2el | ca. 3,8 uur. |
Geneesmiddelgroep
enfuvirtide hoort bij de groep fusieremmers.