milrinon
Samenstelling
Corotrope (als lactaat) Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
Milrinon Injectie (als lactaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij systolisch hartfalen starten met een ACE-remmer en bij vochtretentie met een diureticum, daarna, als de patiënt klinisch stabiel is, een selectieve β-blokker toevoegen. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname voor hartfalen verminderen. De patiënt op de medicatie instellen op basis van een zorgvuldige titratie van de doses en regelmatige controle van serumelektrolyten en de nierfunctie.Het gebruik van fosfodiësteraseremmers dient te worden beperkt tot ernstig hartfalen, waarbij andere middelen onvoldoende effectief zijn. Alléén toedienen onder continue hemodynamische bewaking.
Indicaties
Volwassenen:
- Chronisch hartfalen, mits toegediend onder continue bewaking op een intensive care-afdeling en gedurende max. 48 uur;
- Behandeling van een ’low-output state’ volgend op hartchirurgie.
Kinderen:
- Maximaal 35 uur bij ernstig congestief hartfalen dat niet reageert op de gebruikelijke onderhoudsbehandeling;
- Maximaal 35 uur bij acuut hartfalen, inclusief ’low-output state’ volgend op hartchirurgie.
Dosering
Dosering instellen onder continue hemodynamische bewaking (zie rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen).
Hartfalen en ’low-output state’:
Volwassenen:
I.v.-oplaaddosis 50 microg/kg lichaamsgewicht. in 10 min.
Onderhoudsdosering: 0,50 microg/kg per min (0,375–0,75 microg/kg per min) in een continu i.v.-infuus; maximaal 1,13 mg/kg per dag gedurende maximaal 48 uur.
Bij gestoorde nierfunctie: oplaaddosis: 50 microg/kg lichaamsgewicht i.v. in 10 min; de onderhoudsdosering is bij een creatinineklaring van 10 ml/min/1,73 m² 0,23 microg/kg/min; bij 20 ml/min/1,73 m² 0,28 microg/kg/min; bij 30 ml/min/1,73 m² 0,33 microg/kg/min; bij 40 ml/min/1,73 m² 0,38 microg/kg/min; bij 50 ml/min/1,73 m² 0,43 microg/kg/min.
Kinderen:
I.v.-oplaaddosis: volgens de fabrikant: 50–75 microg/kg in 30–60 min. Volgens het Kinderformularium van het NKFK hoeft een oplaaddosis alleen in incidentele gevallen (direct postoperatief na thoraxchirurgie) overwogen te worden.
Onderhoudsdosering: i.v. continu-infuus 0,25–0,75 microg/kg/min gedurende maximaal 35 uur.
Bij gestoorde nierfunctie: de fabrikant beveelt gebruik bij kinderen met een verminderde nierfunctie niet aan vanwege onvoldoende gegevens. Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens bij kinderen > 3 maanden: bij creatinineklaring 10–30 ml/min/1,73 m² 0,15–0,33 microg/kg/min, indien er gekozen wordt voor een oplaaddosis: niet aanpassen; bij 30–50 ml/min/1,73 m² 0,22–0,43 microg/kg/min, indien er gekozen wordt voor een oplaaddosis: niet aanpassen; bij 50–80 ml/min/1,73 m² aanpassing niet nodig.
Vanwege neerslagvorming furosemide of bumetanide via een separaat infuussysteem toedienen. Niet verdunnen met natriumbicarbonaatoplossing.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hypotensie (zelden leidend tot nierfalen). Ectopische ventriculaire aritmieën, ventriculaire en supraventriculaire aritmieën. Lichte tot matige hoofdpijn. .
Soms (0,1-1%): pijn op de borst, angina pectoris, ventrikelfibrilleren. Tremor. Trombocytopenie (vooral bij kinderen). Hypokaliëmie, afwijkende leverfunctiewaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): ’torsade de pointes’. Anafylactische shock. Bronchospasmen. Huidreacties zoals uitslag.
Verder zijn nog gemeld: persisterende ductus arteriosus, intraventriculaire bloeding (bij kinderen), reactie op de toedieningsplaats van het infuus, koorts, oligurie, misselijkheid, braken en diarree, afname van aantal rode bloedcellen en/of hemoglobineconcentratie.
Klinische gegevens suggereren dat aan milrinon gerelateerde aritmieën minder vaak voorkomen bij kinderen dan bij volwassenen.
Interacties
Milrinon versterkt de inotrope activiteit van β-adrenerge agonisten.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²);
- ernstige leverfunctiestoornis;
- ernstige hypotensie;
- ernstige hypovolemie;
- acute fase van een myocardinfarct.
Waarschuwingen
Voorafgaand aan de infusie is correctie van de water- en elektrolytenbalans aangewezen; bij voorafgaande behandeling met hoge doses lisdiuretica kan de vullingsdruk van het hart onvoldoende zijn voor een adequate reactie op milrinon.
Toedienen onder continue bewaking (bloeddruk, hartslag, ECG, klinische toestand, vochtbalans, elektrolyten, nierfunctie). Bij een uitgesproken bloeddrukdaling de behandeling stop zetten en eventueel na normalisering van de bloeddruk hervatten met een lagere infusiesnelheid.
Tijdens infusie veranderingen in de water- en elektrolytenbalans en in de nierfunctie volgen: bij verbeterd slagvolume en toegenomen diurese kan verlaging van de diureticumdosis aangewezen zijn en bij hypokaliëmie kaliumsuppletie.
Wees voorzichtig bij hypertrofische cardiomyopathie, stenotische of obstructieve klepaandoeningen of een andere uitgangobstructie.
Bij niet gedigitaliseerde patiënten met atriumfibrilleren of -flutter behandeling overwegen met middelen die de AV-geleiding vertragen zoals digoxine; er zijn aanwijzingen dat milrinon bij deze patiënten de ventriculaire respons vergroot. Het optreden van levensbedreigende supraventriculaire en ventriculaire aritmieën is niet gerelateerd aan de dosis, maar hangt vaak samen met de ten grondslag liggende factoren zoals bestaande aritmieën, metabole afwijkingen (bv. hypokaliëmie), abnormale digoxinespiegels en katheterisatie. Infusie stopzetten bij het optreden van hartritmestoornissen.
Vanwege meer kans op trombocytopenie of anemie bij risicopatiënten de betreffende laboratoriumparameters volgen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet aangetoond bij toepassing langer dan 48 uur bij volwassenen en langer dan 35 uur bij kinderen.
Bij kinderen de behandeling alleen beginnen als de patiënt hemodynamisch stabiel is. Bij pasgeborenen is extra controle nodig en moeten bloedplaatjes, kaliumspiegel, leverfunctie en nierfunctie gemeten worden. Milrinon kan de sluiting van de ductus arteriosus vertragen.
Overdosering
Symptomen
Hypotensie en hartaritmieën.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met milrinon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Fosfodiësteraseremmer met positief-inotrope, vaatverwijdende en geringe chronotrope werking. C-AMP-fosfodiësterase III in cardiale en vasculaire spiercellen wordt selectief geremd. De toegenomen c-AMP-concentratie leidt in de myocyt tot meer calciumionen tijdens de systole, terwijl tijdens de diastole de calciumconcentratie sneller afneemt. In de gladde spiercellen van de vaatwand leidt het tot minder beschikbaar calcium en tot vaatverwijding. Bij een verminderde hartwerking zorgt milrinon voor een snelle toename van het hartminuutvolume en vermindert het de pulmonale capillaire wigdruk en de perifere vaatweerstand. Het myocardiale zuurstofgebruik neemt niet toe.
Kinetische gegevens
V d | 0,38–0,45 l/kg bij volwassenen; 0,35–0,9 l/kg bij kinderen, zuigelingen en neonaten; 0,5 l/kg bij prematuren. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine. |
T 1/2el | bij hartfalen ca. 2,6 uur, bij nierinsufficiëntie langer. Kinderen en zuigelingen: 2–4 uur. Prematuren: 10 uur. |
Geneesmiddelgroep
milrinon hoort bij de groep fosfodiësterase-3-remmers.