Natriumpolystyreensulfonaat

Publish

Samenstelling

Resonium A Sanofi-Aventis

Toedieningsvorm
Poeder voor orale of rectale suspensie
Sterkte
999,34 mg/g
Verpakkingsvorm
454 g met maatlepel 15 g

Bevat: natrium 100 mg/g (= 4,1 mmol/g).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

natriumpolystyreensulfonaat vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Calciumpolystyreensulfonaat heeft de voorkeur boven natriumpolystyreensulfonaat bij hypertensie, hartfalen of oligurische nierbeschadiging.

Indicaties

  • Hyperkaliëmie bij acute en chronische nierinsufficiëntie;
  • Als ondersteunende therapie bij chronische hemodialyse of chronische peritoneale dialyse.

Dosering

De exacte behoefte aan wisselaarhars wordt vastgesteld aan de hand van klinische en biochemische parameters. Zo is het streven een serumkaliumconcentratie van 5 mmol/l. In de initiële fase kan indien noodzakelijk zowel oraal als rectaal gedoseerd worden om een snelle verlaging van de kaliumconcentratie te bereiken.

Bij neonaten alleen rectaal toedienen.

Klap alles open Klap alles dicht

Volwassenen:

Oraal: 15 g 1–4×/dag. Innemen gesuspendeerd in wat water of aangemaakt met een zoet vehiculum zoals jam (géén vruchtensap).

Zo nodig kan het rectaal worden toegediend: 30 g (gesuspendeerd in 100 ml 2%-methylcellulose-oplossing) 1–3×/dag als een verblijfsklysma (6–9 uur). In het initiële stadium kan zowel toediening langs deze weg als per os helpen de serumkaliumconcentratie sneller te verlagen. Bij deze combinatie is het waarschijnlijk niet nodig de rectale dosis te continueren, wanneer de per os toegediende het rectum heeft bereikt.

Kinderen:

Oraal (niet bij neonaten): 1 g/kg lichaamsgewicht per dag in verdeelde doses;

Onderhoudsdosering 0,5 g/kg lichaamsgewicht. Het poeder wordt gegeven per os in een weinig water of als pasta met een zoet smakend vehiculum (géén vruchtensap).

Rectaal: als klysma (gesuspendeerd in 100 ml 2%-methylcellulose-oplossing) in een dosering die ten minste even groot is als men oraal zou hebben gegeven .

Bij orale toediening de drank of pasta in zittende of staande positie direct innemen om bronchopulmonaire complicaties door aspiratie te vermijden. Natriumpolystyreensulfonaat niet suspenderen in vruchtendranken, omdat die een hoog kaliumgehalte bevatten. Voor rectale toediening eerst een spoelklysma toepassen. Na retentie van ieder klysma het colon goed irrigeren voor adequate verwijdering van hars.

Bijwerkingen

Irritatie van de maag, misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, anorexie. Gastro-intestinale ischemie, ischemische colitis, ulceratie van het maag-darmkanaal of necrose die kunnen leiden tot intestinale perforatie. Inhalatie van het poeder kan leiden tot acute bronchitis en/of bronchopneumonie. Hypokaliëmie, hypernatriëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie. Acidose.

Na rectale toediening is er vooral bij kinderen kans op intestinale obstructie en fecale impactie door klontering van de hars. Bij neonaten zijn bij orale toediening gastro-intestinale concreta (bezoar) gemeld.

Interacties

De combinatie van natriumpolystyreensulfonaat met sorbitol, oraal of rectaal, is in verband gebracht met gevallen van necrose van het colon en andere gastro-intestinale bijwerkingen die fataal kunnen zijn; deze combinatie daarom niet toepassen.

Vanwege mogelijke schommelingen in de serum kaliumspiegel is grote voorzichtigheid geboden met digoxine.

Geneesmiddelen met een parasympathicolytische of anticholinerge component versterken de bijwerkingen van natriumpolystyreensulfonaat op het maag-darmkanaal.

Gelijktijdig gebruik van kation-donerende stoffen zoals magnesium(hydr)oxide en aluminiumhydroxide (bv. laxantia, antacida) verminderen de werking van natriumpolystyreensulfonaat en kan bovendien aanleiding geven tot metabole alkalose. Gecombineerde toepassing met substanties die veel kalium bevatten, zoals fruitmoes en vruchtensappen, kan de werking ook nadelig beïnvloeden.

De absorptie van lithium en thyroxine wordt mogelijk verminderd. Ook het effect van ACE-remmers kan worden verminderd, met name bij een zoutbeperkt dieet.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij mens en dier onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Natriumpolystyreensulfonaat wordt niet geabsorbeerd in het maag–darmkanaal.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (in verband met natriumresorptie).

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Nee.
Advies: Kan, voor zover bekend zonder gevaar, worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • hypernatriëmie;
  • serumkaliumconcentratie < 5 mmol/l;
  • obstructieve darmziekte;
  • orale toediening: bij neonaten;
  • orale én rectale toediening: neonaten ≤ 28 weken gestatieduur of verminderde darmactiviteit;
  • overgevoeligheid voor harsen die polystyreensulfonaat bevatten.

Waarschuwingen

Vóór toepassing pseudohyperkaliëmie uitsluiten vanwege het risico van ernstige hypokaliëmie. Bij ernstige kaliumintoxicatie (> 6,5 mmol/l en/of ECG-afwijkingen) is de werking van natriumpolystyreensulfonaat onvoldoende; in dat geval noodmaatregelen (Na-waterstofcarbonaat, glucose-insuline-infusie of een dialyse) toepassen. De behandeling ondersteunen met een beperking van de kaliuminname. Bij hyperkaliëmie tussen dialyses eerst frequenter of langduriger dialyseren. Het plasmakalium-, natrium-, calcium- en magnesiumgehalte en de zuurgraad van veneus bloed moeten ten minste eenmaal per week worden gecontroleerd. Extra voorzichtig zijn bij hyperfosfatemie. De toediening (tijdelijk) staken als de kaliumconcentratie lager wordt dan 5 mmol/l of als een klinisch significante obstipatie optreedt.

Weeg bij ernstige vormen van hartfalen, nierinsufficiëntie, perifeer oedeem of hypertensie, de noodzaak van een therapie met natriumpolystyreensulfonaat af tegen de kans dat deze ziektebeelden verergeren door de mogelijke toename in natriumresorptie.

Bij orale inname aspiratie van het poeder vermijden. Bij rectale toediening is, bij neonaten met een laag geboortegewicht en bij prematuren, speciale zorg vereist in verband met het risico van digestieve hemorragie of necrose van het colon, met name bij excessieve dosering of inadequate verdunning.

Overdosering

Eigenschappen

Natriumzout van een kationenuitwisselaar op polystyreenbasis met sulfonzuurgroepen. Verlaagt de plasma kaliumspiegel door uitwisseling van kalium- tegen natriumionen in het maag-darmkanaal. Dit proces is sterk afhankelijk van de lokale pH, omdat tijdens de darmpassage ook ammonium, magnesium, lipiden en eiwitten grote affiniteit hebben met de wisselaar. De in vivo uitwisselingscapaciteit is circa 1 mmol kalium per gram hars.

Kinetische gegevens

Eliminatiemet de feces als gebonden kaliumcomplex.