Pancreatine

Publish

Samenstelling

Creon Abbott bv

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent
Sterkte
150 mg

Komt overeen met lipase 10.000 FIP-E, amylase 8000 FIP-E, protease 600 FIP-E.

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent ’Forte’
Sterkte
300 mg

Komt overeen met lipase 25.000 FIP-E, amylase 18.000 FIP-E, protease 1000 FIP-E.

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent ’Xtra Forte’
Sterkte
400 mg

Komt overeen met lipase 40.000 FIP-E, amylase 25.000 FIP-E, protease 1600 FIP-E.

Toedieningsvorm
Granulaat, maagsapresistent
Sterkte
601 mg/g

Eén maatlepel (100 mg) komt overeen met 60,1 mg pancreatine: lipase 5000 FIP-E, amylase 3600 FIP-E, protease 200 FIP-E.

Pancrease Janssen-Cilag bv

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent ’HL’

Komt overeen met lipase 25.000 FIP-E, amylase 22.500 FIP-E, protease 1250 FIP-E.

Pancreatine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent
Sterkte
300 mg

Komt overeen met lipase 25.000 FIP-E, amylase ≥ 18.125 FIP-E, protease ≥ 1.050 FIP-E.

Panzytrat Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent

Komt overeen met lipase 10.000 FIP-E, amylase 9000 FIP-E, protease 500 FIP-E.

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent

Komt overeen met lipase 25.000 FIP-E, amylase 22.500 FIP-E, protease 1250 FIP-E.

Toedieningsvorm
Granulaat, maagsapresistent

Eén groene lepel bevat pancreatine, die overeenkomt met lipase 5.200 FIP-E, amylase 4.680 FIP-E, protease 260 FIP-E. Eén oranje lepel bevat pancreatine, die overeenkomt met lipase 20.000 FIP-E, amylase 18.000 FIP-E, protease 1.000 FIP-E.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

pancreatine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

De toepassing van pancreatine dient te worden beperkt tot pancreasinsufficiëntie. Voor een adequaat effect is een voldoende hoge dosering nodig.

Pancreasenzymen worden door maagzuur geïnactiveerd. Desondanks kan veelal met de niet zuurbestendige preparaten worden uitgekomen, mits hoog genoeg gedoseerd. Bij onvoldoende resultaat hiermee kan toepassing van een zuurbestendig pancreas-enzympreparaat zinvol zijn; met name bij ondersteunende behandeling van cystische fibrose.

Indicaties

Symptomatische behandeling van resorptie- en spijsverteringsstoornissen ten gevolge van exocriene pancreasinsufficiëntie zoals bij:

  • Cystische fibrose (mucoviscidose);
  • Chronische pancreatitis;
  • Status na pancreatectomie;
  • Totale of gedeeltelijke gastrectomie;
  • Obstructie van de pancreas- en/of galgang, bv. door neoplasmata.

Dosering

Doseer per individu en houd rekening met de hoeveelheid vet in de maaltijden en de mate van pancreasinsufficiëntie. Pas de dosering aan op basis van standaardtesten.

Klap alles open Klap alles dicht

Exocriene pancreasinsufficiëntie:

Creon: Volwassenen en kinderen: 25.000–80.000 FIP-E lipase bij de maaltijd en de helft bij een snack.

Pancrease: Volwassenen en kinderen ≥ 4 jaar: 500 FIP-E/kg lichaamsgewicht/maaltijd tot max. 2500 FIP-E/kg/maaltijd (komt overeen met ≤ 10.000 FIP-E lipase kg/dag of 4000 FIP-E/g vet-inname per dag. Bij een snack de helft van de maaltijddosis geven. De totale dosis geven over ca. 3 maaltijden en 2–3 snacks.

Pancreatine: afhankelijk van de mate van exocriene pancreasinsufficiëntie. Max. 15.000 FIP-E lipase per kg lichaamsgewicht per dag.

Panzytrat: Volwassenen 20.000–50.000 FIP-E lipase per maaltijd, tot ca. 150.000 FIP-E lipase per dag. Kinderen 500–2500 FIP-E lipase per kg lichaamsgewicht per maaltijd, dit is ca. 50.000–100.000 FIP-E lipase per dag.

Zo nodig de dosering verhogen op geleide van het klinisch beeld en de mate van vetresorptie. Als maximum bij volledige insufficiëntie geldt (bij Panzytrat) 400.000 FIP-E lipase per dag.

Exocriene pancreasinsufficiëntie bij cystische fibrose:

Creon: Volwassenen: 500 FIP-E lipase per kg lichaamsgewicht per maaltijd.

Pancrease: Volwassenen en kinderen ≥ 4 jaar: 500 FIP-E/kg lichaamsgewicht/maaltijd tot max. 2500 FIP-E/kg/maaltijd (komt overeen met ≤ 10.000 FIP-E lipase kg/dag of 4000 FIP-E/g vet-inname per dag. Bij een snack de helft van de maaltijddosis geven. De totale dosis geven over ca. 3 maaltijden en 2–3 snacks.

Pancreatine: Afhankelijk van de mate van exocriene pancreasinsufficiëntie. Max. 15.000 FIP-E lipase per kg lichaamsgewicht per dag.

Panzytrat: Volwassenen: Maximaal 10.000 lipase FIP-E lipase/kg lichaamsgewicht/dag.

Kinderen:

Creon: Bij zuigelingen starten met 2000–5000 FIP-E lipase per voeding, daarna aanpassen tot max. 2500 FIP-E lipase/kg/voeding; max. 10.000 FIP-E lipase/kg/dag.

Kinderen < 4 jaar: Bij dosering op gewicht starten met 1000 FIP-E lipase/kg lichaamsgewicht/maaltijd.

Kinderen ≥ 4 jaar: Bij dosering op gewicht starten met 500 FIP-E lipase/kg lichaamsgewicht/maaltijd.

Panzytrat: gebaseerd op gewicht 500–2500 FIP-E lipase/kg lichaamsgewicht/maaltijd ofwel 500–4000 FIP-E lipase/g vet; max. 10.000 FIP-E lipase/dag (ofwel 2000 FIP-E lipase/g vet).

Pancrease: kinderen 1–4 jaar: 1000 FIP-E lipase/kg lichaamsgewicht/maaltijd.

kinderen ≥ 4 jaar: 500 FIP-E/kg lichaamsgewicht/maaltijd tot max. 2500 FIP-E/kg/maaltijd (komt overeen met ≤ 10.000 FIP-E lipase kg/dag of 4000 FIP-E/g vet-inname per dag. Bij een snack de helft van de maaltijddosis geven. De totale dosis geven over ca. 3 maaltijden en 2–3 snacks.

De capsule heel doorslikken tijdens de maaltijd met veel water. Het granulaat tijdens of direct na de maaltijd innemen. Bij slikproblemen (bv. voor kinderen), kan het granulaat (of de microkorrels uit een geopende capsule) met een niet te warme, niet-alkalische (lichtzure) vloeistof (melk) of papje (bv. sinaasappelsap, abrikoos, banaan, appelmoes of aardappelpuree) direct na de bereiding zonder kauwen worden ingenomen. Microkorrels niet aan zuigfles toevoegen. Om irritatie van het mondslijmvlies te voorkomen, de capsules of het granulaat niet lang in de mond houden en na het doorslikken van de granules een glas water drinken: er mag geen geneesmiddel in de mond achterblijven. Zowel de capsule als de microkorrels en het granulaat mogen niet worden gekauwd. Bij een gemiste dosis wachten tot de volgende maaltijd en dan de gebruikelijke dosis nemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (≥ 10%): buikpijn.

Vaak (1-10%): opgezette buik, abnormale stoelgang, obstipatie, diarree, misselijkheid, braken.

Soms (0,1-1%): huiduitslag, anorexie, dyspepsie, gastro-intestinale motiliteitsstoornis.

Verder zijn gemeld: jeuk, urticaria, anafylactische reactie, allergische of overgevoeligheidsreacties. Orale pijn, stomatitis. Bij hoge doses: hyperuricosurie en hyperurikemie. Bij cystische fibrose: vernauwingen van het ileum-caecum en dikke darm (fibroserende colopathie), met name bij doseringen > 10.000 FIP-E lipase/per kg/dag.

Interacties

De resorptie van foliumzuur kan afnemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan, voor zover bekend zonder gevaar, overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Nee.
Advies: Kan voor zover bekend zonder gevaar, overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • eerste fase van een acute pancreatitis;
  • floride fase van acute episoden van chronische pancreatitis;
  • overgevoeligheid voor varkenseiwitten.

Waarschuwingen

Bij gebruik van pancreatine dient de patiënt voldoende gehydrateerd te zijn.

Wees voorzichtig bij jonge kinderen (< 12 j.) met cystische fibrose bij gebruik van hoge doses lipase (> 10.000 FIP-E lipase/kg/dag); ongebruikelijke buikklachten onderzoeken om fibroserende colopathie uit te sluiten.

Bij onvoldoende effect, bijvoorbeeld bij hypersecretie van maagzuur of bij te lage secretie van natriumwaterstofcarbonaat door de pancreas, kan gelijktijdige toediening (≥ 30 min vóór de maaltijd) van een H2-receptorantagonist of een antacidum worden overwogen (géén calciumcarbonaat of magnesiumhydroxide).

Wees voorzichtig bij doses > 2500 FIP-E lipase/kg/maaltijd (> 10.000 FIP-E lipase/kg/dag); alleen gebruiken bij bewezen effectiviteit. Indien hogere doses lipase nodig zijn om de malabsorptie onder controle te krijgen wordt nader onderzoek naar mogelijke andere oorzaken aanbevolen. Doseringen > 6000 FIP-E lipase/kg/maaltijd opnieuw evalueren.

Overdosering

Eigenschappen

Pancreasenzymen bevorderen de afbraak en resorptie van vetten, koolhydraten en eiwitten. De pH-gevoelige enzymen zijn op een speciale manier met behulp van maagsapresistente lagen verwerkt in de toedieningsvorm, waardoor ze pas vrijkomen in de dunne darm bij een pH > 5,5–6,0. De biologische beschikbaarheid van de pancreasenzymen uit de diverse preparaten verschilt, afhankelijk van de omstandigheden, door verschillen in formulering en uiteenlopende afgiftepatronen. Werking: na 30–45 min.