sucralfaat
Samenstelling
Sucralfaat granulaat/suspensie Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Granulaat
- Sterkte
- 1 g
- Verpakkingsvorm
- in sachet
- Toedieningsvorm
- Suspensie
- Sterkte
- 200 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- in sachet à 5 ml
Conserveermiddelen: chloorhexidine, methyl- en propylparahydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van eerste-episode maagklachten, functionele maagklachten en gastro-oesofageale refluxziekte bestaat uit het geleidelijk verhogen van de mate van zuurremming met achtereenvolgens een antacidum, een H2-receptorantagonist en een protonpompremmer. Bij voldoende effect wordt de medicatie geleidelijk gestopt. Bij een antacidum gaat de voorkeur uit naar een combinatie van algeldraat met magnesiumhydroxide (werkt sneller en langer), bij een H2-receptorantagonist naar ranitidine en bij een protonpompremmer naar omeprazol; dit in verband met de bredere toepasbaarheid en de prijs. Het mucosaprotectivum sucralfaat kan als alternatief worden gebruikt voor een antacidum.
Indicaties
- Ulcus duodeni en benigne ulcus ventriculi.
- Peptische reflux-oesofagitis.
- Preventie van recidiverende ulcera.
- De suspensie is ook geïndiceerd ter preventie van stressbloedingen in het proximale deel van de tractus digestivus.
Dosering
Ulcus duodeni en ulcus ventriculi:
Volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar:
4×/dag 1 g een half uur voor de maaltijden en voor het slapen gaan òf 2×/dag 2 g een half uur voor de maaltijden, gedurende 4–6 weken; zo nodig 12 weken.
Reflux-oesofagitis:
Volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar:
4×/dag 1 g , voor de maaltijden en voor het slapen gaan, in het algemeen gedurende 6–12 weken.
Preventie van recidiverende ulcera:
Volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar:
Voor het ontbijt 1 g en voor het slapen gaan 1 g, gedurende 6–12 maanden na genezing van het ulcus.
Preventie van stressbloedingen:
Volwassenen en kinderen ≥ 14 jaar:
5 ml (= 1 g) suspensie 6×/dag oraal of via een neussonde. De sonde naspoelen met 10–15 ml water. De suspensie niet i.v. toepassen.
Het granulaat innemen na omroeren in een glas water. De inhoud van de zakjes kan direct in de mond uitgeknepen of uitgedrukt op een lepel worden ingenomen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): obstipatie.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, droge mond.
Zelden (0,01-0,1%): duizeligheid, vol gevoel, bezoar, huiduitslag, jeuk, bij de suspensie overgevoeligheidsreacties inclusief late reacties.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties en, bij patiënten met een beperkte nierfunctie, verhoogde aluminiumspiegels en encefalopathie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van sucralfaat met tobramycine, colistine, amfotericine B, fenytoïne, sulpiride, digoxine, cimetidine, ranitidine, (fluor–)chinolonen, ketoconazol, theofylline, ursodeoxycholzuur, thyreomimetica of tetracyclinen kan de resorptie van deze middelen verminderen; daarom sucralfaat ten minste 2 uur na deze middelen toedienen. De absorptie van orale anticoagulantia kan afnemen; nauwkeurig de stollingswaarden controleren bij beginnen, veranderen of staken van de behandeling met sucralfaat.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan, voor zover bekend zonder gevaar, overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (aluminiumbestanddeel).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Contra-indicaties
- ernstige nierfunctiestoornissen (ook dialyse);
- supragastro-intestinale operaties.
Waarschuwingen
Symptomen van een maligniteit kunnen worden gemaskeerd. Bij gestoorde nierfunctie kunnen de plasma-aluminiumspiegels stijgen. Patiënten met een ulcus controleren op de aanwezigheid van Helicobacter pylori.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 14 jaar zijn niet vastgesteld, gebruik wordt niet aanbevolen.
Overdosering
Therapie
Bij per ongeluk i.v. toedienen van de orale suspensie: eventueel heparine, eventueel ook deferoxamine en/of hemodialyse.
Eigenschappen
Basisch aluminiumsaccharosesulfaat. In maag en darm vormt sucralfaat met weefseleiwitten een complex aan het oppervlak van ulcera en laesies en met het maagslijmvlies. Dit complex biedt bescherming tegen de inwerking van pepsine en maagzuur. Sucralfaat stimuleert ook de fysiologische bescherming van het slijmvlies tegen onder andere galzuur, alcohol en NSAID’s.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel niet. |
Eliminatie | het suikerdeel, sucrose-octasulfaat, wordt onveranderd uitgescheiden via de nieren. |
Geneesmiddelgroep
sucralfaat hoort bij de groep mucosaprotectiva.