Tamsulosine/solifenacine

Publish

Samenstelling

Vesomni Astellas Pharma bv

Toedieningsvorm
Tablet met gereguleerde afgifte

Bevat per tablet: solifenacinesuccinaat 6 mg, overeenkomend met 4,5 mg solifenacine en tamsulosinehydrochloride 0,4 mg, overeenkomend met 0,37 mg tamsulosine.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

tamsulosine/solifenacine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Mictieklachten bij mannen: De toevoeging van een anticholinergicum aan een α1-blokker wordt niet aanbevolen wegens onvoldoende gegevens over effectiviteit en veiligheid. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie mictieklachten#behandelplan bij mannen (LUTS, BPH).

Indicaties

  • Behandeling van matige tot ernstige opslag- en mictiesymptomen, gerelateerd aan benigne prostaathyperplasie bij mannen die onvoldoende reageren op monotherapie.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Opslagsymptomen en mictieklachten bij benigne prostaathyperplasie:

Volwassenen:

1 tablet 1×/dag.

De tablet niet kauwen of fijnmaken.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): duizeligheid. Wazig zien. Droge mond, dyspepsie, obstipatie. Ejaculatiestoornissen. Vermoeidheid.

Soms (0,1-1%): (acute) urineretentie. Jeuk.

Verder zijn gemeld: angio-oedeem en anafylactische reacties. Orthostatische hypotensie. Intraoperatief ’floppy iris’-syndrome (IFIS).

Voor andere bijwerkingen zie:

Interacties

Combinatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, ritonavir) kan de blootstelling aan tamsulosine en solifenacine vergroten. Voorzichtig zijn bij combinatie met sterke en matige CYP3A4-remmers; combinatie met sterke CYP3A4-remmers is gecontra-indiceerd bij matige leverinsufficiëntie of ernstige nierinsufficiëntie. Niet combineren met sterke CYP3A4-remmers bij CYP2D6-poor metabolizers of patiënten die sterke CYP2D6-remmers (zoals paroxetine) gebruiken.

CYP3A4-induceerders (zoals barbituraten, carbamazepine, fenytoïne, efavirenz, nevirapine, rifampicine, sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentraties van tamsulosine en solifenacine verlagen.

Solifenacine kan het effect van middelen die de motiliteit van het maag-darmkanaal bevorderen tegengaan.

Diclofenac kan de eliminatie van tamsulosine versnellen.

Wees voorzichtig bij gebruik van geneesmiddelen die oesofagitis kunnen veroorzaken, zoals bisfosfonaten.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Overig: Bij mannen kunnen ejaculatiestoornissen zoals retrograde ejaculatie en anejaculatie optreden.

Lactatie

Contra-indicaties

  • orthostatische hypotensie;
  • hemodialyse;
  • ernstige nierinsufficiëntie in combinatie met sterke CYP3A4-remmers;
  • ernstige leverinsufficiëntie, matige leverinsufficiëntie in combinatie met sterke CYP3A4-remmers;
  • ernstige gastro-intestinale aandoeningen (zoals toxisch megacolon);
  • myasthenia gravis;
  • nauwe kamerhoekglaucoom.

Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.

Waarschuwingen

Wees voorzichtig bij ernstige nierinsufficiëntie (zie ook de rubriek Interacties), kans op urineretentie, gastro-intestinale obstructieve aandoeningen, kans op verminderde gastro-intestinale motiliteit, hiatus hernia, gastro-oesofagale reflux, autonome neuropathie, kans op verlengd QT-interval; verlengd QT-interval en ’torsade de pointes’ zijn waargenomen bij patiënten met risicofactoren zoals pre-existent lange QT-syndroom en hypokaliëmie.

Bij optreden van angio-oedeem of anafylactische reacties de behandeling direct staken en passende maatregelen nemen.

Huidig of vroeger gebruik van α1-blokkers melden aan de oogarts voorafgaand aan een cataractoperatie vanwege kans op IFIS.

Meer gegevens:

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging door tamsulosine/solifenacine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Combinatie van een muscarine-antagonist en een α1-antagonist.

Informatie over farmacokinetische eigenschappen: