Acetylsalicylzuur (als trombocytenaggregatieremmer)

Publish

Samenstelling

Acetylsalicylzuur CardioTabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
80 mg

Acetylsalicylzuur NeuroTabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, dispergeerbaar
Sterkte
30 mg

Aspirine Protect Bayer bv

Toedieningsvorm
Tablet, maagsapresistent
Sterkte
100 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

acetylsalicylzuur (als trombocytenaggregatieremmer) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Preventie vasculaire complicaties: Er zijn voldoende aanwijzingen om het gebruik van een lage dosering acetylsalicylzuur (resp. carbasalaatcalcium) van circa 80 mg (resp. 100 mg) per dag te rechtvaardigen bij het voorkómen van vasculaire complicaties bij patiënten met vaatziekte. Hogere doseringen zijn niet nodig. De Commissie adviseert bij het voorschrijven op het kostenaspect te letten.

Bij meer dan twee aanvallen van angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve bètablokker eerste keus. In geval van bijwerkingen of contra-indicaties komen de langwerkende nitraten in aanmerking, of als alternatief een calciumantagonist. Bij onvoldoende effect van monotherapie heeft combinatietherapie van een bètablokker met een nitraat de voorkeur. Bij de combinatie van een bètablokker met een calciumantagonist komen de dihydropyridinen in aanmerking.

Bij Prinzmetal-AP wordt gestart met een calciumantagonist. Bij onvoldoende effect kan een langwerkend nitraat worden toegevoegd. Naast onderhoudsbehandeling is secundaire preventie belangrijk in de vorm van leefstijladviezen en controle van risicofactoren voor coronaire arteriosclerose.

Bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS) (zowel instabiele angina pectoris als (N)STEMI) zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten trombocytenaggregatieremming starten. Een STEMI wordt behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI) of indien dit niet mogelijk is, door trombolyse. Bij een NSTEMI en IAP wordt eerst aanvullend onderzoek en risicoanalyse verricht. Als pijnbestrijding een nitraat geven. Geef bij aanhoudende pijn of contra-indicatie voor nitraten, morfine of fentanyl intraveneus. Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Zie voor meer informatie de Behandeling van Acuut coronair syndroom in de acute fase.

Een diepveneuze trombose (DVT) of pulmonale embolie (PE) kan behandeld worden met een directwerkend oraal anticoagulantium (DOAC) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA) als initiële behandeling, gevolgd door een 3–6 maanden durende onderhoudsbehandeling met een VKA. Het gebruik van acetylsalicylzuur als vervolgbehandeling van veneuze trombo-embolie na een initiële behandeling met VKA of DOAC’s wordt afgeraden.

Indicaties

  • Instabiele angina pectoris;
  • Stabiele angina pectoris;
  • Secundaire preventie van myocardinfarct;
  • Secundaire preventie na TIA en ischemisch cerebrovasculair accident (CVA), mits intracerebrale bloedingen zijn uitgesloten;
  • Preventie van cardiovasculaire voorvallen bij veel kans op een eerste cardiovasculaire gebeurtenis, op basis van de huidige behandelrichtlijnen, als aanvulling op een correctie van andere risicofactoren;
  • Preventie van graft-occlusie na aorta-coronaire bypass;
  • Preventie van trombosering bij shunt voor nierdialyse.

Dosering

Doseringen worden aangegeven in veelvoud van 80 mg; de dosering voor het preparaat van 100 mg wordt hieronder tussen haakjes vermeld.

Voor een direct effect wordt bij de meeste indicaties gebruik gemaakt van een oplaaddosis; in de cardiologie kan de oplaaddosis hoger zijn dan de hieronder aangegeven doseringen.

Klap alles open Klap alles dicht

(In)stabiele angina pectoris:

Volwassenen:

dag 1: 160(–200) mg/dag, vervolgens 80(–100) mg 1×/dag.

Primaire en secundaire preventie na myocardinfarct:

Volwassenen:

dag 1: 160(–200) mg/dag, vervolgens 80(–100) mg 1×/dag.

Secundaire preventie na TIA en CVA:

Volwassenen:

dag 1: 160(–200) mg/dag, vervolgens 80(–100) mg 1×/dag, soms wordt een lagere dosering (30 mg 1×/dag) gebruikt.

Preventie graft-occlusie:

Volwassenen:

dag 1: 160(–200) mg/dag, vervolgens 80(–100) mg 1×/dag.

Preventie trombosering bij shunt voor nierdialyse:

Volwassenen:

dag 1: 160(–200) mg/dag, vervolgens 80(–100) mg 1×/dag.

De tabletten innemen met een ruime hoeveelheid water. De maagsapresistente tablet geheel doorslikken, niet kauwen. De dispertablet uiteen laten vallen in een ruime hoeveelheid water, goed omroeren en dan opdrinken. Voor een snel effect toedienen op een nuchtere maag of ten minste een half uur vóór de maaltijd. Bij maagklachten, innemen tijdens of vlak na de maaltijd.

Bijwerkingen

Vaak (1–10%): overgevoeligheidsverschijnselen bij astmapatiënten of allergieën (urticaria, huiduitslag, angio–oedeem, rinitis, bronchospasmen, anafylactische shock). Verlenging bloedingstijd.

Soms (0,1-1%): maagklachten.

Zelden (0,01–0,1%): (occult) bloedverlies in het maag-darmkanaal; bij langdurig of veelvuldig gebruik kan dit leiden tot bloedarmoede. Overgevoeligheidsreacties bij patiënten zonder astma.

Zeer zelden (< 0,01%): bloedafwijkingen zoals trombocytopenie, aplastische anemie, agranulocytose, pancytopenie. Huiduitslag met blaarvorming (incl. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse). Ziekte van Reye bij volwassenen. Cataract. Hersenbloeding.

Verder zijn gemeld: hemolyse, hemolytische anemie bij een ernstige variant van G6PD-deficiëntie. Oorsuizen, achteruitgang van het gehoor. (Perioperatieve) bloedingen, hematomen, tandvleesbloeding, verminderde nierfunctie, acuut nierfalen. Epistaxis, nasale congestie. Maag-of darmzweren, perforatie. Hyperurikemie.

Interacties

Salicylaten versterken de werking van stollingsremmende middelen, (zoals vitamine K antagonisten, andere trombocytenaggregatieremmers zoals clopidogrel, heparine (toegenomen bloedingsneiging)), van bloedglucoseverlagende middelen zoals sulfonylureumderivaten, insuline (toename van hypoglykemie), acetazolamide en de bijwerkingen van methotrexaat (meer kans op ernstige bloedafwijkingen). Indien gelijktijdig gebruik met anticoagulantia niet kan worden vermeden de INR regelmatig controleren.

Door additie kan het ulcerogeen effect worden versterkt bij gelijktijdig gebruik van andere NSAID’s, SSRI’s of corticosteroïden.

Alcohol vergroot de kans op een maagbloeding.

Bij gelijktijdig gebruik met ibuprofen kan het trombocytenaggregatieremmende effect van acetylsalicylzuur worden verminderd; bij incidenteel gebruik van ibuprofen is een klinisch effect onwaarschijnlijk.

De werking van benzbromaron, spironolacton en furosemide kan worden verminderd.

Zwangerschap

Salicylzuur passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij gebruik tot 100 mg/dag. Bij mensen en dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij gebruik van hoge doses.
Advies: Doseringen tot maximaal 100 mg alleen op strikte indicatie gebruiken. Doseringen >100 mg/dag zijn gecontra–indiceerd tijdens het 3e trimester.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt in een lage dosis.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of NSAID’s (bv. optreden van astma-aanval of collaps na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s bij astmapatiënt);
  • hemorragisch CVA in de anamnese;
  • bij eerder gebruik maagklachten en maagpijn;
  • ulcus pepticum;
  • maag–/darmbloeding;
  • hemorragische diathese of stollingstoornissen zoals trombocytopenie, hemofilie;
  • ernstige leverinsufficiëntie, ernstige nierinsufficiëntie;
  • ernstig hartfalen.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.

Waarschuwingen

Voorzichtig bij nierfunctiestoornis, leverfunctiestoornis, astma, allergische aandoeningen, hypertensie en bepaalde hartaandoeningen wegens mogelijke vochtretentie en achteruitgang van de nierfunctie. Rekening houden met de mogelijkheid van provocatie van aanvallen van variant angina pectoris.

Bij sommige ingrepen waarbij meer kans op bloedingen bestaat , de behandeling tijdelijk (ca. 1 w.) staken.

Bij simpele invasieve tandheelkundige ingrepen (extractie van 1–3 tanden of kiezen, operatieve verstandskiesverwijdering, parodontale behandelingen, operatieve wortelkanaalbehandeling, abcesincisie, plaatsen van maximaal 3 implantaten) is staken van acetylsalicylzuur niet nodig (ACTA-richtlijn 2013).

Bij optreden van tinnitus, duizeligheid of gehoorstoornissen de behandeling staken.

Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, vanwege ernstige en soms fatale huidreacties (incl. exfoliatieve dermatitis, Stevens-Johnsonsyndroon en toxische epidermale necrolyse) met NSAID’s.

Acetylsalicylzuur kan door een verminderde uitscheiding van urinezuur acute jicht veroorzaken.

Terughoudendheid is geboden bij G6PD-deficiëntie of deficiëntie van glutathionperoxidase in erytrocyten wegens het risico van iatrogene hemolyse.

Indien gelijktijdig gebruik met anticoagulantia niet kan worden vermeden de INR regelmatig controleren.

Het gebruik van acetylsalicylzuur kan maagklachten veroorzaken; combinatie met een protonpompremmer overwegen.

Overdosering

Symptomen
Acute intoxicatie: na inname braken, vooral bij kinderen. De belangrijkste klinische verschijnselen zijn: verstoring zuur/base-evenwicht: hyperventilatie leidend tot respiratoire alkalose, gevolgd door metabole acidose (treedt snel op bij jonge kinderen). Hyperpyrexie en zweten, leidend tot dehydratie. Hypo- of hyperglykemie. Verder: duizeligheid, visusstoornissen, oorsuizen, rusteloosheid, hallucinaties, euforie, stollingsstoornissen, hypotensie, oligurie en anurie. Acute leverbeschadiging is voorgekomen. Depressie van het zenuwstelsel kan leiden tot cardiovasculaire collaps, coma (laat bij volwassenen, vroeg bij kinderen) en ademstilstand. Plasmasalicylaatspiegels > 300 mg/l duiden op een intoxicatie.

Therapie
Zie voor meer symptomen en behandeling toxicologie.org/salicylaten en/of vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Acetylsalicylzuur remt in deze lage dosering de trombocytenaggregatie, waardoor de bloedingstijd wordt verlengd. De antitrombotische werking berust op acetylering van het enzym cyclo-oxygenase in de trombocyt, waardoor de vorming van het prostaglandine tromboxaan A2 wordt geremd. Werkingsduur: tot 7 à 10 dagen na staken behandeling.

Kinetische gegevens

OverigFirst-pass-effect in darmwand en lever d.m.v. hydrolyse tot het actieve salicylzuur.
T max½–2 uur.
V d0,16 l/kg.
Eiwitbinding> 90% (salicylzuur).
Metabolisering in de lever (salicylzuur) tot inactieve metabolieten.
Eliminatiesalicylzuur en metabolieten worden tezamen met onveranderd acetylsalicylzuur (1%) uitgescheiden met de urine.
T 1/2el15–20 min (acetylsalicylzuur) en 2–3 uur (salicylzuur). Bij hogere doses salicylzuur kan de eliminatiehalfwaardetijd door een niet-lineaire kinetiek verlengd zijn van enkele uren tot een etmaal.