Carbasalaatcalcium (antitromboticum)

Publish

Samenstelling

Ascal ’38’ Meda Pharma bv

Toedieningsvorm
Bruistablet ’Brisper’
Sterkte
38 mg

Ascal Cardio (Neuro) Meda Pharma bv

Toedieningsvorm
Bruistablet ’Brisper’
Sterkte
100 mg
Toedieningsvorm
Poeder
Sterkte
100 mg
Verpakkingsvorm
in sachet

Carbasalaatcalcium Cardio Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder
Sterkte
100 mg
Verpakkingsvorm
in sachet

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

carbasalaatcalcium (antitromboticum) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Preventie vasculiare complicaties: Er zijn voldoende aanwijzingen om het gebruik van een lage dosering acetylsalicylzuur (resp. carbasalaatcalcium) van circa 80 mg (resp. 100 mg) per dag te rechtvaardigen bij het voorkómen van vasculaire complicaties bij patiënten met vaatziekte. Hogere doseringen zijn niet nodig. De Commissie adviseert bij het voorschrijven op het kostenaspect te letten.

Bij meer dan twee aanvallen van angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve bètablokker eerste keus. In geval van bijwerkingen of contra-indicaties komen de langwerkende nitraten in aanmerking, of als alternatief een calciumantagonist. Bij onvoldoende effect van monotherapie heeft combinatietherapie van een bètablokker met een nitraat de voorkeur. Bij de combinatie van een bètablokker met een calciumantagonist komen de dihydropyridinen in aanmerking.

Bij Prinzmetal-AP wordt gestart met een calciumantagonist. Bij onvoldoende effect kan een langwerkend nitraat worden toegevoegd. Naast onderhoudsbehandeling is secundaire preventie belangrijk in de vorm van leefstijladviezen en controle van risicofactoren voor coronaire arteriosclerose.

Bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS) (zowel instabiele angina pectoris als (N)STEMI) zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten trombocytenaggregatieremming starten. Een STEMI wordt behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI) of indien dit niet mogelijk is, door trombolyse. Bij een NSTEMI en IAP wordt eerst aanvullend onderzoek en risicoanalyse verricht. Als pijnbestrijding een nitraat geven. Geef bij aanhoudende pijn of contra-indicatie voor nitraten, morfine of fentanyl intraveneus. Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Zie voor meer informatie de Behandeling van Acuut coronair syndroom in de acute fase.

Een diepveneuze trombose (DVT) of pulmonale embolie (PE) kan behandeld worden met een direct werkend oraal anticoagulantium (DOAC) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA) als initiële behandeling, gevolgd door een 3–6 maanden durende onderhoudsbehandeling met een VKA. Het gebruik van carbasalaatcalcium als vervolgbehandeling van VTE na een initiële behandeling met vitamine K-antagonisten of DOAC’s wordt afgeraden.

Indicaties

  • Instabiele angina pectoris;
  • Stabiele angina pectoris;
  • Secundaire preventie van myocardinfarct;
  • Secundaire preventie na TIA en ischemisch cerebrovasculair accident (CVA), mits intracerebrale bloedingen zijn uitgesloten;
  • Preventie van cardiovasculaire voorvallen bij veel kans op een eerste cardiovasculaire gebeurtenis, op basis van de huidige behandelrichtlijnen, als aanvulling op een correctie van andere risicofactoren;
  • Preventie van graft-occlusie na aorta-coronaire bypass;
  • Preventie van trombosering bij shunt voor nierdialyse.

Dosering

Voor een direct effect wordt bij de meeste indicaties gebruik gemaakt van een oplaaddosis; in de cardiologie kan de oplaaddosis hoger zijn dan de hieronder aangegeven doseringen.

Klap alles open Klap alles dicht

Instabiele angina pectoris:

Volwassenen:

In acute gevallen zo spoedig mogelijk na het stellen van de diagnose 200 mg op dag 1, daarna 100 mg per dag.

Stabiele angina pectoris:

Volwassenen:

100 mg per dag.

Primaire en secundaire preventie myocardinfarct:

Volwassenen:

In acute gevallen zo spoedig mogelijk na het stellen van de diagnose 200 mg op dag 1, daarna 100 mg per dag.

Secundaire preventie na TIA en CVA:

Volwassenen:

In acute gevallen zo spoedig mogelijk na het stellen van de diagnose 200 mg op dag 1, daarna 100 mg per dag. In het algemeen wordt de lagere dosering (38 mg) niet geadviseerd.

Preventie graft-occlusie:

Volwassenen:

In acute gevallen zo spoedig mogelijk na de aorta-coronaire bypass 200 mg op dag 1, daarna 100 mg per dag.

Preventie trombosering bij shunt voor nierdialyse:

Volwassenen:

Dag 1: 200 mg/dag, vervolgens 100 mg 1×/dag.

Het poeder of de bruistablet oplossen in een ruime hoeveelheid water en goed roeren. De lage dosering (38 mg) op de nuchtere maag innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): maagklachten (bv. zuurbranden, misselijkheid).

Vaak (1–10%): verlenging bloedingstijd. Braken, gastritis, diarree, bloedverlies in maag-darmkanaal; bij langdurig of veelvuldig gebruik kan dit leiden tot bloedarmoede.

Soms (0,1–1%): urticaria, huiduitslag, angio–oedeem, rinitis, bronchospasmen. Intracraniale bloeding, bloed in urine. Maagbloeding, maagulcera.

Zelden (0,01–0,1%): hemorragisch syndroom (bloedneus, bloedend tandvlees, bloedbraken, bloedverlies met de feces). Duizeligheid, hoofdpijn, oorsuizen.

Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock, versterking van de allergische symptomen van voedselallergie. Hypoglykemie. Jicht. Maag-darmperforatie. Leverbeschadiging. Ernstige huidreacties (zoals erythema multiforme). Acute nierinsufficiëntie.

Interacties

Salicylaten versterken de werking van stollingsremmende middelen (zoals vitamine K-antagonisten, andere trombocytenaggregatieremmers, heparine (toegenomen bloedingsneiging)), van bloedglucoseverlagende middelen zoals sulfonylureumderivaten, insuline (toename van hypoglykemie), acetazolamide en de bijwerkingen van methotrexaat (meer kans op ernstige bloedafwijkingen). Indien gelijktijdig gebruik met vitamine K-antagonisten niet kan worden vermeden de INR regelmatig controleren.

Door additie kan het ulcerogeen effect worden versterkt bij gelijktijdig gebruik van andere NSAID’s, SSRI’s of corticosteroïden. Alcohol vergroot de kans op een maagbloeding.

Bij gelijktijdig gebruik met ibuprofen kan het trombocytenaggregatieremmende effect van carbasalaatcalcium worden verminderd; bij incidenteel gebruik van ibuprofen is een klinisch effect onwaarschijnlijk. De werking van benzbromaron, spironolacton en furosemide kan worden verminderd.

Zwangerschap

Salicylaten passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij gebruik van doses tot 100 mg/dag. Bij mensen en dieren aanwijzingen voor schadelijkheid bij gebruik van hoge doses.
Advies: Doseringen tot maximaal 100 mg alleen op strikte indicatie gebruiken. Doseringen > 100 mg/dag zijn gecontra–indiceerd tijdens het 3e trimester.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (salicylaten en metabolieten).
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt in een lage dosis.

Contra-indicaties

  • hemorragisch herseninfarct (in de anamnese);
  • maagklachten en maagpijn bij eerder gebruik, actief ulcus pepticum, maag–darmbloeding;
  • hemorragische diathese of stollingsstoornissen zoals hypoprotrombinemie, hemofilie;
  • ernstig hartfalen;
  • ernstige leverinsufficiëntie;
  • ernstige nierinsufficiëntie;
  • overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of NSAID’s (bv. optreden van astma-aanval of collaps na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s bij astmapatiënt).

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.

Waarschuwingen

Voorzichtig bij een gestoorde nierfunctie, leverfunctie, hypertensie, astma, allergische aandoeningen en bepaalde hartaandoeningen wegens mogelijke vochtretentie en achteruitgang van de nierfunctie. Rekening houden met de mogelijkheid van provocatie van aanvallen van variant angina pectoris. Terughoudendheid is geboden bij G6PD-deficiëntie of deficiëntie van glutathionperoxidase in erytrocyten wegens het risico van iatrogene hemolyse.

Bij sommige ingrepen waarbij meer kans op bloedingen bestaat, de behandeling tijdelijk (doorgaans 1 week) staken. Bij simpele invasieve tandheelkundige ingrepen (extractie van 1–3 tanden of kiezen, operatieve verstandskiesverwijdering, parodontale behandelingen, operatieve wortelkanaalbehandeling, abcesincisie, plaatsen van maximaal 3 implantaten) is staken van carbasalaatcalcium niet nodig (ACTA-richtlijn 2013).

Indien gelijktijdig gebruik met anticoagulantia niet kan worden vermeden de INR regelmatig controleren en de patiënt erop wijzen alert te zijn op (maag-darm)bloedingen. Bij combinatie met methotrexaat gedurende de eerste weken wekelijks bloedtellingen uitvoeren; een frequentere controle is nodig bij een (ook licht) verminderde nierfunctie en bij ouderen.

Bij optreden van tinnitus, duizeligheid of gehoorstoornissen, de behandeling staken. Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid, de behandeling staken, vanwege ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID’s. Acetylsalicylzuur kan door een verminderde uitscheiding van urinezuur acute jicht veroorzaken. Het gebruik van carbasalaatcalcium kan maagklachten veroorzaken; combinatie met een protonpompremmer overwegen.

Overdosering

Symptomen
Acute intoxicatie: na inname braken, vooral bij kinderen. De belangrijkste klinische verschijnselen zijn: verstoring zuur/base-evenwicht: hyperventilatie leidend tot respiratoire alkalose, gevolgd door metabole acidose (treedt snel op bij jonge kinderen). Hyperpyrexie en zweten, leidend tot dehydratie. Hypo- of hyperglykemie. Verder: duizeligheid, visusstoornissen, oorsuizen, rusteloosheid, hallucinaties, euforie, stollingsstoornissen, hypotensie, oligurie en anurie. Acute leverbeschadiging is voorgekomen. Depressie van het zenuwstelsel kan leiden tot cardiovasculaire collaps, coma (laat bij volwassenen, vroeg bij kinderen) en ademstilstand. Plasmasalicylaatspiegels > 300 mg/l duiden op een intoxicatie.

Therapie
Bij een matige intoxicatie proberen patiënt te laten braken, eventueel de maag spoelen. Hierna geactiveerde kool en natriumsulfaat toedienen. Urine alkaliseren. Eventueel hemodialyse toepassen.

Zie voor meer symptomen en behandeling toxicologie.org/salicylaten en/of vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Calciumureumzout van acetylsalicylzuur. Het remt in deze lage dosering irreversibel de trombocytenaggregatie, waardoor de bloedingstijd wordt verlengd. De antitrombotische werking berust op acetylering van het enzym cyclo-oxygenase in de trombocyt, waardoor de vorming van het prostaglandine tromboxaan A2 wordt geremd. Werkingsduur: tot 7–10 dagen na staken behandeling.

Kinetische gegevens

Overigfirst-pass-effect in de darmwand en in de lever d.m.v. hydrolyse tot salicylzuur.
T max½–2 uur.
V dca. 0,20 l/kg.
Eiwitbinding> 90% (salicylzuur).
Metaboliseringin de lever (salicylzuur) tot inactieve metabolieten.
Eliminatiemet de urine als salicylzuur en metabolieten tezamen met onveranderd acetylsalicylzuur (1%).
T 1/215–20 min (acetylsalicylzuur).