aprepitant
Samenstelling
Emend Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 80 mg, 125 mg
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Verpakkingsvorm
- combinatieverpakking.
Bevat per verpakking 1 capsule 125 mg en 2 capsules 80 mg.
Emend Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 125 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Een 5-HT3-(serotonine)receptorantagonist is het standaardmiddel voor de behandeling van misselijkheid en braken tijdens matig tot hoog emetogene chemotherapie, in combinatie met een corticosteroïd (dexamethason) en eventueel een neurokinine-1 (NK-1-)receptorantagonist. Bij weinig of nauwelijks emetogene chemotherapie komt metoclopramide in aanmerking.
Indicaties
Preventie van misselijkheid en braken na hoog- én matig-emetogene chemotherapie voor de behandeling van kanker bij patiënten vanaf 6 maanden, in combinatie met een 5-HT3-antagonist en dexamethason.
Dosering
Misselijkheid en braken na chemotherapie:
Volwassenen:
Capsules: Bij hoog-emetogene chemotherapie in vier dagen; op dag 1: 125 mg oraal 1 uur voor aanvang van de chemotherapie (naast oraal dexamethason 12 mg 30 min vóór chemotherapie; en een 5-HT3-antagonist bv. ondansetron); op dag 2 en 3: 80 mg 1×/dag ’s morgens (naast oraal dexamethason 8 mg ’s morgens). Op dag 4 alleen oraal dexamethason 8 mg ’s morgens.
Volwassenen:
Capsules: Bij matig-emetogene chemotherapie in drie dagen; op dag 1: 125 mg oraal 1 uur vóór aanvang van de chemotherapie (naast oraal dexamethason 12 mg 30 min vóór chemotherapie; en een 5-HT3-antagonist bv. ondansetron); op dag 2 en 3: 80 mg 1×/dag ’s morgens (zonder dexamethason).
Kinderen ≥ 12 jaar:
Capsules: Als onderdeel van het behandelschema met een 5-HT3-antagonist in drie dagen; op dag 1: 125 mg oraal 1×/dag; op dag 2 en 3: 80 mg oraal 1×/dag. Toedienen 1 uur vóór aanvang van de chemotherapie. Als op dag 2 en 3 geen chemotherapie wordt gegeven, dan ’s morgens toedienen. Als een corticosteroïd, zoals dexamethason, gelijktijdig wordt toegediend, dan dient de dosis van het corticosteroïd met 50% van de gebruikelijke dosis verlaagd te worden.
Het Kinderformularium van het NKFK meldt voor dexamethason de volgende doseergegevens: Kinderen > 1 maand: oraal: 10–20 mg/m²/dag in 1–2 doses, indien ondansetron onvoldoende werkzaam is en andere oorzaken van braken zijn uitgesloten. Starten voor cytostaticumtoediening.
Kinderen 6 maanden - 12 jaar en ≥ 6 kg:
Orale suspensie: Als onderdeel van het behandelschema met een 5-HT3-antagonist in drie dagen. Voor de aanbevolen dosering bij kinderen < 12 jaar, zie onderstaand schema. Toedienen 1 uur vóór aanvang van de chemotherapie. Als op dag 2 en 3 geen chemotherapie wordt gegeven, dan ’s morgens toedienen. Als een corticosteroïd, zoals dexamethason, gelijktijdig wordt toegediend: verlaag de dosis van het corticosteroïd met 50% van de gebruikelijke dosis.
Lichaamsgewicht | Dosisvolume van orale suspensie | |
---|---|---|
Dag 1 | Dag 2 en 3 | |
< 6 kg | Niet aanbevolen | |
6-8 kg | 1,0 ml (25 mg) | 0,6 ml (15 mg) |
8-10 kg | 1,2 ml (30 mg | 0,8 ml (20 mg |
10-12 kg | 1,4 ml (35 mg) | 1,0 ml (25 mg) |
12-15 kg | 1,8 ml (45 mg) | 1,2 ml (30 mg) |
15-20 kg | 2,4 ml (60 mg | 1,6 ml (40 mg |
20-25 kg | 3,0 ml (75 mg) | 2,0 ml (50 mg) |
25-30 kg | 3,6 ml (90 mg) | 2,4 ml (60 mg) |
> 30 kg | 5,0 ml (de gehele inhoud; 125 mg) | 3,2 ml (80 mg) |
De orale suspensie, of capsules in zijn geheel: innemen met óf zonder voeding.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): verhoogde ALAT en ASAT-waarden, hoofdpijn, de hik, vermoeidheid, dyspepsie, obstipatie, anorexie.
Soms (0,1-1%): palpitaties, (febriele) neutropenie, anemie, angst, duizeligheid, slaperigheid. acne, (jeukende) huiduitslag. Pijn in de buik, abnormale darmgeluiden, droge mond, misselijkheid, braken, maagpijn, smaakstoornissen, oprispingen, gastro-oesofageale reflux, flatulentie. Dysurie. Opvliegers, malaise, asthenie. Verhoogde alkalische fosfatase.
Zelden (0,01-0,1%): bradycardie, cardiovasculaire aandoening, candidiasis, infectie met stafylokokken. Polydipsie. Desoriëntatie, euforie, cognitieve stoornis, lethargie. Duodenumulcus perforatie, stomatitis, opgezette buik, harde ontlasting, neutropene colitis, overmatig zweten, pollakisurie, microscopische hematurie, huidlaesie, olieachtige huid, seborroe, fotosensibilisatie. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Conjunctivitis, tinnitus. Faryngitis, niezen, hoesten, post-nasal drip, irritatie/pijn van de keel. Spierzwakte, spierspasmen. Verstoorde loopbeweging, pijn op de borst, oedeem. Hyponatriëmie. Gewichtsafname.
Verder zijn gemeld: jeuk, urticaria en overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylactische reacties, angio-oedeem, netelroos, dyspneu, piepende ademhaling. Dysartrie, hypo-esthesie, sensorische stoornis. Miosis, verminderde gezichtsscherpte. Slapeloosheid. Verhoogde urineproductie, glucosurie.
Interacties
Aprepitant is een substraat, een matige remmer en een inductor van CYP3A4 en een inductor van CYP2C9. De AUC van orale CYP3A4-substraten kan met een factor 3 toenemen.
Gelijktijdig toediening van pimozide is gecontra–indiceerd; met gebruik van andere substraten van CYP3A4 (zoals dexamethason, midazolam, bepaalde chemotherapeutica als etoposide, vinorelbine, docetaxel, paclitaxel) is gedurende en tot twee weken na behandeling met aprepitant voorzichtigheid geboden, aanvullende controle kan nodig zijn. Gelijktijdig gebruik van sterke enzyminductoren van CYP3A4 (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, kruiden met sint-janskruid) vermijden omdat ze de plasmaconcentratie van aprepitant verlagen. Enzymremmers van CYP3A4 (zoals azoolantimycotica, claritromycine en proteaseremmers) kunnen mogelijk de plasmaconcentratie van aprepitant verhogen. Ketoconazol verhoogt de AUC van aprepitant met circa een factor 5 en de eliminatiehalfwaardetijd met circa een factor 3. Het kan het metabolisme van (dihydro)ergotamine remmen. Het verhoogt de AUC van dexamethason en methylprednisolon; bij gelijktijdig gebruik de orale dosering van dexamethason halveren en de intraveneuze dosering van methylprednisolon met 25% verminderen. Het verhoogt de AUC van oraal toegediend midazolam met een factor 2–3, van intraveneus toegediend midazolam met 20–25%. Het kan tot 14 dagen na toediening de plasmaconcentratie van substraten voor CYP2C9 (tolbutamide, fenytoïne) verlagen. Na combinatie met ifosfamide is neurotoxiciteit gemeld.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: De werkzaamheid van hormonale anticonceptie kan afnemen; tijdens de behandeling en tot twee maanden na de laatste dosis zorgen voor een alternatieve of aanvullende vorm van anticonceptie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Waarschuwingen
Bij directe overgevoeligheidsreacties de behandeling staken.
Wees voorzichtig bij matig tot ernstig gestoorde leverfunctie, omdat er slechts beperkt gegevens zijn.
Over de combinatie met andere corticosteroïden dan dexamethason en met 5-HT3-antagonisten zijn weinig gegevens over werkzaamheid bekend. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 6 maanden of < 6 kg zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Eigenschappen
Selectieve NK-1-(= humane substance-P neurokinine 1-)receptorantagonist. Versterkt de anti-emetische werking van 5-HT3-antagonisten en corticosteroïden. Bij combinatie met een serotonineantagonist en een corticosteroïd neemt het aantal patiënten dat niet misselijk is en niet braakt toe, en duurt het langer voordat een eerste episode van braken optreedt.
Kinetische gegevens
F | 67% voor caps 80 mg en 59% voor caps 125 mg. |
T max | 4 uur. Bij kinderen: 5-7 uur. |
V d | 0,94 l/kg. |
Overig | het passeert de bloed-hersenbarrière. |
Eiwitbinding | gem. 97%. |
Metabolisering | volledig, voornamelijk via CYP3A4 en in geringe mate via CYP1A2 en CYP2C19. Vnl. in de lever tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | als metabolieten met de urine (57%) en met de feces (45%). |
T 1/2el | 9–13 uur. |
Geneesmiddelgroep
aprepitant hoort bij de groep neurokinine-antagonisten.