Carboplatine

Publish

Samenstelling

Carboplatine Infusie Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml, 15 ml, 45 ml, 60 ml

Carbosin Pharmachemie bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml, 15 ml, 45 ml, 60 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

carboplatine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor carboplatine is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

Eerstelijns- of tweedelijnsbehandeling van uitgebreid en/of gemetastaseerd ovariumcarcinoom van epitheliale oorsprong. Kleincellig longcarcinoom.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Volwassenen:

400 mg/m² lichaamsoppervlak via i.v. infusie in 15–60 minuten. Een volgende toediening niet eerder dan na 4 weken herhalen en alleen indien het bloedbeeld genormaliseerd is (aantal neutrofielen ≥ 2 × 109/l en trombocyten ≥ 100 × 109/l).

Dosisaanpassing bij risicofactoren (eerdere behandeling met myelosuppressieve behandeling of een slechte algemene conditie): verlaag de aanvangsdosis met 20–25%.

Dosisaanpassing bij creatinineklaring 21–60 ml/min: bereken de creatinineklaring via de Cockcroft-Gault-formule en de dosis carboplatine via de Calvert-formule (dosis in mg = gewenste AUC in mg/ml·min × (GFR in ml/min + 25).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): leukopenie (nadir na 14–28 dagen), trombocytopenie (nadir na 14–21 dagen), anemie. Subklinisch gehoorverlies. Misselijkheid, braken, buikpijn, buikkramp. Asthenie. Verhoogde waarden van leverfunctie, urinezuur en ureum; verlaagde serumelektrolytenwaarden (Na+, K+, Mg2+) en verminderde creatinineklaring.

Vaak (1-10%): infecties, waaronder mucositis, bloedingen. Gehoorverlies, tinnitus. Diarree, obstipatie. Overgevoeligheidsreactie (o.a. koorts, huiduitslag jeuk). Perifere neuropathie. Voorbijgaande visusstoornis. Haaruitval. Malaise. Verhoogd serumbilirubine, verhoogd serumcreatinine, verlaagd serumcalcium.

Soms (0,1-1%): smaakstoornis.

Zelden (0,01-0,1%): hemolytisch-uremisch syndroom. Anafylaxie of anafylactoïde reactie (o.a. bronchospasmen, urticaria, tachycardie, hypotensie), angio-oedeem. Griepachtige verschijnselen, reactie op de injectieplaats.

Zeer zelden (< 0,01%): longfibrose.

Verder zijn gemeld: toename van paresthesie. Anorexie.

Frequentie en intensiteit van bijwerkingen kan groter zijn bij patiënten die eerder zijn behandeld met cisplatine. Er is meer kans op allergische reacties, waaronder anafylaxie, indien eerder is behandeld met platinaverbindingen.

Interacties

Gelijktijdige behandeling met nefro- of ototoxische geneesmiddelen, zoals aminoglycosiden, vermeerdert de kans op beschadiging van de nieren of van het gehoor. Gelijktijdige behandeling met myelosuppressieve geneesmiddelen, vermeerdert de kans op beenmergsuppressie. Gelijktijdig gebruik met fenytoïne kan de concentratie van fenytoïne verlagen; een dosisverhoging van fenytoïne kan nodig zijn. Bij gelijktijdig gebruik van vitamine K-antagonisten is er kans op een verhoogde INR. Voorzichtig bij gelijktijdig toedienen met levende verzwakte vaccins.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, teratogeen, mutageen en transplacentair carcinogeen gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie. Carboplatine kan tijdelijke of permanente onvruchtbaarheid veroorzaken. Raad een vruchtbare man daarom voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma. Genetisch advies wordt aanbevolen voor patiënten die na de behandeling een kinderwens hebben.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor platinabevattende substanties. Ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 20 ml/min). Ernstige myelosuppressie. Bloedende tumoren.

Waarschuwingen

Controleer tijdens de eerste behandeling wekelijks (om de nadir te bepalen) en daarna regelmatig het volledige bloedbeeld in verband met beenmergremming; op grond hiervan kan dosisaanpassing en/of behandeling met transfusies nodig zijn. Onderbreek de behandeling indien het aantal neutrofielen < 2 × 109/l of het aantal trombocyten < 100 × 109/l is. Controleer de nierfunctie vóór en tijdens de behandeling nauwlettend, omdat bij afgenomen renale klaring ernstiger en langduriger beenmergremming kan optreden. De incidentie en ernst van de nefrotoxiciteit kan toenemen, indien reeds voor de behandeling een verminderde nierfunctie bestond. Staak de behandeling bij matig tot ernstig afwijkende uitslagen van nierfunctietesten. Controleer regelmatig de leverfunctie; bij matig tot ernstig afwijkende uitslagen van leverfunctietesten de behandeling staken. Verricht regelmatig neurologisch onderzoek en beoordeel het audiogram. Behandeling met anti-emetica kan de ernst en frequentie van misselijkheid en braken, die doorgaans 6–12 uur na toediening optreden, verminderen. Er is meer kans op allergische reacties, waaronder anafylaxie, indien eerder behandeld is met platinaverbindingen. Bij patiënten > 65 jaar kunnen bijwerkingen vaker en/of heviger optreden; een dosisaanpassing kan nodig zijn. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Eigenschappen

Platina-verbinding, analogon van cisplatine. Remt de DNA-synthese door de vorming van platinadwarsverbindingen binnenin en tussen DNA-strengen. De eiwit- en RNA-synthese worden in mindere mate geremd. Tijdens de initiële fase is het meeste van het vrije, ultrafiltreerbare platina aanwezig in de vorm van carboplatine.

Kinetische gegevens

V d2,4 l/kg (totaal platinum), 0,2 l/kg (ultrafiltreerbaar platinum).
OverigPenetreert in pleura, ascites en erytrocyten.
Metaboliseringlangzaam en weinig.
Eliminatieca. 75% van de totale dosis platina, grotendeels als intacte verbinding met de urine binnen 6 uur.
T 1/2elca. 5 dagen (eiwitgebonden platinum), 2–3 uur (ultrafiltreerbaar platinum en carboplatine). Bij nierfunctiestoornissen nemen de totale en renale klaring af.