cisplatine
Samenstelling
Cisplatine Infusievloeistof Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml, 25 ml, 50 ml, 100 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor cisplatine is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Indicaties
Als monotherapie of in combinatiechemotherapie bij uitgebreide of gemetastaseerde tumoren zoals testistumor, blaastumor, ovariumtumor, plaveiselcelcarcinoom van hoofd en hals en longtumor. In combinatie met radiotherapie bij cervixcarcinoom.
Dosering
De oplossing voor infusie moet vóór gebruik worden verdund en is uitsluitend voor intraveneuze toediening, toe te dienen in 6–8 uur.
Zorg voor adequate hydratie 6–12 uur vóór toedienen van cisplatine: 100–200 ml 0,9% NaCl oplossing, totaal minimaal 1000 ml. Zorg ook voor adequate hydratie 6–12 uur ná toedienen van cisplatine: 100–200 ml 0,9% NaCl oplossing, totaal minimaal 2000 ml en instrueer de patiënt om veel te drinken tot 24 uur na toediening van cisplatine. Geforceerde diurese kan noodzakelijk zijn, indien de urineproductie < 100–200 ml/uur is ondanks hydratie.
Bij doses cisplatine > 60 mg/m² lichaamsoppervlak is toevoeging van een diureticum (bv. mannitol) noodzakelijk. Zie ook Interacties.
Voor iedere toediening moeten de volgende waarden zijn bereikt: serumcreatinine ≤ 130 micromol/l, ureum < 9 mmol/l, leukocyten > 4,0 × 109/l, trombocyten > 100 × 109/l. Daarnaast moet het audiogram binnen de normaalwaarden zijn.
Cervixcarcinoom:
In combinatie met radiotherapie: cisplatine 40 mg/m² lichaamsoppervlak/week gedurende 6 weken.
Overige indicaties:
Volwassenen en kinderen:
Monotherapie: 50–120 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 1 dag om de 3–4 weken óf 15–20 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 dagen om de 3–4 weken.
Combinatiechemotherapie: de dosis is afhankelijk van het behandelschema; een gebruikelijke dosis is cisplatine 20 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 1 dag om de 3–4 weken.
Bijwerkingen
Bijwerkingen zijn dosisafhankelijk en kunnen cumulatief zijn.
Zeer vaak (> 10%): beenmergdepressie (waardoor leukopenie (na 14 dagen), trombocytopenie (na 21 dagen) en anemie). Ototoxiciteit (tinnitus en/of gehoorverlies voor hogere frequenties na 50 mg/m²). Verlies van het normale gehoorbereik. Het defect is cumulatief, kan unilateraal en/of irreversibel zijn. De ototoxische effecten kunnen ernstiger zijn bij kinderen, ouderen en na craniale bestraling. Maag-darmstoornissen (zoals anorexie, misselijkheid, braken, diarree). Nefrotoxiciteit: nierfalen (kan irreversibel zijn) en bij hogere of herhaalde doses: tubulaire renale necrose met uremie en anurie, hyperurikemie, hyponatriëmie. Koorts.
Vaak (1-10%): neurotoxiciteit (bij 30–50% irreversibel): typisch bilaterale en sensorische perifere neuropathie. Vestibulaire toxiciteit. Duizeligheid. Hartritmestoornissen, inclusief bradycardie, tachycardie en ECG-veranderingen. Dyspneu, pneumonie en ademhalingsproblemen. Infecties, sepsis. Reversibel verhoogde serumtransaminasewaarden en bilirubine. Reacties op de infusieplaats (o.a. erytheem, cellulitis, fibrose, necrose), flebitis.
Soms (0,1-1%): Overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie. Alopecia. Metalige neerslag in tandvlees. Hik, asthenie, malaise. Stoornissen bij spermatogenese en ovulatie, pijnlijke gynaecomastie. Hypomagnesiëmie.
Zelden (0,01-0,1%): Coombs-positieve hemolytische anemie, meer kans op secundaire leukemie. Immunosuppressie. Smaakverlies, verlies van tastzin, optische retrobulbaire neuritis, cerebrale stoornissen: cerebrale arteriitis, occlusie van de a. carotis, encefalopathie (incl. reversibele posterieure-leuko-encefalopathiesyndroom, RPLS), convulsies. Hypocalciëmie, hypokaliëmie en hypofosfatemie (secundair aan nierbeschadiging). Verlaagde waarden serumalbumine, verhoogde serumamylase. Hypercholesterolemie. Blindheid, stoornissen van kleuren zien en van de oogbeweging. Stomatitis. Hypertensie en myocardinfarct, tot enkele jaren na de behandeling, ernstige coronaire hartziekte.
Zeer zelden (< 0,01%): SIADH, vasculaire aandoeningen, waaronder Raynaud-fenomeen. Optische neuritis, papiloedeem, corticale blindheid. Verhoogd serumijzer.
Verder zijn gemeld: teken van Lhermitte, autonome neuropathie, myelopathie van de wervelkolom. Hyperurikemie, dehydratie. Spierspasmen. Cerebrovasculair accident, hemolytisch uremisch syndroom, longembolie. Wazig zicht, stoornissen van het kleuren zien, papiloedeem, retinapigmentatie. Huiduitslag. Acuut nierfalen.
Interacties
Vaccinatie tegen gele koorts is streng gecontra-indiceerd, vanwege risico op fatale systemische vaccinale ziekte. Tot drie maanden na behandeling mag geen vaccinatie met levend virus worden toegepast. Comedicatie met anti–epileptica leidt tot onvoorspelbare spiegels van het anti-epilepticum; het beginnen van een behandeling met fenytoïne als anticonvulsivum tijdens de therapie met cisplatine is streng gecontra–indiceerd. Cisplatine is cumulatief ototoxisch, nefrotoxisch en neurotoxisch; gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die voor deze organen of systemen toxisch zijn, zoals aminoglycosiden, docetaxel of voorafgaand aan infusie met paclitaxel, kan de toxiciteit van cisplatine versterken. Gelijktijdig gebruik met lisdiuretica voor geforceerde diurese alleen toepassen bij doses cisplatine > 60 mg/m² lichaamsoppervlak én een urineproductie van < 1000 ml/24 uur, in verband met versterking van de ototoxiciteit en nefrotoxiciteit van cisplatine. Gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva zoals ciclosporine of met bestraling vergroot de myelotoxiciteit. Combinatie met ifosfamide versterkt de ototoxiciteit van cisplatine en de nefrotoxiciteit van ifosfamide. Vanwege een toename van het serumurinezuurgehalte zal de dosis van allopurinol of colchicine mogelijk aangepast moeten worden. Combinatie met bleomycine en vinblastine kan leiden tot fenomeen van Raynaud. Chelerende stoffen en cisplatine niet gelijktijdig toedienen, omdat hierdoor de werkzaamheid van beide kan verminderen. Bij gelijktijdig gebruik met orale anticoagulantia wordt aanbevolen om regelmatig de INR te controleren. Bij gelijktijdig gebruik met lithium wordt aanbevolen om regelmatig de lithiumspiegel te controleren.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, teratogeen, mutageen en transplacentair carcinogeen gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 6 maanden na de therapie. Cisplatine kan tijdelijke of permanente onvruchtbaarheid veroorzaken. Raad een vruchtbare man daarom voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma. Genetisch advies wordt aanbevolen voor patiënten die na de behandeling een kinderwens hebben.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor platinabevattende substanties. Nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 60 ml/min). Dehydratie. Gehoorbeschadiging. Neuropathie bij eerder gebruik van cisplatine. Beenmergdepressie.
Waarschuwingen
Profylactisch toedienen van een anti-emeticum kan misselijkheid en braken verlichten. Controleer de nierfunctie, leverfunctie, serumelektrolyten (Na, K, Ca, Mg) en het algemeen bloedbeeld vóór, tijdens (wekelijks) en na elke behandeling. Maak vóór het begin van elke behandelcyclus een audiogram. Nefrotoxiciteit kan voorkómen worden door voldoende urineproductie (≥ 100 ml/uur) door hydratie vóór, tijdens en na de behandeling of zonodig geforceerde diurese; vóór en na de behandeling kan ook hydratie in combinatie met een geschikt diureticum toegepast worden. Hyperurikemie en hyperalbuminurie zijn risicofactoren voor cisplatinegeïnduceerde nefrotoxiciteit. Verricht regelmatig neurologisch onderzoek in verband met mogelijke neurotoxiciteit, in het bijzonder bij patiënten met een bestaande perifere neuropathie. Voorzichtig bij acute bacteriële of virale infecties. Op grond van het werkingsmechanisme is carcinogeniciteit mogelijk. Voor behandeling van vruchtbare mannen: zie Zwangerschap.
Overdosering
Eigenschappen
Platina-verbinding, het werkingsmechanisme lijkt op dat van alkylerende stoffen; remt DNA-synthese door de vorming van platinadwarsverbindingen binnenin en tussen DNA-strengen. De eiwit- en RNA-synthese worden in mindere mate geremd.
Kinetische gegevens
Overig | Na i.v. toediening hoge concentraties in lever, nieren, testes, blaas, prostaat, pancreas, milt, spieren en huid. Het dringt slecht door in het CZS. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Eliminatie | vnl. met de urine, 27–43% binnen 5 dagen, tevens via de gal. |
T 1/2el | 32–53 minuten (ongebonden cisplatine) oplopend tot ca. 5 dagen (irreversibel gebonden cisplatine-eiwitcomplexen). |
Geneesmiddelgroep
cisplatine hoort bij de groep platinaverbindingen.