dipyridamol
Samenstelling
Dipyridamol Capsules Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ’Retard’
- Sterkte
- 200 mg
Dipyridamol Dragees Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 25 mg, 75 mg
Persantin Boehringer Ingelheim bv
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ’Retard’
- Sterkte
- 150 mg, 200 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
• Als adjuvans in combinatie met orale anticoagulantia voor de profylaxe van trombo-embolieën bij hartklepvervangende operaties (bij gebruik van synthetische prothesen).
• Secundaire preventie na TIA of een niet-invaliderend herseninfarct, mits intracerebrale bloeding en hemorragisch infarct zijn uitgesloten (in combinatie met acetylsalicylzuur, tenzij dit gecontra-indiceerd is).
Dosering
Bij hartklepvervangende operaties:
capsule met gereguleerde afgifte 200 mg 2×/dag (1 capsule ‘s ochtends en 1 capsule ‘s avonds), in combinatie met anticoagulantia. De capsules met gereguleerde afgifte zijn bij toediening 2×/dag farmacokinetisch equivalent aan dragees in eenzelfde dagdosering 4×/dag.
Secundaire preventie na TIA of herseninfarct:
capsule met gereguleerde afgifte 200 mg 2×/dag (1 capsule ‘s ochtends en 1 capsule ‘s avonds) . De behandeling combineren met acetylsalicylzuur, tenzij hiervoor een contra-indicatie bestaat.
NB: De capsule in zijn geheel innemen met water of een andere drank, bij voorkeur tijdens de maaltijd.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, duizeligheid. Diarree, misselijkheid.
Vaak (1-10%): braken. Angina pectoris. Huiduitslag. Spierpijn. Syncope.
Soms (0,1-1%): hypotensie, opvliegers, tachycardie, verergering van coronaire aandoeningen. Bronchospasmen, laryngospasmen. Overgevoeligheid, anafylactische reacties, urticaria, angio–oedeem. Trombocytopenie. Dipyridamolbevattende galstenen. Toename van de stollingstijd bij operatie.
Verder zijn gemeld: bloedingen, vasodilatatie. Dyspepsie.
Interacties
Versterking van de cardiovasculaire effecten van adenosine met het risico van AV-blok, bradycardie en ventriculaire extrasystolen. De werking van cholinesteraseremmers kan worden verminderd. Het bloeddrukverlagende effect van antihypertensiva kan toenemen. Enzyminducerende middelen, zoals fenytoïne, kunnen de klaring van dipyridamol vergroten.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Contra-indicaties
Waarschuwingen
Aangezien hoge doses (> 200 mg) perifere vasodilatatie kunnen veroorzaken, is voorzichtigheid geboden bij ernstige coronaire vaataandoeningen (bv. instabiele angina pectoris of een recent myocardinfarct), subvalvulaire aorta stenose of hemodynamische instabiliteit (bv. hartfalen). De effectiviteit en veiligheid is bij kinderen < 18 jaar niet aangetoond. Incorporatie van dipyridamol in galstenen is gemeld bij ouderen met een ascenderende cholangitis, die al gedurende een aantal jaren werden behandeld met dipyridamol. Bij toediening van intraveneus dipyridamol (als diagnosticum) de behandeling met orale dipyridamol 24 uur voorafgaand aan de stresstest stoppen. Bij simpele invasieve tandheelkundige ingrepen (extractie van 1–3 tanden of kiezen, operatieve verstandskiesverwijdering, parodontale behandelingen, operatieve wortelkanaalbehandeling, abcesincisie, plaatsen van maximaal 3 implantaten) is staken van dipyridamol niet nodig (ACTA-richtlijn 2013).
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Dipyridamol werkt antitrombotisch. Het verhoogt de cAMP- en cGMP-concentratie in het bloedplaatje en remt zo plaatjesfuncties zoals activatie, adhesie en aggregatie. Door heropnameremming van adenosine geeft het ook vasodilatatie.
Kinetische gegevens
Overig | F = ca. 70%. |
Resorptie | snel en vrijwel volledig. |
T max | dragee 45–75 min, retardcapsule 2–3 uur. |
Eiwitbinding | 92–99%, vnl. aan α1–zuurglycoproteïnen en albumine. |
Overig | Het ondergaat een enterohepatische kringloop. |
Metabolisering | in de lever (glucuronidering). |
Eliminatie | vnl. met de feces (ca. 95%), in de vorm van metabolieten. |
T 1/2el | 2,2–3 uur; een verlengde terminale halfwaardetijd van ca. 15 uur is gemeten. |
Geneesmiddelgroep
dipyridamol hoort bij de groep trombocytenaggregatieremmers, overige.