Etoposide

Publish

Samenstelling

Eposin Pharmachemie bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml

Bevat tevens ethanol (243 mg/ml) en benzylalcohol.

Etoposide Infusievloeistof Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 5 ml, 10 ml, 12,5 ml, 20 ml ’onko-safe’

Bevat tevens ethanol (260 mg/ml) en benzylalcohol.

Toposin Pharmachemie bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
5 ml, 10 ml

Bevat tevens ethanol 241 mg/ml.

Vepesid Bristol-Myers Squibb bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
50 mg, 100 mg

De capsule bevat als hulpstoffen methyl- en propylparahydroxybenzoaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

etoposide vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.

Indicaties

Alleen toedienen in combinatie met andere oncolytica bij: kleincellig anaplastisch bronchuscarcinoom; monoblastenleukemie (AML-M5) of acute myeloblastenleukemie (AML-M4) wanneer inductietherapie heeft gefaald; eerstelijnsbehandeling van testistumoren (i.v. toediening heeft hierbij de voorkeur).

Dosering

In het algemeen is een orale dosering van 100 mg vergelijkbaar met een i.v. dosering van 75 mg; een orale dosering van 400 mg is vergelijkbaar met een i.v. dosering van 200 mg. Er is echter een grote intra–individuele variabiliteit in biologische beschikbaarheid na orale toediening.

Klap alles open Klap alles dicht

Als langzame i.v. infusie: 100–120 mg/m² lichaamsoppervlak/dag in ten minste 30–60 minuten toedienen op 3 tot 5 opeenvolgende dagen, gevolgd door 10 tot 20 dagen zonder toediening van etoposide. In de regel worden 3 tot 4 behandelcycli uitgevoerd. Bij hypotensie de toediening staken en de hypotensie behandelen; bij hervatten van de toediening een verlaagde infusiesnelheid gebruiken.

Oraal: 100 tot 200 mg/m² lichaamsoppervlak/dag gedurende 5 opeenvolgende dagen óf 200 mg/m²/ dag op dag 1, 3 en 5 elke 3 tot 4 weken. Alternatief schema: 50 mg/m²/dag gedurende 2–3 weken gevolgd door 1 week rust. Een dagelijkse dosis van > 200 mg moet verdeeld worden in 2 giften.

Bij neutropenie (neutrofielenaantal < 1,5 × 109/l) of trombocytopenie (trombocytenaantal < 100 × 109/l) de behandeling onderbreken tot normalisatie (meestal na 10 dagen). Vervolgdoseringen aanpassen bij: neutrofielenaantal < 0,5 × 109/l gedurende > 5 dagen of neutropenie met koorts of infectie, óf trombocytenaantal < 100 × 109/l, óf bij een andere toxiciteit graad 3–4.

Nierfunctiestoornis: bij een creatinineklaring van 15–50 ml/min de standaarddosis met 25% verlagen (intraveneus en oraal).

De capsules innemen op de nuchtere maag.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): beenmergdepressie (leukopenie, trombocytopenie, anemie). Anorexie. Vermoeidheid, slaperigheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, obstipatie. Hepatotoxiciteit. Alopecia, pigmentatie. Asthenie, malaise.

Vaak (1-10%): secundaire leukemie (o.a. acute promyelocytische leukemie). Anafylactische reactie (o.a. voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals, tachycardie, bronchospasmen, dyspneu, apneu, verlaagde of verhoogde bloeddruk, koorts, toevallen). Duizeligheid. Myocardinfarct, aritmie. Hypotensie (na snelle i.v. toediening), hypertensie, bloedingen. Diarree, mucositis (waaronder stomatitis en oesofagitis). Urticaria, jeuk, huiduitslag. Flebitis (na bolusinjectie). Verhoogde waarden ASAT, alkalische fosfatase, bilirubine.

Soms (0,1-1%): perifere neuropathie. Cyanose. Broncho- en laryngospasmen, hoesten.

Zelden (0,01-0,1%): convulsies, reversibele corticale blindheid, optische neuritis. Smaakstoornis, slikstoornis. Apneu, interstitiële pneumonitis, longfibrose. Hyperurikemie. Toxische epidermale necrolyse, hand-/voetsyndroom, ’radiation recall’-dermatitis, Stevens-Johnsonsyndroom.

De hulpstoffen in de capsule kunnen (vertraagde) allergische reacties veroorzaken.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van het gele koorts vaccin of andere levende vaccins is gecontra–indiceerd. Bij gelijktijdige behandeling met cisplatine kan de klaring van etoposide afnemen. De spiegels van carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en valproïnezuur kunnen worden verlaagd. Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia de INR extra controleren. Salicylaten (zoals acetylsalicylzuur) en fenylbutazon kunnen etoposide uit de eiwitbinding verdringen. Gelijktijdig gebruik met hoge doses ciclosporine kan de plasmaconcentratie van etoposide aanzienlijk verhogen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren schadelijk gebleken (skeletafwijkingen, exencefaly, encefalokèle, anoftalmie).
Farmacologisch effect: Op grond van de farmacologische werkzaamheid is schadelijkheid bij gebruik tijdens zwangerschap mogelijk zoals ernstige myelosuppressie bij het kind.
Advies: Gebruik ontraden, met name tijdens het eerste trimester.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie. Raad mannen voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat etoposide tot infertiliteit kan leiden.

Sommige preparaten bevatten benzylalcohol: benzylalcohol passeert de placenta en kan daardoor toxisch zijn voor het kind na toediening vlak vóór of tijdens de bevalling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: alopecia, beenmergdepressie, carcinogeen.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Ernstig gestoorde leverfunctie. Ernstige myelosuppressie (die niet veroorzaakt wordt door de indicatie).

Waarschuwingen

Dosisbeperkende beenmergdepressie is de meest voorkomende toxiciteit van etoposide en kan ook na de behandeling nog optreden. Controleer bij aanvang van de behandeling en voor iedere toediening van etoposide: aantal trombocyten, leukocyten, differentiaal en hemoglobine. Secundaire leukemie kan ontstaan, de gemiddelde latentietijd hiervan is 32 maanden. Bestrijdt bacteriële infecties vóór beginnen van de behandeling. Voorzichtig bij patiënten die in aanraking zijn geweest of besmet zijn met herpes zoster. Controleer regelmatig de leverfunctie. Bij een laag serum albuminegehalte neemt de kans op bijwerkingen toe. De preparaten die ethanol als hulpstof bevatten, kunnen in hogere doseringen invloed hebben op de rijvaardigheid en schadelijk zijn bij een voorgeschiedenis van bv. alcoholisme, leverziekten of epilepsie. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Eigenschappen

Semisynthetisch derivaat van podofyllotoxine. De voornaamste werking bestaat waarschijnlijk uit inductie van DNA-’double strand’-breuken door een interactie met DNA-topo-isomerase II of de vorming van vrije radicalen. Hiermee remt etoposide de voortgang in de celcyclus in de pre-mitotische fase (late S– en vroege G2–deel).

Kinetische gegevens

OverigF = 25–80% met grote intra–individuele variatie.
T maxoraal 45 min.
V dca. 3,0 l/m².
OverigPenetratie in CZS: gering.
Eiwitbindingtot 98%.
Metaboliseringtot verschillende metabolieten: de aglyconmetaboliet, die alleen na hoge doses in plasma is aangetoond, is farmacologisch actief.
Eliminatiei.v. na 120 uur: ca. 56% met de urine, waarvan ca. 45% onveranderd en ca. 44% met de feces.
T 1/2eloraal ca. 6 uur, i.v. 6–12 uur, i.v. ca. 3 uur bij kinderen.