ibandroninezuur
Samenstelling
Bondronat (als Na-zout-1-water) Roche Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Bonviva (als Na-zout-1-water) Roche Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 150 mg
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 3 ml
Ibandroninezuur injectievloeistof en tabletten (als Na-zout-1-water) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 150 mg
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 3 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Kies voor de behandeling van (postmenopauzale) osteoporose in eerste instantie uit de bisfosfonaten alendroninezuur en risedroninezuur in combinatie met vitamine D3 en, afhankelijk van de dagelijkse inname van de patiënt, calcium. Bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie zijn zoledroninezuur of denosumab alternatieven, en ibandroninezuur of raloxifeen wanneer hiermee niet wordt uitgekomen. Kies voor teriparatide bij het bestaan van een contra-indicatie of intolerantie voor bovengenoemde middelen, of bij het optreden van een derde fractuur tijdens de behandeling. Strontium geldt als laatste mogelijkheid, wanneer overige therapieën geen optie zijn en als het risico van cardiovasculaire aandoeningen niet vergroot is.
Indicaties
- Behandeling van postmenopauzale osteoporose bij vrouwen die meer kans lopen op (vertebrale) fracturen.
- Preventie van voorvallen van het skelet (pathologische fracturen, botcomplicaties die radiotherapie of operatief ingrijpen vereisen) bij borstkanker en botmetastasen.
Dosering
Postmenopauzale osteoporose:
Volwassenen:
Oraal: 1 tablet van 150 mg 1×/maand, bij voorkeur elke maand op dezelfde datum.
I.v.-injectie (in 15–30 s): 3 mg elke 3 maanden. Bij vergeten van een dosis, de injectie zodra het kan alsnog toedienen. Vervolgens de injecties elke 3 maanden na de datum van de laatste injectie toedienen.
Preventie voorvallen van het skelet bij borstkanker en botmetastasen:
Volwassenen:
Oraal: 50 mg 1×/dag.
Bij matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 30 en < 50 ml/min): 50 mg om de dag; bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min): 50 mg 1×/week.
Tabletten 150 mg: Bij het vergeten van een dosis deze alsnog innemen de ochtend nadat de vergeten dosis werd herinnerd, tenzij de periode tot de volgende geplande dosis ≤ 7 dagen is. Er mogen geen 2 tabletten in dezelfde week worden ingenomen. De volgende maandelijkse dosis op de oorspronkelijk geplande datum innemen.
De tabletten heel innemen met een glas ’zacht’ of gebotteld mineraalarm water na een nacht vasten (> 6 uur) en minimaal 1 uur voor het eerste eten of drinken of de eerste geneesmiddelen van die dag, in zittende of staande houding. Na inname mag de patiënt gedurende 60 minuten niet liggen.
Bijwerkingen
Oraal: Vaak (1-10%): hypocalciëmie. Hoofdpijn. Misselijkheid, dyspepsie, gastritis, gastro-oesofageale refluxziekte, oesofagitis, buikpijn, diarree. Huiduitslag. Gewrichtspijn, spierpijn, spierkramp, stijfheid van skeletspieren. Asthenie. Griepachtige verschijnselen (m.n. bij de eerste dosis), waaronder koorts, rillingen en verminderde eetlust.
Soms (0,1-1%): anemie. Astma, exacerbatie. Duizeligheid, paresthesie, dysgeusie. Droge mond, braken, dysfagie, slokdarmulceraties of -stricturen, duodenale zweer, maag-darmbloeding, flatulentie. Jeuk. Rugpijn. Azotemie. Borstkaspijn, malaise, vermoeidheid. Stijging parathyroïd hormoon in bloed.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties, angio-oedeem, gezichtsoedeem, urticaria. Oogontstekingen zoals uveïtis en (epi)scleritis. Duodenitis. Atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen na minimaal of geen trauma, met name bij langdurige behandeling met bisfosfonaten.
Zeer zelden (< 0,01%): bronchospasme. Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, bulleuze dermatitis. Osteonecrose van de kaak.
Intraveneus: Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, dyspepsie, gastritis, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Gewrichtspijn, spierpijn, rugpijn. Vermoeidheid, griepachtige verschijnselen (m.n. bij de eerste dosis), waaronder koorts, rillingen en verminderde eetlust.
Soms (0,1-1%): astma exacerbatie. (Trombo)flebitis. Botpijn. Reacties op de injectieplaats, asthenie.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties, angio-oedeem, gezichtsoedeem, urticaria. Oogontstekingen zoals uveïtis en (epi)scleritis. Atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen na minimaal of geen trauma zijn gemeld, met name bij langdurige behandeling met bisfosfonaten.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock waaronder fatale gevallen. Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, bulleuze dermatitis. Osteonecrose van de kaak, osteonecrose van de uitwendige gehoorgang.
Interacties
Gelijktijdige inname van (genees)middelen die meerwaardige kationen bevatten (bv. calcium, magnesium, ijzer en aluminium) verstoren de resorptie na orale toediening. Wees voorzichtig bij combinatie met aminoglycosiden, omdat beide middelen de serumcalciumspiegel gedurende langere tijd kunnen verlagen; tevens rekening houden met gelijktijdige hypomagnesiëmie. Wees voorzichtig met gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen die irritatie van het maag-darmkanaal geven zoals NSAID’s.
Zwangerschap
Bisfosfonaten passeren de placenta (bij dieren).
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (o.a. vermindering vruchtbaarheid).
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij dieren is overgang van lage hoeveelheden in de moedermelk aangetoond.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- hypocalciëmie.
Bij orale toediening:
- afwijkingen van de slokdarm die de lediging van de slokdarm vertragen zoals vernauwing of achalasie;
- onvermogen om rechtop te staan of te zitten gedurende minimaal 60 minuten.
Waarschuwingen
Tijdens behandeling is adequate inname van vitamine D en calcium aangewezen. Hypocalciëmie en andere stoornissen van het bot- en mineraalmetabolisme behandelen, vóór toepassing.
Wees voorzichtig bij bekende overgevoeligheid voor andere bisfosfonaten. Wees vanwege de mogelijk irriterende werking op de mucosa van het bovenste deel van het maag-darmkanaal voorzichtig bij Barrett-slokdarm en actieve stoornissen zoals dysfagie, oesofageale aandoeningen, gastritis, duodenitis of ulcera. De patiënt instrueren om bij klachten van slokdarmirritatie zoals dysfagie, pijn bij slikken, retrosternale pijn of zuurbranden (nieuw of verergerd), tijdig medische hulp te zoeken.
Osteonecrose van de kaak is gemeld bij gebruik van ibandroninezuur. Overweeg de volgende risicofactoren ter beoordeling van de kans op osteonecrose van de kaak bij een patiënt:
- potentie van het middel, toedieningsweg (meer kans bij parenterale toediening), cumulatieve dosis van botresorptietherapie;
- kanker, comorbiditeiten (bv. anemie, stollingsstoornis, infectie), roken;
- gelijktijdige behandelingen: corticosteroïden, chemotherapie, angiogeneseremmers, radiotherapie van hoofd en hals;
- voorgeschiedenis van tandaandoeningen, slechte mondhygiëne, periodontale aandoening, slecht passend kunstgebit, invasieve tandheelkundige ingrepen (bv. tandextractie).
Voorafgaand aan de behandeling wordt een tandheelkundig onderzoek met passende preventieve tandheelkundige behandeling aanbevolen bij patiënten met bijkomende risicofactoren. Behandeling dient te worden uitgesteld bij niet-genezen open beschadigingen van zachte weefsels in de mond, met uitzondering van medische noodsituaties. Tijdens behandeling zijn optimale mondhygiëne en regelmatige tandartscontrole aangewezen. Invasieve tandheelkundige procedures alleen na zorgvuldige overweging uitvoeren en niet kort voor of na het toedienen van ibandroninezuur. Laat de patiënt direct contact opnemen indien problemen met mond of gebit optreden, zoals loszittende tanden, pijn of zwelling, niet-genezende zweren of pusafscheiding. Bij optreden van osteonecrose van de kaak met deskundigen een behandelplan opstellen; overweeg hierbij een tijdelijke onderbreking van de behandeling met ibandroninezuur.
Osteonecrose van de uitwendige gehoorgang is gemeld bij gebruik van bisfosfonaten, vooral bij langdurige behandeling. Mogelijke risicofactoren zijn o.a. gebruik van corticosteroïden, chemotherapie en/of lokale infectie of trauma. Overweeg de mogelijkheid van osteonecrose van de uitwendige gehoorgang bij oorsymptomen zoals chronische oorinfecties.
Bij behandeling met bisfosfonaten zijn atypische subtrochantaire en femurschachtfracturen gemeld na minimaal of geen trauma, met name bij langdurige behandeling wegens osteoporose. Pijn in de dij, lies of heup kan optreden samen met kenmerken van stressfractuur bij beeldvormend onderzoek, soms weken tot maanden vóór het optreden van een volledige femorale fractuur. Bij optreden van een proximale femurfractuur de contralaterale femur onderzoeken, omdat de fracturen in veel gevallen bilateraal optreden. Slechte genezing van dergelijke fracturen is gemeld.
De optimale duur van de behandeling van osteoporose is niet vastgesteld; met name na 5 jaar gebruik of langer de behandeling heroverwegen.
Vanwege weinig klinische ervaring wordt gebruik van de tablet 150 mg en de injectievloeistof bij ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 30 ml/min) afgeraden. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een ibandroninezuur-vergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bisfosfonaat. Heeft een remmend effect op de botresorptie door chemische adsorptie aan hydroxyapatietkristallen en/of rechtstreeks effect op de osteoclasten.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel. |
F | oraal ca. 0,6% en neemt met ca. 90% af bij een gelijktijdige inname van een standaard ontbijt. |
T max | ½–2 uur (oraal). |
V d | ten minste 1,3 l/kg. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | 40–50% wordt uit de circulatie verwijderd via botresorptie en het overige wordt onveranderd uitgescheiden met de urine. Het niet-geresorbeerde deel wordt onveranderd met de feces uitgescheiden. |
T 1/2el | 10–72 uur. |
Geneesmiddelgroep
ibandroninezuur hoort bij de groep bifosfonaten.