ibuprofen (neonataal)
Samenstelling
Pedea Orphan Europe SARL
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
ibuprofen (neonataal) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Gezien de toepassing van ibuprofen intraveneus zal het gebruik beperkt blijven tot de kliniek.
Indicaties
Behandeling van een hemodynamisch significante patente ductus arteriosus in preterm pasgeboren baby’s van minder dan 34 weken zwangerschapsduur.
Dosering
Uitsluitend voor intraveneus gebruik. Behandeling met ibuprofen alleen toepassen op een afdeling neonatologie.
Inductie van de sluiting van een patente ductus arteriosus:
Prematuren geboren na een zwangerschapsduur < 34 weken:
Drie intraveneuze doses met tussenpozen van 24 uur toedienen, de 1e injectie na de eerste 6 levensuren geven. 1e injectie: 10 mg/kg lichaamsgewicht; 2e en 3e injectie 5 mg/kg lichaamsgewicht. Wanneer de ductus arteriosus 48 uur na de laatste injectie niet gesloten is of opnieuw opent kan een tweede kuur op dezelfde wijze worden toegediend.
Ibuprofen bji voorkeur onverdund toedienen als een 15 minuten durende infusie, zo nodig het injectievolume aanpassen.
Wanneer na de tweede kuur de conditie onveranderd is kan een operatieve ingreep noodzakelijk zijn.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): neutropenie, trombocytopenie, verhoogd serumcreatinine, verlaagd natriumgehalte. Bronchopulmonaire dysplasie.
Vaak (1-10%): intraventriculaire hemorragie, periventriculaire leukomalacie. Pulmonale hemorragie. Necrotiserende enterocolitis, intestinale perforatie. Oligurie, vochtretentie, hematurie.
Soms (0,1-1%): hypoxemie. Maag-darmhemorragie. Acuut nierfalen.
Verder is gemeld: pulmonale hypertensie.
Interacties
Ibuprofen kan het effect van diuretica verminderen; gelijktijdig gebruik van diuretica kan het nefrotoxisch effect van ibuprofen vergroten bij gedehydreerde patiëntjes. Gelijktijdig gebruik van aminoglycosiden vermeerdert de kans op nefrotoxiciteit én ototoxiciteit. Omdat ibuprofen de klaring van aminoglycosiden kan doen afnemen is strikte vervolging van serumspiegels ervan aanbevolen.
Ibuprofen kan het effect van anticoagulantia versterken en de kans op bloedingen doen toenemen. Gelijktijdig gebruik van corticosteroïden doet de kans op maag-darmbloeding toenemen. Door gebruik van stikstofoxide neemt de kans op bloeding toe.
Zwangerschap
Advies: Ibuprofen neonataal is niet bedoeld voor gebruik door zwangere vrouwen.
Lactatie
Advies: Ibuprofen neonataal is niet bedoeld voor gebruik tijdens lactatie.
Contra-indicaties
- Levensbedreigende infectie;
- Actieve bloeding, met name intracraniële of gastro-intestinale hemorragie;
- Trombocytopenie of stollingsstoornis;
- Ernstige nierinsufficiëntie;
- Congenitale hartziekte waarbij de ductus arteriosus open moet blijven voor een bevredigende long- of systemische bloeddoorstroming (bv. ernstige tetralogie van Fallot, ernstige coarctatie van de aorta);
- Bekende of vermoede necrotiserende enterocolitis.
Waarschuwingen
Bij geen enkele zwangerschapsduur profylactisch gebruiken. Niet gebruiken bij baby’s met duidelijk verhoogde bilirubineconcentratie. Bij gebruik bij prematuren na een zwangerschap van minder dan 27 weken, bleek de effectiviteit beperkt (sluitingssnelheid van de ductus arteriosus laag (33–50%)) bij de aanbevolen dosering.
Alvorens ibuprofen toe te dienen, adequaat echocardiografisch onderzoek uitvoeren ter bevestiging van een hemodynamisch significante open ductus arteriosus en ter uitsluiting van pulmonale hypertensie en een ductaal-afhankelijke hartziekte.
Vanwege mogelijke remming van de bloedplaatjesaggregatie door ibuprofen, de pasgeborene observeren op tekenen van bloeding.
Als hypoxemie optreedt, de pulmonale arteriële druk nauwlettend volgen.
Wanneer oligurie optreedt met een volgende toediening wachten tot de urineproductie is teruggekeerd tot een normaal niveau.
Ibuprofen kan de tekenen van infectie maskeren.
Overdosering
Symptomen
Na orale toediening: hypotensie, bradycardie, apneu. CZS-depressie, CVA, coma. Metabole acidose, abnormale nierfunctie en nierfalen van voorbijgaande aard, hematurie. Maag-darmstoornissen.
Therapie
Conventioneel behandelen.
Eigenschappen
NSAID. Veroorzaakt sluiting van een open ductus arteriosus, waarschijnlijk door remming van de prostaglandinesynthese.
Kinetische gegevens
Eiwitbinding | 95% |
Eliminatie | trager dan bij oudere kinderen en volwassenen. |
T 1/2el | ca. 30 uur (16–43). |
Geneesmiddelgroep
ibuprofen (neonataal) hoort bij de groep cardiaca, overige.