mianserine
Samenstelling
Mianserine Tabletten (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg, 30 mg
Tolvon (hydrochloride) Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 30 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Kies bij de behandeling van een depressieve episode een antidepressivum op basis van comorbiditeit, bijwerkingen, interacties, ervaring en prijs. Bij eerstelijnszorg wordt een tricyclisch antidepressivum (TCA) of selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI) aanbevolen. Voor de SSRI’s is er lichte voorkeur vanwege een iets gunstiger bijwerkingenprofiel.
Start in tweedelijnszorg eventueel met een TCA, een SSRI, niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI), mirtazapine of bupropion. Bij klinisch opgenomen patiënten heeft een TCA de voorkeur.
Indicaties
Depressie, vooral die met vitale kenmerken.
Dosering
Begindosering 30–40 mg per dag, zo nodig verhogen;
gebruikelijke onderhoudsdosering 30–90 mg; meestal is 60 mg per dag voldoende. De dagdosis kan over de dag verdeeld worden gegeven of als eenmalige dosis (max. 60 mg) voor het slapen gaan.
Ouderen:
begindosering max. 30 mg per dag en geleidelijk onder nauwkeurige controle verhogen;
de onderhoudsdosering kan lager zijn dan die gebruikelijk is voor volwassenen.
De tabletten zonder kauwen innemen.
Bijwerkingen
Vaak (> 1%): sedatie als sufheid en slaperigheid, vooral in het begin, gewichtstoename, stijging van leverenzymwaarden, oedeem.
Soms (0,1-1%): (orthostatische) hypotensie, intrahepatische cholestase, exantheem, artralgie/artritis.
Zelden (< 0,1%): SIADH, manie, agressiviteit, verergering van wanen, convulsies, tremor, myoclonus, rusteloze benen, neuroleptisch maligne syndroom (voorheen neurolepticasyndroom), expressieve afasie, bradycardie na eerste dosering, transpiratie, gynaecomastie. Een potentieel gevaarlijke bijwerking is beenmergdepressie (waargenomen bij 1 op 10.000–100.000 patiënten), die meestal reversibel is en waarvan de verschijnselen doorgaans 4–6 weken na begin van de behandeling en vooral bij ouderen optreden (fataal verloop door agranulocytose en aplastische anemie is gemeld).
Verder zijn gemeld: suïcidale gedachten en suïcidaal gedrag, geelzucht, hepatitis, abnormale leverfunctie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met MAO-remmers is gecontra–indiceerd; niet gebruiken tijdens of binnen twee weken na behandeling met deze stoffen. Ook het gebruik van een MAO-remmer binnen 2 weken na behandeling met mianserine wordt ontraden. De werking van alcohol en andere centraal dempende stoffen kan worden versterkt. Enzyminducerende stoffen als fenytoïne, carbamazepine, orale anticonceptiva en barbituraten versnellen het metabolisme van mianserine; cimetidine remt dit.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Contra-indicaties
Waarschuwingen
Bij diabetes mellitus kan een lichte verstoring van de glucosetolerantie optreden. Terughoudendheid is geboden bij epilepsie, psychotische ziektebeelden, hartaandoeningen en bij lage bloeddruk. De toediening moet worden gestaakt, indien geelzucht of convulsies optreden. Infectieverschijnselen (koorts, keelpijn of stomatitis) geven aanleiding het bloedbeeld te controleren in verband met mogelijke beenmergdepressie. Bij lever-, nier- of hartafwijkingen is zorgvuldige controle nodig. Bij suïcidaal gedrag of suïcidale gedachten in de voorgeschiedenis, evenals bij patiënten jonger dan 25 jaar, is goede vervolging aangewezen vanwege toegenomen risico van suïcidaal gedrag. Tevens dient deze patiënt niet over grote hoeveelheden antidepressiva te kunnen beschikken. Niet gebruiken bij kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar vanwege een toegenomen risico van suïcidaal gedrag en vijandigheid, terwijl de werkzaamheid niet voldoende is vastgesteld en er onvoldoende gegevens zijn over het effect op groei en op de seksuele, cognitieve en emotionele ontwikkeling.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Symptomen
slaperigheid, hypotensie, hypertensie, sinustachycardie, bradycardie, braken, duizeligheid en ataxie. Pupilvernauwing of -verwijding en coma worden zelden gezien.
Eigenschappen
Niet-tricyclisch antidepressivum met sterk antihistaminerge (H1) en hypnosedatieve, maar nagenoeg geen anticholinerge werking. Mianserine remt de heropname van noradrenaline zwak en stimuleert door blokkade van presynaptische α2-adrenerge receptoren sterk de afgifte van noradrenaline. Ook zijn in het centrale zenuwstelsel interacties met serotoninereceptoren gevonden. Werking: na 1–3 weken merkbaar.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
Overig | F = 20% door first-pass-effect. |
T max | 1–3 uur. |
Eiwitbinding | 96%. |
Metabolisering | in de lever tot o.a. 2 actieve metabolieten, deels via CYP2D6. |
Eliminatie | met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | 21–61 uur. |
Geneesmiddelgroep
mianserine hoort bij de groep tetracyclische antidepressiva.