ranitidine
Samenstelling
Ranitidine Tabletten (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Bruistablet
- Sterkte
- 150 mg, 300 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 150 mg, 300 mg
Ranitidine Tabletten 75 mg (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 75 mg
Zantac (als hydrochloride) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 15 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 300 ml
Conserveermiddel: propyl- en butylhydroxybenzoaat. Bevat verder: sorbitol 100 mg/ml, 7,5% ethanol.
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 150 mg, 300 mg
Zantac tabletten 75 mg (als hydrochloride) Omega Pharma Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 75 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van eerste-episode maagklachten, functionele maagklachten en gastro-oesofageale refluxziekte bestaat uit het geleidelijk verhogen van de mate van zuurremming met achtereenvolgens een antacidum, een H2-receptorantagonist en een protonpompremmer. Bij voldoende effect wordt de medicatie geleidelijk gestopt. Bij een antacidum gaat de voorkeur uit naar een combinatie van algeldraat met magnesiumhydroxide (werkt sneller en langer), bij een H2-receptorantagonist naar ranitidine en bij een protonpompremmer naar omeprazol; dit in verband met de bredere toepasbaarheid en de prijs.
Indicaties
Volwassenen: ulcus duodeni, benigne ulcus ventriculi. Zollinger-Ellisonsyndroom. Reflux-oesofagitis. Peptische ulcera door gebruik van NSAID’s. Symptomatische behandeling van zure oprispingen en zuurbranden ten gevolge van hyperaciditeit. Preventie van recidiverende ulcera. Kinderen: van 6 maanden (injectie) of 3 jaar (drank/tablet) tot 18 jaar: kortdurende behandeling van ulcus pepticum. Behandeling van gastro-oesofageale reflux, inclusief reflux-oesofagitis.
Dosering
Ulcus pepticum:
Volwassenen en kinderen ≥12 jaar:
Oraal: 300 mg voor het slapen gaan òf 150 mg bij het ontbijt en 150 mg voor het slapen gaan, gedurende 4(–8) weken. Ter preventie van een recidief: 150 mg voor het slapen gaan; bij rokers overwegen 300 mg per dag te geven.
Parenteraal: i.m. 50 mg iedere 6–8 uur òf i.v. injectie (langzaam in 2 min): 50 mg, verdund tot 20 ml, iedere 6–8 uur òf i.v. als infuus: 25 mg/uur gedurende 2 uur, iedere 6–8 uur òf langzame i.v.-injectie (2 min) van 50 mg, verdund tot 20 ml, gevolgd door een continue infusie van 0,125–0,250 mg/kg per uur.
Kinderen 6 maanden (injectie) of 3 jaar (drank/tablet) tot 11 jaar:
Oraal: Kinderen 3–11 jaar: 4–8 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2 doses; max. 300 mg/dag gedurende 4–8 weken.
Parenteraal: Kinderen 0,5–11 jaar: 2–2,5 mg/kg lichaamsgewicht, max. 50 mg, als langzame i.v. injectie ( in 10 min) of met een injectiepomp. Onderhoudsdosering om de pH > 4,0 te houden is 1,5 mg/kg als intermitterende infusie elke 6-8 uur. Alternatief: oplaaddosering 0.45 mg/kg, gevolgd door 0.15 mg/kg/uur als continue infusie.
Zollinger-Ellisonsyndroom:
Volwassenen:
Oraal: begindosering 150 mg driemaal per dag, zo nodig verhogen tot 600–900 mg per dag.
Parenteraal: i.m. 50 mg iedere 6–8 uur òf i.v. injectie (langzaam in 2 min): 50 mg, verdund tot 20 ml, iedere 6–8 uur òf i.v. als infuus: 25 mg/uur gedurende 2 uur, iedere 6–8 uur òf langzame i.v. injectie (2 min) van 50 mg, verdund tot 20 ml, gevolgd door een continue infusie van 0,125–0,250 mg/kg per uur.
Reflux-oesofagitis:
Volwassenen en kinderen ≥12 jaar:
150 mg ’s morgens en 150 mg voor het slapen gaan òf 300 mg ’s avonds, gedurende minimaal 8 weken; bij onvoldoende reactie tot 600 mg per dag gedurende max. 8 weken.
Onderhoudsdosering 150 mg ’s morgens en ’s avonds.
Parenteraal: i.m. 50 mg iedere 6–8 uur òf i.v. injectie (langzaam in 2 min): 50 mg, verdund tot 20 ml, iedere 6–8 uur òf i.v. als infuus: 25 mg/uur gedurende 2 uur, iedere 6–8 uur òf langzame i.v. injectie (2 min) van 50 mg, verdund tot 20 ml, gevolgd door een continue infusie van 0,125–0,250 mg/kg per uur. I.v. behandeling is alleen geïndiceerd als orale behandeling niet mogelijk is.
Kinderen 3–11 jaar:
Oraal: 5–10 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2 doses; max. 600 mg/dag (bij oudere of zwaardere kinderen of bij ernstige symptomen)..
Peptische ulcera door NSAID-gebruik:
Volwassenen:
Oraal: 150 mg tweemaal per dag gedurende max. 12 weken.
Zuurbranden:
Volwassenen en adolescenten > 16 jaar:
Oraal: 75 mg per keer ter verlichting van de klachten; max. 4×/dag 75 mg gedurende max. 2 weken.
Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 50 ml/min):
Volwassenen:
Oraal: 150 mg per dag ’s avonds.
Parenteraal: de helft van de gebruikelijke dosering.
Het is niet noodzakelijk ranitidine tijdens de maaltijd in te nemen. De bruistabletten 150 mg en 300 mg in minstens 75 ml respectievelijk 150 ml water volledig oplossen.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): abdominale pijn, obstipatie, misselijkheid. Vermoeidheid.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (zoals urticaria, angioneurotisch oedeem, koorts, bronchospasmen, larynxspasmen, hypotensie, pijn op de borst, eosinofilie). Huiduitslag, jeuk. Verandering van leverfuncties, verhoogde waarden plasmacreatinine.
Zeer zelden (< 0,01%): hoofdpijn, duizeligheid, reversibele onwillekeurige bewegingsstoornissen. Anafylactische shock, reversibele trombocytopenie en leukopenie, pancytopenie (soms met beenmerghypoplasie en -aplasie), agranulocytose. Visusstoornissen, accommodatiestoornissen. Bradycardie, AV-blok, tachycardie en asystolie (bij injectie). Vasculitis. Acute pancreatitis, diarree, hepatitis (hepatocellulair, cholestatisch of gemengd), gewoonlijk reversibel met of zonder geelzucht. Erythema multiforme, alopecia, artralgie, myalgie. Acute interstitiële nefritis, reversibele erectiestoornis, gynaecomastie, galactorroe. Vooral bij ernstig zieken en ouderen: reversibele geestelijke verwardheid, agitatie, depressie en hallucinaties.
Verder is gemeld: dyspneu.
Interacties
Doordat H2-receptorantagonisten de pH in de maag verhogen, kan de resorptie van andere geneesmiddelen toenemen (bv. midazolam) of afnemen (bv. ketoconazol, atazanavir). Ranitidine twee uur voor antacida of hoge doses (> 2 g) sucralfaat innemen. Verandering in protrombinetijd is gemeld bij vitamine k antagonisten.
Zwangerschap
Ranitidine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Wees voorzichtig bij gebruik van de alcoholhoudende drank.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Wees voorzichtig bij gebruik van de alcoholhoudende drank
Contra-indicaties
Acute intermitterende porfyrie in de anamnese. Bekende overgevoeligheid voor H2-receptorantagonisten.
Waarschuwingen
Ranitidine kan de symptomen van een maligniteit maskeren. Bij goedaardige ulcera ventriculi de Helicobacter pylori-status vaststellen en zo nodig een eradicatietherapie instellen. Toediening van hogere dan de aanbevolen doses gedurende meer dan vijf dagen kan stijging van leverenzymwaarden veroorzaken. Zo nodig kunnen de bloedspiegels worden verlaagd door hemodialyse. Regelmatige controle, bij voorkeur endoscopisch of röntgenologisch, is noodzakelijk bij peptische ulcera met gelijktijdig gebruik van een NSAID. Wees voorzichtig bij ernstige nierfunctiestoornis en bij gebruik van de alcoholhoudende drank bij hoogrisicopatiënten (alcholisme, leveraandoeningen, epilepsie, hersenbeschadiging of hersenaandoening). Patiënten met nier- of leverfunctiestoornis, patiënten die geneesmiddelen gebruiken en patiënten vanaf middelbare leeftijd met nieuwe of veranderende dyspeptische symptomen of met onbedoeld gewichtsverlies samenhangend met dyspeptische symptomen dienen een arts te raadplegen voorafgaand aan gebruik als zelfmedicatie. Met name bij longziekte, diabetes mellitus, hartfalen en immunodeficiëntie neemt de kans op community-acquired pneumonie toe. De veiligheid en effectiviteit bij pasgeborenen is niet vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
Volwassenen: slaperigheid en misselijkheid. Kinderen: braken, prikkelbaarheid en slapeloosheid.
Eigenschappen
H2-receptorantagonist, die zowel de basale als de gestimuleerde maagzuursecretie remt door zowel het volume van de maagzuursecretie als de waterstof-en pepsineconcentratie ervan te verminderen. Werkingsduur: ten minste 12 uur bij hyperaciditeit.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel. |
F | oraal ca. 50%, groter bij ouderen. |
T max | oraal 1–3 uur. |
V d | 1,4–2,0 l/kg (volwassenen); 2,3–2,5 l/kg (kinderen). |
Metabolisering | gering tot matig. |
Eliminatie | via de nieren: oraal 70%, i.v. 93%; via de lever: oraal 26%, i.v. 5%. |
T 1/2el | 2–3 uur (volwassenen), 3–4 uur (ouderen); 1,7–2,2 uur (kinderen). |
Geneesmiddelgroep
ranitidine hoort bij de groep H2-antagonisten.