Sofosbuvir

Publish

Samenstelling

Sovaldi Gilead Sciences bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
400 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

sofosbuvir vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij de behandeling van chronische hepatitis C heeft een interferonvrije combinatie van direct werkende antivirale middelen (DAA’s) de voorkeur door het ontbreken van interferon gerelateerde bijwerkingen. Daclatasvir in combinatie met sofosbuvir (al of niet met toevoeging van ribavirine) kan worden toegepast bij chronische hepatitis C genotype 1, genotype 3 of genotype 4. Voor de andere genotypen heeft sofosbuvir met ribavirine de voorkeur boven de behandeling op basis van gepegyleerd interferon α-2a of α-2b en ribavirine. Op basis van extrapolatie van bovengenoemde evidentie kan worden aangenomen dat sofosbuvir ook ingezet kan worden bij eerder behandelde patiënten met HCV, pre- en postlevertransplantatie behandeling en bij HCV-patiënten met co-infecties. Zie verder bv. rubriek 4 (therapie-naïeve patiënten), rubriek 5 (eerder behandelde patiënten) en rubriek 8 (gedecompenseerde cirrose) in de richtlijn Hepatitis C (pdf, 2MB, apr 2017).

Indicaties

  • In combinatie met andere geneesmiddelen (bv. ribavirine en/of peginterferon α) voor de behandeling van chronische hepatitis C (CHC) bij volwassenen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Behandeling van chronische hepatitis C :

Volwassenen:

In combinatie met andere geneesmiddelen: 400 mg 1×/dag. Een verlaging van de dosis wordt niet aanbevolen.

De behandelduur voor de therapie met sofosbuvir + ribavirine is: 12 weken (CHC genotype 2), 24 weken (CHC genotype 3, en bij genotype 1, 4, 5 of 6, dit regime alleen gebruiken bij patiënten die niet in aanmerking komen of intolerant zijn voor peginterferon α) of tot aan een levertransplantatie (bij patiënten met CHC die wachten op een levertransplantatie).

De behandelduur voor de therapie met sofosbuvir + ribavirine + peginterferon α is: 12 weken (CHC genotype 1, 3, 4, 5 of 6).

In alle bovenstaande gevallen waar de behandelduur 12 weken is kan de behandeling na 12 weken eventueel verlengd worden tot maximaal 24 weken, vooral bij aanwezigheid van 1 of meer risicofactoren voor een lagere respons op interferon-gebaseerde behandelingen (bv. gevorderde fibrose of cirrose, hoge virusconcentratie bij aanvang, zwart ras, eerdere afwezigheid van respons op ribavirine + peginterferon α, genotype IL28B non-CC).

Voor de combinatie van sofosbuvir + daclatasvir, zie daclatasvir#doseringen.

Als tijdens de therapie deze geneesmiddelen definitief moeten worden gestaakt, moet óók sofosbuvir worden gestaakt:

Daarnaast staat hierin de doseringsinformatie (incl. doseringsaanpassingen) van de andere geneesmiddelen.

Co-infectie met HIV: De hier beschreven aanbevolen doseringen gelden ook voor patiënten met een co-infectie van HIV.

Indien binnen 2 uur na inname van de tablet wordt gebraakt, een extra tablet innemen. Indien > 2 uur zijn verstreken, dan is géén extra dosis nodig.

Bij vergeten van een dosis de tablet alsnog zo snel mogelijk innemen indien dit binnen 18 uur na het gebruikelijke tijdstip van innemen wordt bemerkt. Indien > 18 uren zijn verstreken de gemiste dosis niet meer inhalen.

De tablet heel innemen met voedsel.

Bijwerkingen

In combinatie met daclatasvir zijn gevallen van ernstige bradycardie en hartblok waargenomen bij gebruik van amiodaron en/of andere geneesmiddelen die de hartslag verlagen, zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

In combinatie met ribavirine: zeer vaak (> 10%): vermoeidheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid, hoofdpijn. Misselijkheid. Verhoogd bilirubine in bloed. Verlaagd hemoglobine.

Vaak (1–10%): concentratiestoornis. Depressie. Dyspepsie, obstipatie. (Inspannings)dyspneu, hoesten. Spierpijn, artralgie, rugpijn, spierspasmen. Koorts, asthenie. Nasofaryngitis. Droge huid, jeuk, alopecia. Anemie.

In combinatie met ribavirine + peginterferon α: zeer vaak (> 10%): koorts, koude rillingen, influenza-achtig beeld, vermoeidheid, prikkelbaarheid. Duizeligheid, hoofdpijn. Slapeloosheid. Verminderde eetlust. Misselijkheid, braken, diarree. Dyspneu, hoesten. Myalgie, artralgie. Huiduitslag, jeuk. Verhoogd bilirubine in het bloed. Anemie, neutropenie, verkleining lymfocyten- en trombocytenaantal.

Vaak (1–10%): concentratiestoornis, geheugenstoornis, migraine. Depressie, angst, agitatie. Pijn op de borst, asthenie. Inspanningsdyspneu. Wazig zien. Gewichtsverlies. Droge mond, gastro-oesofageale reflux, obstipatie. Droge huid, alopecia. Rugpijn, spierspasmen.

Meer details:

Interacties

Combinatie met amiodaron wordt ontraden wanneer de behandeling van chronische hepatitis C bestaat uit een combinatie van sofosbuvir + daclatasvir, vanwege het optreden van ernstige bradycardie en AV-blokkade (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).

Sofosbuvir is een substraat voor Pgp en BCRP. Vanwege een verminderd therapeutisch effect daarom niet gelijktijdig toedienen met krachtige inductoren van Pgp of BCRP zoals rifampicine, rifabutine, carbamazepine, oxcarbazepine, fenytoïne, fenobarbital en sint-janskruid. Het effect van sint-janskruid kan nog tot ten minste twee weken na het staken van het gebruik ervan aanhouden. Ook de combinatie met modafinil wordt niet aanbevolen.

Sofosbuvir kan wél gelijktijdig worden toegediend met middelen die Pgp of BCRP remmen en met diverse antivirale geneesmiddelen tegen HIV (efavirenz, emtricitabine, tenofovir, rilpivirine, darunavir + ritonavir en raltegravir).

Er zijn geen gegevens beschikbaar over de combinatie met boceprevir; de combinatie wordt niet aanbevolen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Sofosbuvir wordt echter gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen (ribavirine en/of peginterferon α).
Advies: In combinatie met ribavirine: het gebruik van ribavirine is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap in verband met significante teratogene en embryocide effecten. In combinatie met (alleen) peginterferon α wordt het gebruik ontraden.
Overig: In combinatie met ribavirine zijn strikte anticonceptieve maatregelen van toepassing, ook gedurende een periode na de beëindiging van de behandeling.

Meer details:

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met ribavirine of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd. In combinatie met (alleen) peginterferon α wordt het geven van borstvoeding ontraden. Borstvoeding door vrouwen met een co-infectie met HIV wordt ontraden om het overdragen van HIV te voorkomen.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties.

Waarschuwingen

De klinische onderzoeken met sofosbuvir zijn vooral uitgevoerd in combinatie met ribavirine of met ribavirine + peginterferon α. Dit zijn dan ook vooralsnog de aanbevolen combinaties. De werkzaamheid en veiligheid van sofosbuvir zijn niet vastgesteld bij: interferonvrije combinatietherapie bij HCV genotype 1, 4, 5 en 6; eerder behandelde patiënten met HCV genotype 1, 4, 5 en 6; co-infectie met HBV; ernstig verminderde nierfunctie (GFR < 30 ml/min) of bij toepassing van hemodialyse; gedecompenseerde levercirrose; kinderen jonger dan 18 jaar. Ook de combinatie van sofosbuvir met daclatasvir is onderzocht. Zie voor meer gegevens hierover de preparaattekst van daclatasvir.

Bij gebruik van de behandeling sofosbuvir + daclatasvir zijn bij combinatie met amiodaron diverse meldingen binnengekomen van het optreden van ernstige bradycardie en AV-blokkade. Amiodaron mag alleen worden gestart bij een therapie met sofosbuvir + daclatasvir als alternatieve anti-aritmica niet getolereerd worden of gecontra-indiceerd zijn. Bij het starten van de therapie sofosbuvir + daclatasvir bij patiënten die reeds amiodaron gebruiken kan binnen een paar uur tot twee weken na het starten de bradycardie optreden; observeer daarom de patiënt nauwkeurig en vooral tijdens deze periode. Omdat amiodaron een extreem lange halfwaardetijd heeft (20–100 dagen) deze observatie ook doen als sofosbuvir + daclatasvir wordt gestart bij een patiënt die in de afgelopen paar maanden is gestopt met amiodaron. Patiënten met meer kans op bradyaritmie die starten met deze combinatie de eerste 48 uur continu controleren in een passende setting. Alle patiënten die sofosbufir + daclatasvir en amiodaron gebruiken, met of zonder andere middelen die de hartslag vertragen, dienen geïnstrueerd te worden over de symptomen van bradycardie en hartblok en bij het optreden hiervan onmiddellijk een arts te raadplegen.

Overdosering

Eigenschappen

Remmer van het RNA-afhankelijke RNA-polymerase van HCV NS5B, een enzym dat essentieel is voor virale replicatie. Sofosbuvir is een nucleotide prodrug: bij intracellulair metabolisme in de lever wordt het omgezet in het farmacologisch actieve uridine analoog trifosfaat. Dit wordt door NS5B-polymerase in HCV RNA ingebouwd, wat leidt tot ketenterminatie. De actieve metaboliet remt geen menselijke DNA- en RNA-polymerasen en is geen remmer van mitochondriaal RNA-polymerase.

Kinetische gegevens

T max½–2 uur.
Metaboliseringin hoge mate in de lever tot de actieve metaboliet (uridine analoog trifosfaat) en inactieve metabolieten. De actieve metaboliet wordt niet waargenomen in de circulatie.
Eliminatievnl. met de urine (ca. 80%), grotendeels als inactieve metaboliet, ca. 3,5% als sofosbuvir. Ongeveer 14% wordt uitgescheiden met de feces en ca. 2,5% met de uitgeademde lucht.
T 1/2elca. 0,4 uur (sofosbuvir).