Streptokinase

Publish

Samenstelling

Streptase CSL Behring bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
250.000 IE

Bevat na reconstitutie per ml: 50.000 IE streptokinase. Bevat tevens: humaan albumine.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

streptokinase vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Een veneuze trombo-embolie of longembolie kan behandeld worden met een direct werkend oraal anticoagulantium (DOAC) of met de combinatie van een laagmoleculairgewicht heparine (LMWH) en een vitamine K-antagonist (VKA) als initiële behandeling, gevolgd door een 3–6 maanden durende onderhoudsbehandeling met een VKA. Bij een levensbedreigende longembolie of bij phlegmasia caerulea dolens kan trombolyse worden toegepast.

Vooralsnog kan op basis van effectiviteit of veiligheid voor geen van de trombolytica een voorkeur worden uitgesproken. Geadviseerd wordt bij de keuze van het trombolyticum op het kostenaspect te letten.

Bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS) (zowel instabiele angina pectoris als (N)STEMI) zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten trombocytenaggregatieremming starten. Een STEMI wordt behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI) of indien dit niet mogelijk is, door trombolyse. Bij een NSTEMI en IAP wordt eerst aanvullend onderzoek en risicoanalyse verricht. Als pijnbestrijding een nitraat geven. Geef bij aanhoudende pijn of contra-indicatie voor nitraten, morfine of fentanyl intraveneus. Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Zie voor meer informatie de Behandeling van een STEMI ACS of Behandeling van een NSTEMI/IAP ACS.

Indicaties

  • Acute vaatocclusies door trombose of embolie bij:
    • massale longembolie;
    • diepveneuze trombose;
    • getromboseerde shunts bij hemodialyse.
  • Myocardinfarct, binnen 12 uur na het optreden van de symptomen.
  • (Sub)acute perifere arteriële trombose of embolie, binnen 2–4 maanden na ontstaan, voor zover geen operatieve behandeling aangewezen is en lokale toediening mogelijk is.

Dosering

Streptokinase intraveneus of intra-arterieel toedienen. Langzaam toedienen met behulp van een continu druppelinfuus. Bij getromboseerde arterioveneuze shunts verdient lokale toediening de voorkeur. Bij een acuut myocardinfarct kan streptokinase intracoronair en intraveneus worden toegediend. De duur van de behandeling hangt af van de aard en de omvang van de vaatocclusie en verschilt per indicatie. De maximale duur van de behandeling is 5 dagen. De dosering wordt individueel vastgesteld op geleide van de gebruikelijke stollingsparameters. De hier genoemde doseringen zijn een richtlijn.

Klap alles open Klap alles dicht

Bij longembolie en diepveneuze trombose:

begindosis 250.000 IE als i.v. infuus in 50 ml NaCl-oplossing (9 g/l) in 20–30 min,

gevolgd door 100.000 IE per uur; zo nodig na 24 uur (bij longembolie) of 72 uur (bij trombose) de dosis verhogen. Inloopsnelheid constant houden.

Bij getromboseerde shunts:

25.000–100.000 IE spuiten in het getromboseerde deel, zo nodig na 30–45 min herhalen.

Bij myocardinfarct:

binnen 12 uur: intracoronair: een bolus van 20.000 IE, gevolgd door 4.000 IE per min met een constante infusiesnelheid gedurende 60–90 min; max. 250.000–300.000 IE. Vóór intracoronaire toediening van streptokinase dient eerst nitroglycerine intracoronair te worden toegediend.

I.v. als infuus: 1.500.000 IE met een constante infusiesnelheid gedurende 1 uur.

Tenzij gecontra-indiceerd, bij behandeling van acuut myocardinfarct gelijktijdig acetylsalicylzuur gebruiken in een dosering van 160 mg oraal per dag, te beginnen vóór de streptokinase infusie en voort te zetten gedurende 1 maand.

Bij perifere arteriële vaatafsluitingen:

lokaal 1000–2000 IE met intervallen van 3–5 min gedurende 3 uur.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): antilichaamvorming tegen streptokinase.

Vaak (1-10%): bloeding op de injectieplaats, ecchymosis. Gastro-intestinale/urogenitale bloedingen, epistaxis. Allergische of anafylactoïde reactie zoals uitslag, blozen, jeuk, netelroos, angio-oedeem, dyspneu, bronchospasme of hypotensie. Bij de start van de therapie: bloeddrukdaling, tachycardie of bradycardie. Misselijkheid, diarree, epigastrische pijn en braken. Hoofdpijn, rugpijn, spierpijn, rillingen en/of koorts, asthenie/malaise. Voorbijgaande stijging van serumtransaminasen en bilirubine.

Soms (0,1-1%): retina bloeding, ernstige bloedingen (met mogelijk dodelijke afloop) met inbegrip van hersenbloeding, leverbloeding, retroperitoneale bloeding, miltruptuur.

Zelden (0,01-0,1%): neurologische symptomen (bv. duizeligheid, verwarring, verlamming, hemiparesis, opwinding of convulsie) als onderdeel van hersenbloeding of van cardiovasculaire stoornis resulterend in hypoperfusie van de hersenen.

Zeer zelden (< 0,01%): Vertraagde allergische reacties zoals serumziekte, artritis, vasculitis, nefritis, neuroallergische symptomen (polyneuropathie, bv. Guillain-Barrésyndroom), ernstige allergische reacties tot aan shock met inbegrip van respiratoir arrest.

In het kader van een fibrinolytische therapie met streptokinase bij patiënten met een myocardinfarct zijn de volgende complicaties gemeld als gevolg van het infarct en/of de reperfusie:

Zeer vaak (> 10%): hypotensie, storingen van hartritme en hartfrequentie, angina pectoris.

Vaak (1-10%): heroptredende ischemie, hartfalen, reïnfarct, cardiogene shock, pericarditis, pulmonaal oedeem.

Soms (0,1-1%): hartstilstand (leidend tot respiratoir arrest), mitralisinsuffuciëntie, pericardiale effusie, harttamponade, myocardruptuur, pulmonale of perifere embolie. Tijdens plaatselijke trombolyse van perifere arteriën kan een distale embolisatie niet worden uitgesloten.

Zeer zelden (< 0,01%): cholesterol embolie.

Interacties

Heparine, vitamine K-antagonisten, trombocytenaggregatieremmers en dextranen vermeerderen de kans op bloedingen. Gelijktijdig gebruik met vitamine K-antagonisten is gecontra–indiceerd.

Zwangerschap

Streptokinase passeert de placenta (in geringe mate).
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, in het bijzonder tijdens en vlak na de bevalling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. De eventuele blootstelling aan de zuigeling is echter waarschijnlijk zeer beperkt.
Advies: Kan worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • manifeste of recente interne bloeding;
  • recente (< 10 dagen geleden) grote operatie, implantatie van een vaatprothese of trauma;
  • stollingsstoornissen;
  • hemorragische diathese, incl. trombocytopenie;
  • recent cerebrovasculair accident binnen de laatste 3 maanden of intracraniële of intraspinale chirurgie;
  • recent hoofdtrauma;
  • arterioveneuze malformatie of aneurysma;
  • meer kans op inwendige bloedingen (bv. neoplasma);
  • acute pancreatitis;
  • lever- of nierinsufficiëntie;
  • endocarditis of pericarditis;
  • ernstige ongecontroleerde hypertensie (diastolisch > 100 mmHg, systolisch > 200 mmHg).

Waarschuwingen

Vóór intracoronaire toepassing bij een hartinfarct, intracoronair nitroglycerine geven om eventuele coronairspasmen aan te tonen of op te heffen. Voorzichtig bij ernstige diabetes mellitus, gemetastaseerde maligniteiten, bronchiëctasieën, tuberculose, urolithiasis, aanwezigheid van een katheter vanwege het bloedingsrisico en bij vermoeden van ernstige atherosclerotische degeneratie. Bij ernstige hemorragische complicaties de behandeling met streptokinase afbreken. Door de vorming van antilichamen tegen streptokinase kan de werkzaamheid verminderen bij voorafgaande toediening (binnen 5 dagen–12 maanden) van streptokinasebevattende producten. Op dezelfde wijze kan het therapeutisch effect verminderd zijn in patiënten die recent een streptokokken-infectie hebben doorgemaakt, zoals streptokokken-faryngitis, acuut reuma of acute glomerulonefritis. Wanneer de patiënt gehepariniseerd is, de heparine neutraliseren met protaminesulfaat voorafgaand aan de start van de trombolytische therapie. De trombinetijd mag niet meer bedragen dan tweemaal de normaalwaarde voorafgaand aan de start van de trombolytische therapie. In patiënten die eerder werden behandeld met vitamine K-antagonisten dient de INR lager dan 1,3 te zijn voorafgaand aan de start van het streptokinase infuus.

Milde tot matige overgevoeligheidsreacties behandelen met H1–antihistaminica en/of corticosteroïden. Bij ernstige overgevoeligheidsreacties de toediening onmiddellijk staken en de trombolyse voortzetten met homologe fibrinolytica. Er zijn onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij kinderen.

Overdosering

Neem voor informatie over een streptokinasevergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Streptokinase wordt gewonnen uit een cultuurfiltraat van β-hemolytische streptokokken. Het vormt een complex met plasminogeen. Dit complex dringt de trombus binnen en zet nog niet gebonden plasminogeen om in plasmine. Plasmine lost trombi op door onoplosbaar fibrine om te zetten in oplosbare fibrine-afbraakproducten.

Kinetische gegevens

Metaboliseringafbraak tot peptiden.
Eliminatiezowel met de feces als de urine (peptiden).
T 1/2el60–120 min.