Ursodeoxycholzuur

Publish

Samenstelling

Ursochol Zambon Nederland bv

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
300 mg, 450 mg, 600 mg

Ursodeoxycholzuur Tabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
250 mg
Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
300 mg

Ursofalk Dr. Falk Pharma Benelux bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
250 mg
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
500 mg
Toedieningsvorm
Suspensie
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
Flacon 250 ml

Bevat tevens benzoëzuur en propyleenglycol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

ursodeoxycholzuur vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor ursodeoxycholzuur is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

  • Het oplossen van cholesterolgalstenen bij patiënten:
    • die één of meer röntgendoorschijnende (röntgen-negatieve) galstenen met een doorsnede van maximaal twee centimeter in een goed functionerende galblaas hebben en;
    • die operatief ingrijpen weigeren of waarbij operatief ingrijpen niet is geïndiceerd en;
    • bij wie een oververzadiging aan cholesterol is aangetoond door onderzoek van de gal, verkregen door duodenumsondage.
  • Als adjuvante medicatie vóór en na galsteenvergruizing.
  • Primaire biliaire cholangitis.
  • Hepatobiliaire aandoeningen ten gevolge van cystische fibrose bij kinderen ≥ 1 maand.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Oplossen van cholesterolgalstenen (met of zonder lithotripsie):

Volwassenen en kinderen > 1 maand:

tabletten/capsules: 8–10 mg/kg lichaamsgewicht/dag, in 1-3 doses tijdens of na de maaltijd, waarvan 1 dosis ’s avonds. Suspensie: circa 10 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 1 dosis ’s avonds voor het slapengaan. Bij afname van de omvang van de stenen de behandeling voortzetten totdat echografisch volledige oplossing van de galstenen is vastgesteld en gedurende 3–4 maanden daarna.

Primaire biliaire cholangitis (stadium I–III):

Volwassenen en kinderen:

12–16 mg/kg lichaamsgewicht/dag; de eerste 3 maanden in 2–3 doses waarbij de kleinste dosering ’s ochtends en de grootste ’s avonds wordt ingenomen, als de leverfunctie verbetert kan de dagelijkse dosis in 1× ’s avonds ingenomen worden. Bij optreden van jeuk eventueel de dosering tijdelijk verlagen en daarna wekelijks geleidelijk weer verhogen.

Primaire biliaire cholangitis stadium IV:

Volwassenen en kinderen:

bij verhoogd serumbilirubinegehalte (> 40 microg/l, geconjugeerd): 6–8 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Hierna eenmaal per 2 weken de leverfunctie controleren gedurende 6 weken. Indien geen achteruitgang van de leverfunctie en geen toename van de jeuk optreedt, de dosering onder nauwe controle van de leverfunctie geleidelijk verhogen naar het gebruikelijke niveau. Aan patiënten met primaire biliaire cholangitis stadium IV zónder verhoogd serumbilirubinegehalte kan meteen de normale dosering worden gegeven. Bij optreden van jeuk eventueel de dosering tijdelijk verlagen en daarna wekelijks geleidelijk weer verhogen.

Hepatobiliaire aandoening ten gevolge van cystische fibrose:

Kinderen ≥ 1 maand.

20–30 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2–3 doses. Tabletten en capsules mogen alleen bij kinderen > 6 jaar worden toegepast. Meet bij een lichaamsgewicht van 4–10 kg de hoeveelheid suspensie af met een doseerspuit.

Raadpleeg voor de wijze van inname de bijsluiter of apotheker.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): diarree, kleverige ontlasting.

Zeer zelden (< 0,01%): verkalking van galstenen. Urticaria.

Verder zijn gemeld (bij behandeling van primaire biliaire cholangitis): toename van klinische symptomen, zoals jeuk (aan het begin van de behandeling), ernstige pijn in de rechter bovenbuik en decompensatie van levercirrose. Bij patiënten met primaire biliaire cholangitis stadium IV is reversibele stijging van alkalische fosfatase, bilirubine en γ-GT beschreven.

Offlabelgebruik bij primaire sclerotiserende cholangitis van langdurig hoge doses (28–30 mg/kg/dag) is in verband gebracht met een hogere frequentie van ernstige bijwerkingen.

Interacties

Niet gelijktijdig met colestyramine of een antacidum (op basis van aluminium(hydr)oxide) toedienen, omdat deze stoffen ursodeoxycholzuur kunnen binden en daarmee de resorptie verhinderen; ten minste twee uur aanhouden tussen de inname van deze middelen.

Oestrogenen, orale anticonceptiva en lipidenverlagende middelen bevorderen de vorming van galstenen.

De resorptie van ciclosporine kan worden bevorderd.

Bij gelijktijdig gebruik kan de plasmaconcentratie van nitrendipine dalen; verhoog zo nodig de dosering.

Er is gemeld dat de werking van dapson vermindert.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren, bij hoge doses, aanwijzingen voor schadelijkheid vroeg in de zwangerschap. Beperkte ervaring met ursodeoxycholzuur voor de behandeling van intrahepatische cholestase in de tweede helft van de zwangerschap laat geen nadelige effecten voor de foetus of neonaat zien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, echter niet gebruiken tijdens het eerste trimester van de zwangerschap.
Overig: Voorafgaand aan de behandeling zwangerschap uitsluiten en tijdens de behandeling betrouwbare anticonceptie toepassen: non-hormonaal of orale anticonceptiva met een lage dosering oestrogenen; bij de indicatie ’het oplossen van galstenen’ alleen non-hormonale anticonceptie toepassen vanwege het toenemen van de kans op biliaire lithiase bij gebruik van hormonale anticonceptiva.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Effecten op de zuigeling zijn nog niet waargenomen.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel tijdens het geven van borstvoeding is waarschijnlijk veilig.

Contra-indicaties

  • veelvuldige galkolieken;
  • acute cholecystitis;
  • occlusie van de galwegen;
  • verkalkte galstenen (zichtbaar op een röntgenfoto);
  • verminderde contractiliteit van de galblaas;
  • actieve maag- en duodenumulcera;
  • bij kinderen met biliaire atresie: gefaalde porto-enterostomie of niet-herstelde galstroom.

Waarschuwingen

Wees voorzichtig bij een onvoldoende functionerend sulfateringssysteem, vanwege het risico van cumulatie van het hepatotoxische lithocholaat.

Bij diarree de dosering verlagen, bij aanhoudende diarree de behandeling staken.

De duur van de behandeling hangt af van de grootte van de galstenen, maar mag nooit korter zijn dan 3–4 maanden.

Tijdens de eerste drie maanden elke vier weken de leverfunctiewaarden controleren, daarna elke drie maanden.

Voor een goede beoordeling van het resultaat is het nodig bij aanvang van de kuur de grootte van de galstenen nauwkeurig vast te stellen en deze verder geregeld, bijvoorbeeld ieder halfjaar, door middel van nieuwe röntgencontrast- en/of echografische opnamen te controleren. Indien na een half jaar behandeling de stenen niet in grootte zijn afgenomen, verdient het aanbeveling de lithogeenindex te bepalen. Als de omvang van de stenen niet is afgenomen en de gal een lithogene index > 1,0 heeft is het onwaarschijnlijk dat een gunstig resultaat kan worden verkregen en is het beter de therapie te beëindigen. Onderbreking van de behandeling gedurende 3–4 weken heeft terugkeer tot oververzadiging van de gal tot gevolg en verlengt de duur van de therapie. De onderbreking van de behandeling na oplossing van de galstenen kan worden gevolgd door een recidief.

Overdosering

Symptomen
Diarree. Andere symptomen zijn onwaarschijnlijk omdat de absorptie afneemt bij een toenemende dosering.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met ursodeoxycholzuur contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Cholesterol wordt door galzure zouten en fosfolipiden in een micellaire oplossing gehouden. Wanneer door een tekort aan galzure zouten of teveel cholesterol de gal oververzadigd is met cholesterol, kan de overmaat cholesterol neerslaan en leiden tot de vorming van galstenen. Ursodeoxycholzuur beïnvloedt de samenstelling van de geproduceerde gal zodanig, dat deze van lithogeen verandert in niet-lithogeen. Als gevolg van de geringere concentratie cholesterol in de gal kunnen reeds gevormde cholesterolgalstenen geleidelijk oplossen. Het effect bij primaire biliaire cholangitis wordt veroorzaakt doordat ursodeoxycholzuur in de gal de hoeveelheid toxische galzuren vermindert en de waterstofcarbonaatsecretie stimuleert; tevens verhoogt het de galproductie en heeft het een immunomodulerend effect op de levercelmembranen. Er zijn aanwijzingen dat ursodeoxycholzuur, bij kinderen met hepatobiliaire aandoeningen ten gevolge van cystische fibrose, in een vroeg stadium de proliferatie van galwegen kan verminderen, de progressie van histologische schade kan stoppen en zelfs hepatobiliaire veranderingen kan omkeren.

Kinetische gegevens

Resorptienagenoeg volledig. Groot first-pass-effect.
Metaboliseringvnl. in de lever tot geconjugeerd galzuur, klein deel in de darmen door bacteriën tot lithocholzuur en 7-ketolithocholzuur. Een stabiele concentratie in de gal wordt verkregen na ca. 3 weken.
Eliminatievnl. via de lever met een enterohepatische kringloop, klein deel als lithocholzuur en derivaten (met geringe enterohepatische kringloop); klein deel met de urine.
T 1/23,5–5,8 dagen.