xylometazoline/ipratropium
Samenstelling
Otrivin Duo GlaxoSmithKline Consumer Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Verpakkingsvorm
- Flacon 10 ml
Bevat per ml: xylometazoline(hydrochloride) 0,5 mg, ipratropium(bromide) 0,6 mg. Bevat per verstuiving: 70 microg xylometazoline(hydrochloride) en 84 microg ipratropium(bromide).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
xylometazoline/ipratropium vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Een acute rinosinusitis geneest vrijwel altijd vanzelf. Pijnstillers (paracetamol), stomen en de nasale toediening van een zoutoplossing of een decongestivum kunnen verlichting geven van de klachten. Antibiotica zijn doorgaans niet nodig. Geef antibiotica bij vermoeden van een bacteriële ontsteking en ernstig ziek zijn en overweeg antibiotica bij een verminderde weerstand en bij koorts die langer dan vijf dagen aanhoudt of opnieuw optreedt. Voor initiële therapie met antibiotica zie Acute rinosinusitis.
De toevoeging van ipratropium heeft geen klinische voordelen boven een decongestivum alleen.
Indicaties
Symptomatische behandeling van neusverstopping en rinorroe in verband met neusverkoudheid.
Dosering
Congestie neusslijmvlies:
Volwassenen:
1 verstuiving in elk neusgat, max. 3×/dag. Er dient een tussentijd van minstens 6 uur te zijn tussen 2 doses. In verband met de ontwikkeling van een rebound–effect is het raadzaam de behandeling stop te zetten als de symptomen verminderen, zelfs voor het einde van de maximale behandelduur van 7 dagen.
Pompje opladen (door 4× indrukken) voor eerste gebruik en als de spray > 6 dagen niet is gebruikt.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): epistaxis, droge neus.
Vaak (1-10%): Dysgeusie, hoofdpijn. Neuscongestie, nasaal ongemak, droge en geïrriteerde keel, rinalgie, droge mond.
Soms (0,1-1%): hartkloppingen, tachycardie. Reukstoornissen, duizeligheid, tremor. Irritatie van het oog, droog oog. Neusulcus, niezen, pijn aan de farynx en de larynx, hoest, dysfonie. Dyspepsie, misselijkheid. Vermoeidheid, insomnia.
Verder zijn gemeld: accommodatiestoornissen, fotopsie, glaucoom, wazig zien, mydriasis, halo’s, atriumfibrilleren, laryngospasme, faryngeaal oedeem, dysfagie, urineretentie, jeuk, huiduitslag, urticaria, urineretentie, dorst, systemische allergische reacties.
Interacties
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Langdurig gebruik van hoge doseringen kan mogelijk leiden tot vermindering van de doorbloeding van de placenta.
Advies: Gebruik ontraden. In elk geval herhaalde en langdurige behandeling tijdens zwangerschap vermijden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Systemische blootstelling aan ipratropium en xylometazoline is echter gering. Een effect op zuigelingen die borstvoeding krijgen is onwaarschijnlijk.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding.
Contra-indicaties
Transsfenoïdale hypofysectomie en na transnasale operatieve ingrepen, waarbij de dura mater vrij is komen te liggen. Rhinitis sicca, ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Nauwe-kamerhoekglaucoom. Overgevoeligheid voor atropine of gelijksoortige stoffen, bijvoorbeeld scopolamine.
Waarschuwingen
Kortdurend gebruik van therapeutische doses zal in het algemeen weinig problemen geven; gebruik langer dan 3–5 dagen vermijden in verband met een vermindering van de werking en het optreden van afwijkingen van de mucosa. Wees voorzichtig bij gesloten-kamerhoekglaucoom, prostaathypertrofie en stenose van de blaasuitgang, diabetes mellitus, epistaxis (bv. oudere patiënten), paralytische ileus en bij mucoviscidose. Verder bij patiënten die gevoelig zijn voor adrenerge stoffen, bij hyperthyreoïdie, diabetes mellitus, hypertensie, hart- en vaatziekten, neiging tot aritmie, of feochromocytoom. Vermijd contact met de ogen. Bij aanraking met de ogen kan het zicht tijdelijk wazig zijn en kan irritatie, pijn, of roodheid van de ogen optreden; ook kan gesloten-kamerhoekglaucoom verergeren. De patiënt instrueren de ogen te spoelen met koud water en een arts te raadplegen bij oogpijn of wazig zien. Het middel niet toedienen aan kinderen < 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens. Er is weinig ervaring met het gebruik bij patiënten > 70 jaar.
Overdosering
Eigenschappen
Xylometazoline is een sympathicomimeticum met voornamelijk α-effect. Toediening in de neus veroorzaakt door plaatselijke vasoconstrictie, decongestie van het neusslijmvlies. Ipratropiumbromide is een quaternaire ammoniumverbinding met anticholinerg effect. Nasale toediening vermindert de neussecretie door competitieve afremming van cholinerge receptoren die zich rondom het neusepitheel bevinden. Werking: na enkele min (xylometazoline), binnen 15 min (ipratropium). Werkingsduur: 5–6 uur (xylometazoline, ipratropium).
Kinetische gegevens
Overig | Na nasale toediening zijn zeer lage bloedspiegels van beide stoffen gevonden. Desondanks kan worden verwacht dat bij toediening driemaal per dag ipratropium en vooral xylometazoline zullen cumuleren. |
Geneesmiddelgroep
xylometazoline/ipratropium hoort bij de groep sympathicomimetica, nasaal.