acetylsalicylzuur/ascorbinezuur
Samenstelling
Aspirine C (als Na-zout) Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Bruistablet ’C’
Bevat per bruistablet: acetylsalicylzuur 400 mg en ascorbinezuur 240 mg. Bevat tevens: natrium 502 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
acetylsalicylzuur/ascorbinezuur vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Indien salicylaten worden voorgeschreven gaat de voorkeur uit naar orale toedieningsvormen waarbij acetylsalicylzuur in opgeloste vorm wordt ingenomen. Voor acetylsalicylzuurtabletten is geen plaats meer in de therapie.
Indicaties
Volwassenen en kinderen > 12 jaar: Koorts en pijn bij griep en verkoudheid en na vaccinatie. Hoofdpijn, kiespijn, menstruatiepijn, spit, spierpijn, zenuwpijn en gewrichtspijn.
Dosering
De kortst mogelijke behandelduur en de laagst effectieve dagdosering toepassen. Bij optreden van symptomen van salicylisme (o.a. tinnitus, gevoel van gehoorverlies of duizeligheid) de dosering verlagen.
Pijn en/of koorts:
Volwassenen:
oraal 400–800 mg acetylsalicylzuur per keer, zo nodig elke 4 uur; max. 4000 mg per dag.
Kinderen 12 jaar en ouder:
oraal ca. 12 mg/kg lichaamsgewicht per gift; 400 mg acetylsalicylzuur per keer, max. 1600–2000 mg per dag in 4–5 giften.
Het toedieningsinterval bij kinderen moet ten minste 4 uur bedragen.
De bruistabletten in een ruime hoeveelheid water uiteen laten vallen en goed roeren; water nadrinken. Bij voorkeur na een maaltijd innemen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals maagpijn, misselijkheid, braken en dyspepsie.
Soms (0,1-1%): huidreacties zoals huiduitslag, urticaria, oedeem en jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (mogelijk leidend tot bloeddrukverlaging, ademhalingsproblemen, angio-oedeem en anafylactische shock). Maag-darmbloeding (eventueel leidend tot anemie), maag-darmzweer en/of –perforatie. Ernstige huidreacties (waaronder erythema exsudativum multiforme). Ernstige bloedingen, zoals hersenbloedingen.
Zeer zelden (< 0,01%): stijging van leverenzymwaarden.
Verder zijn gemeld: diarree, flatulentie, obstipatie, buikpijn, bloed in de ontlasting, haematemesis, ulceratieve stomatitis, verergering van colitis en M. Crohn, gastritis; bij elke dosis mogelijk. Bloedingen zoals tandvleesbloedingen, bloeduitstortingen, perioperatieve bloedingen, urogenitale bloedingen, neusbloedingen. De bloedingstijd kan verlengd zijn, dit kan aanhouden tot 4–8 dagen na staken van de behandeling. Trombocytopenie, hemolytische anemie. Agitatie, paresthesie, papiloedeem, verstoring van het zuur/base-evenwicht, dehydratie, oedeem, hypertensie, hartfalen, astma, hyperventilatie (in het bijzonder bij jonge kinderen), niet-cardiogeen longoedeem (bij chronisch gebruik als overgevoeligheidsreactie). Verminderde nierfunctie, acuut nierfalen, nefropathie met papilnecrose, leverbeschadiging (voornamelijk hepatocellulair), chronische hepatitis, syndroom van Reye. Bij langdurig gebruik van hoge doses kunnen symptomen van salicylisme optreden: tinnitus, gehoorverlies, hoofdpijn, visusstoornissen, duizeligheid, verwardheid, zweten, tachycardie, misselijkheid en braken.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van hoge dosering methotrexaat (≥ 15 mg/w.) en van orale anticoagulantia is gecontra-indiceerd. Bij gelijktijdig gebruik van alcohol, SSRI’s, antitrombotica en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig); gelijktijdig gebruik met andere NSAID’s vermijden. De plasmaspiegel van methotrexaat, pemetrexed, valproïnezuur en digoxine kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan. De werking van bloedglucoseverlagende middelen kan worden versterkt. De werking van benzbromaron kan worden verminderd. NSAID’s kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen. Bij een gestoorde nierfunctie kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan. Bij staken van gelijktijdig systemisch gebruikte corticosteroïden kan salicylaatintoxicatie optreden. Antacida kunnen de uitscheiding van acetylsalicylzuur verhogen.
Zwangerschap
Salicylaten passeren de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID’s (acetylsalicylzuur in dosering > 500 mg/dag) in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. Bij dieren is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologische effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten zoals weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie, pulmonale hypertensie en insufficiëntie van de tricuspidalisklep mogelijk.
Advies: > 100 mg/dag: Tijdens 1e en 2e trimester uitsluitend gebruiken op strikte indicatie in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het derde trimester.
Overig: Het gebruik van een NSAID’ kan de vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate.
Farmacologisch effect: Na incidenteel gebruik zijn geen schadelijke effecten bij de zuigeling waargenomen.
Advies: Kan volgens voorschrift incidenteel worden gebruikt. Regelmatig gebruik of inname van hoge doses ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of NSAID’s (bv. optreden van astma-aanval of collaps na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s bij astmapatiënt).
- Ulcus pepticum.
- Hemorragische diathese of stollingstoornissen zoals trombocytopenie, hemofilie.
- Ernstige leverinsufficiëntie.
- Ernstige nierinsufficiëntie.
- Ernstig hartfalen.
- In verband met het natriumgehalte zijn de bruistabletten gecontra-indiceerd bij een natriumbeperkt dieet.
Waarschuwingen
Wees voorzichtig bij een toegenomen kans op gastro-intestinale complicaties; begin met de laagst mogelijke dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen. Bij optreden van gastro-intestinale ulceratie of bloedingen de behandeling staken. Wees voorzichtig bij ouderen, astma, jicht, stollingsstoornissen, inflammatoire darmziekten (in remissie), hypertensie, hartfalen, ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte, risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken), lever- en nierfunctiestoornissen en bij G6PD-deficiëntie of deficiëntie van glutathionperoxidase in erytrocyten. Sommige NSAID’s zijn (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) in verband gebracht met iets meer kans op arteriële trombose. Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID’s zijn gemeld. Bij kinderen met symptomen van griep of waterpokken die acetylsalicylzuur gebruikten, is melding gemaakt van het syndroom van Reye. In een dergelijke situatie acetylsalicylzuur alleen als uiterste behandelmogelijkheid toepassen; bij langdurig overgeven, bewustzijnsverlaging of gedragsstoornissen de behandeling staken. Langdurig gebruik van analgetica kan hoofdpijn veroorzaken.
Tijdens en na operatieve ingrepen kan een verhoogde bloedingsneiging optreden. In de meeste gevallen is staken van acetylsalicylzuur bij tandheelkundige ingrepen niet nodig (zie ACTA-richtlijn 2012); bij operaties waarbij een geringe bloeding kan leiden tot ernstige complicaties (o.a. bij neurochirurgie en bij patiënten met een stoornis in de hemostase) acetylsalicylzuur wel staken.
Overdosering
Wees bij ouderen en vooral bij jonge kinderen bedacht op intoxicaties met mogelijk fatale afloop. Bij kinderen kan een enkele dosis van 100 mg/kg fataal zijn.
Symptomen
koorts, hyperventilatie, ketose, respiratoire alkalose, metabole acidose, coma, cardiovasculaire shock, respiratoire insufficiëntie, ernstige hypoglykemie, niet-cardiogeen longoedeem.
Therapie
Toedienen van actieve kool en natriumsulfaat. Bereiken van een alkalische diurese (pH 7,5–8) door toediening van bicarbonaat. Bij ernstige intoxicaties (salicylaatconcentratie > 600–800 mg/l) hemodialyse toepassen.
Eigenschappen
Remt de prostaglandinesynthese via irreversibele remming van het enzym cyclo-oxygenase. Salicylaat met analgetische, antipyretische en antiflogistische werking. Remt de trombocytenaggregatie.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel en volledig in het proximale deel van de dunne darm. Voedsel vertraagt de absorptie. |
Overig | F = 60%. Ondergaat een aanzienlijk first-pass-effect via hydrolyse in de darmwand en lever, waarbij het actieve salicylzuur ontstaat. |
T max | 10–20 min en 0,3–2 uur (salicylzuur). |
V d | ca. 0,16 l/kg. |
Eiwitbinding | > 90% (salicylzuur). |
Metabolisering | in de lever tot glycine- en glucuronzuurconjugaten. |
Eliminatie | met de urine als metabolieten en onveranderd acetylsalicylzuur (10%). Bij alkaliseren van de urine kan de hoeveelheid onveranderd salicylzuur tot ca. 80% toenemen. |
T 1/2 | 15–20 min (acetylsalicylzuur). |
T 1/2el | door capaciteitsbeperkende eliminatie is deze dosisafhankelijk en bedraagt bij 1–3 g per dag 2–3 uur en bij 3–8 g per dag 15–30 uur. |
Geneesmiddelgroep
acetylsalicylzuur/ascorbinezuur hoort bij de groep salicylaten als analgeticum.