Amfotericine b (parenteraal)

Publish

Samenstelling

Fungizone ad perfusionem Bristol-Myers Squibb bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
50 mg

Bevat tevens: Na-desoxycholaat 41 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

amfotericine B (parenteraal) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Gezien de ernstige bijwerkingen behoort de parenterale toediening van amfotericine B alleen te worden gebruikt ter bestrijding van zeer ernstige vormen van mycotische orgaaninfecties. In verband hiermee is de toepassing ervan tot de kliniek beperkt.

Indicaties

Invasieve, progressieve, mogelijk levensbedreigende schimmelinfecties, veroorzaakt door voor amfotericine B gevoelige micro-organismen.

Met name infecties veroorzaakt door:

  • Aspergillus;
  • Blastomyces;
  • Candida;
  • Coccidioides;
  • Cryptococcus;
  • Histoplasma;
  • de veroorzakers van mucormycose waaronder gevoelige soorten van de geslachten Absidia, Mucor en Rhizopus en verwante gevoelige soorten van Conidiobolus, Basidiobolus en Sporothrix.

Niet gebruiken bij niet-invasieve schimmelinfecties.

Dosering

Premedicatie tegen infusiereacties kan zinvol zijn; bruikbaar zijn antipyretica zoals paracetamol en acetylsalicylzuur, antihistaminica of anti-emetica.

Maatregelen om tromboflebitis te voorkomen zijn: toevoeging van heparine (1000 IE per infuus), afwisseling van de injectieplaats, behandeling om de dag en het gebruik van een pediatrische ’scalp vein’ naald (vlindernaaldje).

Klap alles open Klap alles dicht

Invasieve schimmelinfecties:

Volwassenen:

Aanbevolen wordt een proefdosis van 1 mg (in 20 ml 5% glucose-oplossing) te geven, toegediend in 20-30 min, waarbij iedere 30 min gedurende 2-4 uur de lichaamstemperatuur, hartfrequentie, ademhaling en bloeddruk worden gemeten.

De vervolgdosis bedraagt gewoonlijk 0,25 mg/kg per dag (in 2-6 uur toegediend); bij een ernstige en snel voortschrijdende infectie kan, bij patiënten met een goede cardiopulmonale functie en bij goed verdragen van de testdosis, met 0,3 mg/kg per dag worden gestart; bij een verminderde hart- en longfunctie of indien een ernstige reactie optrad na de proefdosis wordt een vervolgdosis van 5–10 mg aanbevolen. Vervolgens geleidelijk verhogen met 5–10 mg per dag, totdat de optimale dosis is bereikt (veelal 0,5–0,7 mg/kg).

Bij ernstige infecties die veroorzaakt worden door minder gevoelige pathogenen kan uiteindelijk 1 mg/kg per dag nodig zijn of 1,5 mg/kg per 2 dagen. Bij snel fataal verlopende mycosen (zoals rhinocerebrale mucormycose) is een agressievere behandeling nodig en varieert de dosering van 0,7 tot 1,5 mg per kg per dag. Gezien de langzame eliminatie verdient het aanbeveling bij hoge doses de behandeling om de (andere) dag te doen plaatsvinden. Let op! In verband met de kans op cardiorespiratoire collaps mag in geen geval de 1,5 mg/kg per dag worden overschreden.

Behandelduur: voor diepe mycosen 6–12 weken, soms nog langer.

Indien tijdens de infusie een koortsaanval ontstaat, de toediening onderbreken om de patiënt de gelegenheid te geven hiervan te herstellen. Indien een onderbreking langer duurt dan 7 dagen, de behandeling hervatten op basis van de minimale dosis (0,25 mg/kg); deze kan geleidelijk worden verhoogd, totdat de optimale dosis is bereikt.

Toedieningsinformatie: toedienen via langzame i.v. infusie (2-6 uur) met een aanbevolen concentratie van 0,1 mg/ml. Het poeder oplossen in glucose 5%, andere oplosmiddelen veroorzaken precipitatie.

Bijwerkingen

Binnen 4 uur na de eerste toediening treden meestal koortsreacties, misselijkheid en braken op. Zo nodig kan de tolerantie worden verbeterd door toediening van antipyretica zoals paracetamol en acetylsalicylzuur, antihistaminica of anti-emetica.

Zeer vaak (>10 %): koorts, koude rillingen. (Reversibele) nierfunctiestoornissen zoals vermindering van glomerulaire filtratiesnelheid, renale bloedstroom en creatinineklaring. Hypokaliëmie.

Vaak (1-10%): hypotensie. Dyspneu. Hoofdpijn. Verminderde eetlust, misselijkheid, braken, diarree. (Normochrome normocytaire) anemie (gem. daling hematocriet ca. 27%, waarschijnlijk door remming erytrocytenproductie). Hypomagnesiëmie (door verhoogde uitscheiding). Afwijkende leverfunctie. Uremie, acuut nierfalen. Pijn op de injectieplaats met/zonder (trombo)flebitis.

Soms (0,1-1%): aritmie (incl. ventrikelfibrilleren bij een passagère maar ernstige hyperkaliëmie). Bronchospasmen. (Boven)buikpijn. Geelzucht. Perifere neuropathie. Mylagie. Huiduitslag. Leukopenie, agranulocytose, trombocytopenie.

Zelden (0,01-0,1%): hartstilstand, hartfalen, hypertensie, shock. Anafylactische en anafylactoïde reacties. Allergische alveolitis, niet-cardiaal longoedeem. Convulsies, encefalopathie. Dyspepsie, hemorragische gastro-enteritis, melaena. Acuut leverfalen. Oligurie, anurie, nefrogene diabetes insipidus, renale tubulaire acidose, nefrocalcinose. Wazig zien, dubbelzien. Draaiduizeligheid, tinnitus, gehoorverlies. Overmatig blozen, malaise. Artralgie. Jeuk, huidexfoliatie, maculopapuleuze huiduitslag, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Leukocytose, eosinofilie. Hyperkaliëmie. Coagulopathie. Gewichtsverlies.

Verder zijn gemeld: proteïnurie, verhoogde uitscheiding van urinezuur en calcium. Extravasatie geeft lokale irritatie.

Interacties

Let op: Houd bij eventuele interacties rekening met de lange halfwaardetijd van amfotericine B. Na staken van de therapie wordt nog gedurende ca. 4 weken amfotericine in de urine aangetroffen.

Een antagonistisch effect tussen imidazolen en amfotericine B treedt op. Combinatie van amfotericine B met flucytosine versterkt de antimycotische werking, maar vermeerdert de kans op bijwerkingen.

Gelijktijdig gebruik van aminoglycosiden, ciclosporine, diuretica, tacrolimus, pentamidine en cisplatine kan de nefrotoxiciteit verhogen. Het risico van nefrotoxiciteit kan tot zes maanden na staken van cisplatine aanwezig zijn.

Amfotericine B kan kaliumdepletie veroorzaken en daardoor het effect van anti-aritmica (waaronder digoxine) en spierrelaxantia versterken. Corticosteroïden en diuretica kunnen de door amfotericine B veroorzaakte kaliumdepletie versterken.

Pulmonale reacties kunnen optreden indien amfotericine B tijdens óf kort na leukocytentransfusie wordt toegediend.

Bij patiënten die ook chemotherapie en/of totale lichaamsbestraling ondergaan is het optreden van leuko-encefalopathie gemeld.

Zwangerschap

Amfotericine B passeert de placenta; de concentratie in vruchtwater en navelstrengbloed is < 50% van die in het serum van de moeder.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Er zijn geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij dieren. Geringe gegevens bij de mens laten geen schadelijke effecten op de foetus zien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend. Amfotericine B wordt oraal nauwelijks geresorbeerd. Bij de zuigeling kunnen echter mogelijk toch met name lokale bijwerkingen optreden. Of er sprake is van een verhoogde resorptie door een nog niet geheel ontwikkeld darmslijmvlies is niet bekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Controles: Het serumcreatinine en elektrolytengehalte, m.n. magnesium en kalium, tweemaal per week controleren; ook de leverfunctie controleren en de normale bloedtellingen uitvoeren.

Nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, bij dergelijke patiënten tijdens acute episoden dagelijks het serumcreatinine bepalen. Bij dergelijke patiënten is het optreden van ritmestoornissen, waaronder ventrikelfibrilleren, beschreven, waarbij na de infusie sprake was van een passagère maar ernstige hyperkaliëmie. Bij een serumcreatininegehalte > 265 micromol/l de behandeling gedurende 24–48 uur staken. Indien nefrocalcinose optreedt is meestal sprake van een passagère nierfunctiestoornis, toegenomen kalium- en magnesiumverlies kan echter nog weken na staken van de behandeling persisteren. Een blijvende verslechtering van de nierfunctie treedt doorgaans op bij hoge cumulatieve doses (> 5 g). Het gebruik van diuretica predisponeert voor vermindering van de nierfunctie, terwijl natriumsuppletie mogelijk het optreden van deze nefrotoxiciteit kan verminderen.

Om cardiorespiratoire collaps te voorkomen de productnaam en dosering vóór de toediening controleren. Ventrikelfibrilleren is gemeld, maar is echter alleen beschreven bij (te) snelle infusie bij patiënten met nierinsufficiëntie, waarbij passagère maar ernstige hyperkaliëmie optrad.

Overdosering

Symptomen
cardiorespiratoire collaps kan optreden.

Therapie
er is geen specifiek antidotum.

Neem voor informatie over een vergiftiging met parenteraal toegediend amfotericine B contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Fungistatisch en (vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel) fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan. De zoogdiercelmembraan bevat ook sterolen; celbeschadigingen bij de mens treden waarschijnlijk via eenzelfde mechanisme op.

Amfotericine B is vooral werkzaam tegen Candida-soorten, Cryptococcus neoformans, Histoplasma capsulatum, Coccidioides immitis, Aspergillus fumigatus, Blastomyces dermatitidis, Mucor mucedo, Rhodotorula en Sporothrix schenckii.

Verminderd gevoelig zijn: dermatofyten, sommige andere Aspergillus-soorten, de parasiet Leishmania brasiliensis is ook in beperkte mate gevoelig.

Resistent is: Pseudallescheria boydii.

Amfotericine is niet werkzaam tegen bacteriën, Rickettsiae en virussen.

Kinetische gegevens

Eiwitbinding> 90%, voornamelijk aan b-lipoproteïnen.
Metaboliseringonbekend. In ontstoken pleura, peritoneum, synovium en kamervocht wordt tot maximaal 2/3 van de plasmaconcentraties bereikt. Penetratie in liquor: slecht (zelden > 2,5% van de plasmaconcentratie). Ook weinig penetratie in glasvocht. Wordt vooral in de lever opgeslagen (20-40%).
Eliminatiemet de urine zeer langzaam, 2-5% onveranderd; via de gal kan een belangrijke eliminatieweg zijn. Hemodialyse en peritoneale dialyse versnellen de eliminatie niet noemenswaardig.
T 1/2elca. 15 dagen.