amifampridine
Samenstelling
Firdapse (als fosfaat) BioMarin Europe Ltd
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Amifampridine is middel van eerste keus bij de symptomatische behandeling van LEMS. De Commissie geeft de voorkeur aan het magistraal gemaakte retard amifampridinebase-preparaat waarmee in Nederland de meeste ervaring bestaat en waarop veel patiënten zijn ingesteld.
Indicaties
Symptomatische behandeling van het Lambert-Eaton-myastheniesyndroom (LEMS) ook wel het Eaton-Lambertsyndroom genoemd.
Dosering
Lambert-Eaton-myastheniesyndroom:
Volwassenen:
begindosering 15 mg/dag, verdeeld over 3–4 doses; deze dosis in stappen van 5 mg om de 4 tot 5 dagen verhogen tot max. 60 mg/dag. Geen enkele enkelvoudige dosis mag hoger zijn dan 20 mg. In klinisch onderzoek was amifampridine (als base) werkzaam in doses tot 100 mg /dag; daarom kan men in uitzonderlijke gevallen en onder bewaking van bijwerkingen en ECG de dosering verder verhogen in stappen van 5 mg om de 7 dagen tot max. 80 mg/dag.
Bij een matige of ernstige nier- of leverfunctiestoornis: startdosis 5 mg; bij een lichte nier- of leverfunctiestoornis: startdosis 10 mg. Verder bij een nier- of leverfunctiestoornis de dosis langzamer opvoeren in stappen van 5 mg om de 7 dagen.
De tabletten met voedsel innemen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid, hypesthesie, paresthesie, orale hypesthesie, orale paresthesie, perifere en peribuccale paresthesie, misselijkheid, hyperhidrose, koud zweet.
Vaak (1-10%): Koude extremiteiten, abdominale pijn.
Verder zijn gemeld: slaapstoornissen, angst, convulsies, chorea, myoklonie, slaperigheid, zwakte, vermoeidheid, hoofdpijn; wazig zicht; hartritmestoornissen, palpitaties; syndroom van Raynaud; hoest, bronchiale hypersecretie, astma-aanval (bij patiënten met (een geschiedenis van) astma); diarree, pijn in bovenbuik, stijging van leverenzymwaarden.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen met een smal therapeutisch venster en middelen die QTc-verlenging kunnen veroorzaken (disopyramide, cisapride, domperidon, rifampicine en ketoconazol) is gecontra-indiceerd. Voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die door middel van metabolisme of actieve secretie worden geëlimineerd; monitoring is aangewezen bij behandeling met sterke enzyminductoren of sterke enzymremmers. Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van geneesmiddelen die de epileptische drempel verlagen (de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol); geneesmiddelen met atropine-effecten (tricyclische antidepressiva, de meeste H1-atropine-antihistaminica, anticholinergica, antiparkinsonmiddelen, atropine-antispasmodica, disopyramide, fenothiazine-antipsychotica en clozapine); geneesmiddelen met cholinerge effecten (bv. directe of indirecte cholinesteraseremmers); en niet-depolariserende en depolariserende spierrelaxantia (suxamethonium).
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologische effect: Er zijn geen gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Zowel vruchtbare mannen als vruchtbare vrouwen moeten tijdens de behandeling een effectieve anticonceptiemethode toepassen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens; ja bij dieren, maar zonder waargenomen, nadelige gevolgen.
Advies: Afwegen of de borstvoeding of gebruik van het geneesmiddel moet worden gestaakt.
Contra-indicaties
Epilepsie. Astma die niet onder controle is. Een aangeboren QT-syndroom.
Waarschuwingen
De behandeling beginnen onder supervisie van een arts die ervaring heeft met de behandeling. Klinische en ECG-monitoring is aangewezen in het begin van de behandeling en daarna jaarlijks. Het heeft een lichte of matige invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een nier- of leverfunctiestoornis. Bij klachten en symptomen van cardiale aritmieën een ECG maken. Monitoring van andere ziekten, met name astma, kan nodig zijn. Amifampridine is niet volledig in carcinogeniteitsmodellen getest en het carcinogeniteitsrisico dat met de behandeling is geassocieerd, is niet vastgesteld. Voorzichtigheid is geboden bij de niet-paraneoplastische vorm van LEMS. Bij poor NAT-metabolizers kunnen door de verhoogde blootstelling meer bijwerkingen optreden dan bij ultra-rapid metabolizers. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij patiënten die jonger zijn dan 18 jaar.
Overdosering
Eigenschappen
Amifampridine blokkeert voltageafhankelijke kaliumkanalen, waardoor de presynaptische depolarisatie van het celmembraan wordt verlengd. Door de verlenging van de actiepotentiaal wordt het transport van calcium naar het zenuwuiteinde bevorderd. De hieruit voortkomende verhoging van de intracellulaire calciumconcentratie vergemakkelijkt de exocytose van acetylcholinehoudende blaasjes, wat leidt tot verbetering van de neuromusculaire transmissie. Bij LEMS verbetert het de spierkracht en de samengestelde spieractiepotentiaal (CMAP)-amplitude in rust.
Amifampridine is geregistreerd onder uitzonderlijke omstandigheden (vanwege zeldzaamheid van de ziekte) en is onderworpen aan aanvullende monitoring.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. Voedsel vertraagt de resorptie. |
T max | 0,6–1,3 uur. |
Metabolisering | Wordt gemetaboliseerd tot een 3-N-geacetyleerde metaboliet door N-acetyltransferase (NAT)-enzymen. Bij NAT-polymorfismen: bij ultra-rapid metabolizers is de blootstelling kleiner dan bij poor metabolizers en de eliminatiehalfwaardetijd is korter. |
Eliminatie | hoofdzakelijk met de urine. |
T 1/2el | ca 2,5 uur voor amifampridine; 4 uur voor de 3-N-geacetyleerde amifampridinemetaboliet. |
Geneesmiddelgroep
amifampridine hoort bij de groep kaliumkanaalblokkers.