Amlodipine/indapamide

Publish

Samenstelling

Natrixam Servier Farma Nederland bv

Toedieningsvorm
Tablet met gereguleerde afgifte, omhuld

Bevat per tablet: indapamide 1,5 mg en amlodipine (als besilaat) 5 mg.

Toedieningsvorm
Tablet met gereguleerde afgifte, omhuld

Bevat per tablet: indapamide 1,5 mg en amlodipine (als besilaat) 10 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

amlodipine/indapamide vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij hypertensie verlagen diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers en angiotensinereceptorblokkers (ARB’s) de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntenkenmerken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het verhogen van de dosis; tevens beperkt het de bijwerkingen als gevolg van een dosisverhoging. De vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Indicaties

Essentiële hypertensie, die voldoende is ingesteld op de afzonderlijke middelen amlodipine en indapamide in dezelfde dosering, tegelijkertijd ingenomen.

Dosering

Vóórdat patiënten worden overgezet op Natrixam, moet hun bloeddruk onder controle zijn met dezelfde dosis van de individuele componenten die op hetzelfde tijdstip zijn ingenomen.

Klap alles open Klap alles dicht

Hypertensie:

Volwassenen:

Eén tablet per dag, bij voorkeur ’s morgens. Bij dosisverandering, de individuele componenten titreren.

Bij een verminderde leverfunctie met een zo laag mogelijke dosering beginnen en voorzichtig ophogen.

De tablet in zijn geheel innemen met water (niet met grapefruitsap).

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): hypokaliëmie. Maculopapuleuze huidaandoeningen. Somnolentie, duizeligheid, hoofdpijn (met name in het begin van de behandeling). Palpitaties. Opvliegers. Buikpijn, misselijkheid. Gezwollen enkels, oedeem, vermoeidheid.

Soms (0,1-1%): slapeloosheid, stemmingswisselingen (o.a. angst), depressie. Tremor, dysgeusie, syncope, hypo-esthesie, paresthesie. Visusstoornissen (incl. diplopie). Oorsuizen. Vasculitis. Rinitis, hoesten. Braken, dyspepsie, diarree, obstipatie, droge mond. Purpura, alopecia, huidverkleuring, hyperhidrose, jeuk, huiduitslag, exantheem. Artralgie, myalgie, spierkramp, rugpijn. Mictiestoornis, nycturie, verhoogde urinefrequentie. Impotentie, gynaecomastie. Pijn op de borst, asthenie, pijn, malaise, gewichtsverandering.

Zelden (0,01-0,1%): verwardheid. Vertigo.

Zeer zelden (< 0,01%): leukocytopenie, trombocytopenie, agranulocytose, aplastische/hemolytische anemie. Allergische reacties. Hyperglykemie, hypercalciëmie. Hypertonie, perifere neuropathie. Myocardinfarct, aritmie (incl. bradycardie, ventriculaire tachycardie, atriumfibrilleren). Vasculitis. Hoesten. Pancreatitis, gastritis, tandvleeshyperplasie. Hepatitis, geelzucht, stijging van leverenzymwaarden (cholestase), abnormale leverfunctie. Angio-oedeem, urticaria, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, exfoliatieve dermatitis, Quincke-oedeem, fotosensibilisatie. Nierfalen.

Verder zijn gemeld: hyponatriëmie met hypovolemie, myopie, wazig zien, afgenomen gezichtsvermogen, (fatale) ’torsade de pointes’, lever-encefalopathie bij leverinsufficiëntie, verslechtering van acute gedissemineerde lupus erythematodes, verlengd QT-interval, verhoogde waarde van bloedglucose en bloedurinezuur, uitzonderlijke gevallen van extrapiramidaal syndroom.

Meer informatie:

Interacties

Vóór instelling op een RAAS-remmer de behandeling met het diureticum 2–3 dagen staken om de kans op hypotensie en/of acuut nierfalen na de eerste dosis te verminderen; ook kan worden geprobeerd zonder staken van het diureticum te starten met een lage dosering RAAS-remmer (of zeer lage dosering indien tevens sprake is van hartfalen). Hierbij tijdens de eerste weken na het starten met de RAAS-remmer de nierfunctie controleren.

Sterke of matige CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, ritonavir, grapefruitsap, erytromycine, claritromycine, proteaseremmers, diltiazem) verhogen de plasmaconcentratie van amlodipine; dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn.

CYP3A4–inductoren (zoals rifampicine, sint-janskruid) kunnen de plasmaconcentraties van amlodipine verlagen; CYP3A4–inductoren met voorzichtigheid gebruiken.

Voorzichtig zijn bij combinatie met andere geneesmiddelen die hypokaliëmie kunnen veroorzaken (o.a. systemische corticosteroïden, tetracosactide, prikkelende laxeermiddelen, amfotericine B). Door hypokaliëmie (intra- en extracellulair) is de toxische grens eerder bereikt van hartglycosiden, van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen en van neuromusculair werkende spierrelaxantia. Voorzichtig bij combinatie met geneesmiddelen die een verlenging van het QT-interval kunnen induceren (o.a. klasse Ia-anti–aritmica, klasse III-anti-aritmica, enkele antipsychotica, enkele antidepressiva, enkele macrolide antibiotica en chinolonen). Hypokaliëmie is een risicofactor voor het optreden van ’torsades de pointes’ bij deze combinatie.

Bij combinatie met kaliumsparende diuretica het plasmakaliumgehalte en ECG extra controleren.

NSAID’s kunnen het antihypertensief effect verminderen, ook kan het serumkaliumgehalte toenemen en de nierfunctie achteruitgaan; hydrateer de patiënt en controleer de nierfunctie aan het begin van de behandeling. Systemische corticosteroïden en tetracosactide veroorzaken eveneens een verminderd antihypertensief effect.

De werking van andere antihypertensiva kan worden versterkt. Baclofen en imipramine-achtige antidepressiva kunnen het antihypertensief effect eveneens vergroten.

Combinatie met metformine voorzichtig toepassen vanwege meer kans op lactaatacidose, omdat indapamide nierfalen kan veroorzaken; geen metformine geven bij plasmacreatinine > 15 mg/l bij mannen of > 12 mg/l bij vrouwen.

De renale lithiumklaring neemt af door toegenomen terugresorptie in de tubulus; verlaging van de lithiumdosis kan nodig zijn.

Bij combinatie met een calciumsupplement de calciumspiegel controleren, vanwege een verminderde uitscheiding door indapamide.

Amlodipine kan bij combinatie met simvastatine, de simvastatine–blootstelling verhogen.

Er is meer kans op hematologische reacties bij combinatie met geneesmiddelen die een negatieve invloed hebben op het bloedbeeld (bv. allopurinol).

Combinatie met dantroleen i.v. vermijden bij patiënten die vatbaar zijn voor maligne hyperthermie en bij de behandeling van maligne hyperthermie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, aanwijzingen voor schadelijkheid (amlodipine).
Farmacologisch effect: Bij gebruik van thiazideverbindingen dient er bij de vrouw rekening te worden gehouden met afname van het circulerend bloedvolume en bij de neonaat met groeivertraging, icterus neonatorum, hypoglykemie, trombocytopenie en verstoring van de elektrolytenbalans.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (amlodipine), ja (indapamide).
Farmacologisch effect: Thiazideverbindingen kunnen hypokaliëmie, overgevoeligheid voor een sulfonamide en kernicterus geven met toename van vrij bilirubine.
Overige: Thiazideverbindingen kunnen de melksecretie remmen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

  • ernstige hypotensie;
  • shock (inclusief cardiogene shock);
  • obstructie van het uitstroomkanaal van het linker ventrikel (bv. ernstige aortastenose);
  • hemodynamisch instabiel hartfalen na een acuut myocardinfarct;
  • ernstige nierinsufficiëntie (klaring < 30 ml/min);
  • ernstig gestoorde leverfunctie, hepatische encefalopathie;
  • hypokaliëmie;
  • overgevoeligheid voor dihydropyridinederivaten of voor sulfonamiden.

Waarschuwingen

Periodiek serumelektrolytconcentraties (m.n. van natrium, kalium) controleren en zo nodig corrigeren. De natriumspiegel bepalen vóór aanvang van de therapie, kalium in de eerste week na starten van de therapie; vervolgens met regelmatige tussenpozen. Dit is vooral van belang bij ouderen en mensen met cardiovasculaire aandoeningen, verlengd QT–interval, slechte voedingstoestand, levercirrose met oedeem en ascites, overmatig braken, diarree, diabetes mellitus, parenterale toediening van vloeistoffen en een streng zoutarm dieet, omdat dan de kans op elektrolytentekorten is toegenomen.

Bestaande verlenging van het QT-interval, hypokaliëmie en bradycardie zijn predisponerende factoren voor het ontstaan van ’torsades de pointes’.

Indapamide kan de calciumuitscheiding in de urine verlagen; manifeste hypercalciëmie kan het gevolg zijn van een eerder niet herkende hyperparathyreoïdie.

Bij patiënten met een gestoorde leverfunctie kan hepatische encefalopathie ontstaan, met name bij verstoring van de elektrolytenbalans; de toediening dan direct staken.

Bij diabetes mellitus is extra controle van bloedglucosewaarden aangewezen.

Voorzichtig toepassen bij patiënten met hartfalen, vanwege meer kans op longoedeem, toekomstige cardiovasculaire voorvallen en sterfte.

Voorzichtig zijn bij jicht in de anamnese.

Er zijn onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij kinderen en adolescenten.

Overdosering

Eigenschappen

Combinatie van een calciumantagonist met een dihydropyridinestructuur en een sulfonamide-achtig diureticum verwant aan thiazideverbindingen. Werkingsduur: ca. 24 uur.

Meer informatie: