amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide
Samenstelling
Exforge HCT Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Bevat per tablet: amlodipine (als besilaat) 5 mg, valsartan 160 mg, hydrochloorthiazide 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Bevat per tablet: amlodipine (als besilaat) 5 mg, valsartan 160 mg, hydrochloorthiazide 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Bevat per tablet: amlodipine (als besilaat) 10 mg, valsartan 160 mg, hydrochloorthiazide 12,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Bevat per tablet: amlodipine (als besilaat) 10 mg, valsartan 160 mg, hydrochloorthiazide 25 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
Bevat per tablet: amlodipine (als besilaat) 10 mg, valsartan 320 mg, hydrochloorthiazide 25 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Bij hypertensie verlagen diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), angiotensine-I-converterend-enzym-remmers (ACE-remmers) en angiotensinereceptorblokkers (ARB’s) de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntenkenmerken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het verhogen van de dosis; tevens beperkt het de bijwerkingen als gevolg van een dosisverhoging. De vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Indicaties
- Essentiële hypertensie, die voldoende is ingesteld op de afzonderlijke middelen amlodipine, valsartan en hydrochloorthiazide.
Dosering
Vóórdat patiënten worden overgezet op Exforge HCT, moet hun bloeddruk onder controle zijn met dezelfde dosis van de individuele componenten die op hetzelfde tijdstip worden ingenomen.
Essentiële hypertensie:
Volwassenen:
Eén tablet per dag, bij voorkeur ’s morgens. Maximaal: 10 mg/320 mg/25 mg 1×/dag.
Ouderen > 65 jaar:
Gebruik bij voorkeur een preparaat met de laagste dosering amlodipine.
De tablet in zijn geheel innemen met een beetje water, bij voorkeur elke dag op hetzelfde tijdstip. Niet innemen met pompelmoes- of grapefruitsap vanwege een mogelijke versterking van het bloeddrukverlagend effect.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, hypotensie, oedeem, pollakisurie, hypokaliëmie, dyspepsie.
Soms (0,1-1%): orthostatische hypotensie, tachycardie, (trombo)flebitis. Hoest, dyspneu, keelirritatie. Noncardiale pijn op de borst. Droge mond, slechte adem, smaakstoornis, misselijkheid, braken, diarree, pijn in de bovenbuik. Anorexie. Slaperigheid, slaapstoornis, lethargie, paresthesie, (perifere) neuropathie, syncope. Visusstoornis, vertigo. Spierpijn, spierzwakte, asthenie, spierspasme, loopstoornis, afwijkende coördinatie, rugpijn, pijn in extremiteiten, gewrichtszwelling, malaise. Hyperhidrose, jeuk. Impotentie. Gewichtstoename. Hyponatriëmie, verhoogde spiegels van calcium, urinezuur en lipiden. Verhoging creatinine, ureum, acuut nierfalen.
Meer informatie:
Interacties
Gelijktijdige behandeling met een ACE–remmer en een ARB vergroot de kans op hypotensie, syncope, hyperkaliëmie en achteruitgang van de nierfunctie; een dubbele blokkade alleen toepassen onder supervisie van een gespecialiseerd arts bij afzonderlijk gedefinieerde patiënten (zonder diabetische nefropathie) bij wie de nierfunctie, bloeddruk en het elektrolytengehalte regelmatig worden gecontroleerd. Bij diabetespatiënten of een verminderde nierfunctie (GFR < 60 ml/min/1,73 m²) is het gebruik van valsartan in combinatie met aliskiren gecontra–indiceerd. Bij andere patiënten wordt de combinatie ontraden; indien de combinatie toch toegepast dient te worden, is regelmatige bepaling van de nierfunctie, bloeddruk en serumelektrolyten aanbevolen.
Bij ’high risk’ patiënten (bv. na een myocardinfarct) kan combinatie van amlodipine met een β-blokker leiden tot hartfalen, hypotensie en myocardinfarct.
Thiaziden versterken de werking van andere antihypertensieve geneesmiddelen (bv. β-blokker, vasodilatatoren, calciumkanaalblokkers, ACE-remmers, angiotensine II-receptor-blokkers, directe renine remmers). Ook combinatie met alcohol, barbituraten en narcotica versterkt het hypotensieve effect.
Mogelijk verhogen sterke of matige CYP3A4-remmers (zoals ketoconazol, itraconazol, ritonavir, pompelmoes- en grapefruitsap, erytromycine, claritromycine, proteaseremmers) de plasmaspiegel van amlodipine; dosisverlaging kan noodzakelijk zijn.
Sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine, sint-janskruid) verlagen de plasmaspiegel. CYP3A4–inductoren met voorzichtigheid gebruiken in combinatie met amlodipine. Amlodipine kan bij combinatie met simvastatine de simvastatine–blootstelling verhogen.
Combinatie met dantroleen i.v. vermijden bij patiënten die vatbaar zijn voor maligne hyperthermie en bij de behandeling van maligne hyperthermie.
Valsartan is een substraat voor transporteiwitten zoals OATP1B1 en MRP–2; combinatie met uptake-transportremmers (rifampicine, ciclosporine) of efflux-transportremmers (ritonavir) kan de systemische blootstelling aan valsartan verhogen.
De renale lithiumklaring neemt af door toegenomen terugresorptie in de tubulus: verlaging van de lithiumdosis kan nodig zijn.
De werking van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen kan door het diureticum worden geantagoneerd. Voorzichtig zijn bij combinatie van hydrochloorthiazide met metformine vanwege de kans op lactaatacidose. Combinatie met β-blokkers vergroot de kans op hyperglykemie.
NSAID’s (incl. COX-2-remmers en acetylsalicylzuur (> 3 g/dag)) kunnen het diuretisch, natriuretisch en antihypertensief effect verminderen; vooral bij een gestoorde nierfunctie of bij volumedepletie kan de nierfunctie (verder) achteruit gaan en is er een kans op hyperkaliëmie.
Het door diuretica veroorzaakte kaliumverlies wordt mogelijk door valsartan ten dele tegengegaan; voorzichtig bij comedicatie van kaliumsecreterende middelen (o.a. laxantia, corticosteroïden, ACTH, benzylpenicilline, parenteraal amfotericine B, salicylzuurderivaten of anti-aritmica), vanwege de kans op hypokaliëmie.
Kaliumsparende diuretica (zoals spironolacton), heparine en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. trimethoprim, tacrolimus, ciclosporine) kunnen het effect op het serumkaliumgehalte versterken en leiden tot hyperkaliëmie, met name bij gestoorde nierfunctie.
Door hypokaliëmie (intra- en extracellulair) of hypomagnesiëmie is de grens van toxiciteit van digoxine en van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, eerder bereikt. Hypokaliëmie kan bij gebruik van ketanserine leiden tot ventriculaire hartritmestoornissen; verder kan het de gevoeligheid voor niet-depolariserende spierrelaxantia toenemen.
In combinatie met diuretica is er meer kans op acuut nierfalen bij toediening van radiocontrast; voor behandeling risicopatiënten (re)hydrateren.
Bij combinatie met geneesmiddelen die de natriumspiegel in serum kunnen verlagen (zoals bepaalde antipsychotica, anti–epileptica, antidepressiva) neemt de kans op hyponatriëmie toe; voorzichtig bij langdurig gebruik.
Gelijktijdig gebruik met vitamine D of calciumzouten kan een verdere verhoging van het serumcalcium veroorzaken door vergroting van de tubulaire reabsorptie van calcium.
Bij combinatie van hydrochloorthiazide en methyldopa is hemolytische anemie gemeld. Er is meer kans op hematologische reacties bij combinatie met geneesmiddelen die een negatieve invloed hebben op het bloedbeeld (bv. allopurinol, immunosuppressiva waaronder corticosteroïden, cytostatica).
De incidentie van overgevoeligheidsreacties is verhoogd bij combinatie met allopurinol.
Absorptie van thiazide-diuretica kan verlaagd worden door colestyramine; amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide niet gelijktijdig maar 4 uur ervoor of 4–6 uur erna innemen.
Zwangerschap
Hydrochloorthiazide passeert de placenta.
Teratogenese: Gebruik van ACE-remmers en ook van andere geneesmiddelen die het renine-angiotensine systeem beïnvloeden tijdens het 2e en 3e trimester is schadelijk, zich uitend in neonatale longhypoplasie, intra-uteriene groeivertraging, persisterende ductus arteriosus en schedelhypoplasie. Amlodipine: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid, na zeer hoge doses (uitstel van de partus, verlenging van weeën en hogere jongensterfte bij ratten). Hydrochloorthiazide: zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens. Op basis van farmacologische werkzaamheid kan vooral tijdens het 2e en 3e trimester de stof schadelijk zijn voor de zwangerschap.
Farmacologisch effect: Gebruik van ACE-remmers tijdens het 2e en 3e trimester kan leiden tot foetale en/of neonatale toxiciteit zoals gestoorde nierfunctie, nierfalen, oligohydramnion, hypotensie en hyperkaliëmie. Bij gebruik van hydrochloorthiazide dient er bij de vrouw rekening te worden gehouden met afname van het circulerend bloedvolume en bij de neonaat met icterus neonatorum, trombocytopenie en verstoring van de elektrolytenbalans. Bij dieren is tijdens het gebruik van een calciumantagonist met een dihydropyridinestructuur in relatief hoge dosering uitstel van de partus waargenomen.
Advies: Gebruik tijdens het 1e trimester wordt niet aanbevolen; gebruik tijdens het 2e en 3e trimester is gecontra-indiceerd.
Overige: Bij kinderwens en zwangerschap instellen op een veiligere therapie; aangeraden wordt de patiënte bij het begin van de behandeling al hierop te wijzen. Als inmiddels zwangerschap is vastgesteld de patiënt onmiddellijk overzetten op een veiliger behandeling. Bij blootstelling vanaf het 2e trimester wordt bij de foetus/neonaat een echoscopie van de nieren en schedel aanbevolen; de neonaat dient nauwlettend te worden gecontroleerd op hypotensie, oligurie en hyperkaliëmie. Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (amlodipine); ja, in kleine hoeveelheden (hydrochloorthiazide, bij mens en dier); onbekend (valsartan).
Advies: Gebruik ontraden. Indien amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide toch gebruikt dient te worden, een zo laag mogelijke dosering geven.
Overige: Hooggedoseerd kunnen thiazide-diuretica de lactatie remmen door versterkte diurese.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor dihydropyridinederivaten, thiazide-diuretica of sulfonamiden;
- leverinsufficiëntie (zie waarschuwingen/voorzorgen), levercirrose of cholestase;
- ernstige nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min/1,73m²), anurie, dialyse;
- refractaire hypokaliëmie, hyponatriëmie, hypercalciëmie en symptomatische hyperurikemie;
- ernstige hypotensie;
- shock (inclusief cardiogene shock);
- obstructie van het uitstroomkanaal van het linker ventrikel (bv. obstructieve hypertrofische cardiomyopathie, ernstige aortastenose);
- hemodynamisch instabiel hartfalen na een acuut myocardinfarct.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen
Aan het begin van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling serumelektrolytconcentraties (o.a. natrium, kalium, calcium, magnesium) controleren, met name bij patiënten met risicofactoren zoals nierinsufficiëntie, ander geneesmiddelgebruik en reeds bestaande verstoringen van de elektrolytenbalans en zo nodig corrigeren. Hyponatriëmie met neurologische symptomen is waargenomen bij gebruik van hydrochloorthiazide.
Vooral bij een geactiveerd renine-angiotensinesysteem zoals bij volume- en/of natriumdepletie is er meer kans op een hypotensieve reactie.
Voorzichtig bij mitralisstenose of bij significante niet ernstige aortastenose wegens het potentiële risico van verminderde coronaire en cerebrale doorbloeding door de verlaagde bloeddruk.
Bij gebruik van amlodipine is voorzichtigheid geboden bij obstructieve galwegaandoeningen, een acuut myocardinfarct of geringe cardiale reserve.
Bij bilaterale stenose van de arteriae renales of bij unilaterale stenose bij slechts één functionerende nier kunnen het plasma-ureum- en creatininegehalte stijgen, gezien de hemodynamische effecten van valsartan; monitoring wordt aanbevolen.
Bij gestoorde nierfunctie rekening houden met een acute achteruitgang van de nierfunctie en deze blijven controleren (creatinine, serumurinezuur, elektrolyten). Regelmatige controle van de nierfunctie is vooral aangewezen bij hartfalen en post-myocardinfarct.
Voorzichtig bij patiënten met hartfalen, vanwege mogelijk meer kans op longoedeem, toekomstige cardiovasculaire aandoeningen en sterfte.
Voorzichtig bij een leeftijd > 65 jaar vanwege relatief weinig gegevens, met name met de hoogste dosering Exforge HCT (zie ook Doseringen).
Amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide niet toepassen bij leverinsufficiëntie (ook lichte), omdat de dosering valsartan (maximaal 80 mg) in de combinatietabletten te hoog is.
Bij optreden van angio-oedeem de toediening onmiddellijk staken en niet opnieuw starten.
Thiazide-diuretica kunnen een systemische lupus erythematodes activeren.
Wegens hun invloed op het calciummetabolisme kunnen thiaziden bijschildklierfunctieproeven verstoren.
Bij een acute daling in de gezichtsscherpte of acute oogpijn (binnen enkele uren tot een week na start van de behandeling) de behandeling onmiddellijk stopzetten. Indien de oogdruk verhoogd is, deze proberen te verminderen, vanwege de kans op acuut gesloten-kamerhoekglaucoom na gebruik van hydrochloorthiazide.
Valsartan niet gebruiken bij primair hyperaldosteronisme vanwege onvoldoende werkzaamheid.
De drievoudige combinatie is niet onderzocht bij patiënten met een recente niertransplantatie.
Amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide niet toepassen bij een leeftijd < 18 jaar wegens gebrek aan gegevens over de werkzaamheid en veiligheid.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Combinatie van een calciumantagonist met een dihydropyridinestructuur, een ARB en een thiazide-diureticum. Werkingsduur: 24 uur.
Meer informatie:
Geneesmiddelgroep
amlodipine/valsartan/hydrochloorthiazide hoort bij de groep dihydropyridinen, overige combinatiepreparaten.