apixaban
Samenstelling
Eliquis Bristol-Myers Squibb bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de preventie van veneuze trombo-embolie na electieve heup- of knievervangende operaties zijn de factor Xa-remmers apixaban en rivaroxaban in klinische studies effectiever gebleken dan het laagmoleculaire heparine enoxaparine, met een vergelijkbare kans op bloedingen. Voordeel van apixaban en rivaroxaban ten opzichte van de LMWH’s en fondaparinux is de orale toedieningsvorm en ten opzichte van de vitamine K-antagonisten een gunstiger interactieprofiel en het niet noodzakelijk zijn van laboratoriumcontroles. Nadelen zijn het ontbreken van een specifiek antidotum, alsmede relatief weinig ervaring, waardoor de effecten en bijwerkingen op de lange termijn nog niet zijn vastgesteld. Wees voorzichtig bij iemand met een ernstige nierfunctiestoornis en gelijktijdig gebruik van plaatjesremmers omdat hierdoor de kans op bloedingen toeneemt. Bij hoog-risicopatiënten, patiënten met multipele complexe comorbiditeit en kwetsbare ouderen staat een positieve balans van de DOAC’s tussen werkzaamheid en (bloedings)risico niet vast; zie hiervoor Ephor antistollingsrapport 2016.
Indicaties
- Preventie van veneuze trombo-embolische aandoeningen bij volwassenen na een electieve heup- of knievervangende operatie;
- Preventie van een cerebrovasculair accident (CVA) en een systemische embolie bij volwassenen met non–valvulair atriumfibrilleren met minimaal één risicofactor zoals symptomatisch hartfalen ≥ NYHA-klasse II, hypertensie, leeftijd ≥ 75 jaar, diabetes mellitus, een eerder CVA of eerdere TIA;
- Behandeling van diepveneuze trombose (DVT) en pulmonale embolie (PE) en preventie van recidiverende DVT en PE bij volwassenen.
Dosering
Preventie van veneuze trombo-embolische aandoeningen:
Volwassenen:
2,5 mg tweemaal per dag. De initiële dosis 12–24 uur na de operatie innemen. Voor patiënten die een heupvervangende operatie hebben ondergaan, wordt een behandelduur van 32–38 dagen aanbevolen, voor patiënten die een knievervangende operatie hebben ondergaan 10–14 dagen.
Preventie van CVA en systemische embolie bij non-valvulair atriumfibrilleren:
Volwassenen:
5 mg tweemaal per dag.
Bij minstens twee van de volgende eigenschappen: een leeftijd ≥ 80 jaar, een lichaamsgewicht ≤ 60 kg, of een serumcreatinine ≥ 133 micromol/l: 2,5 mg tweemaal per dag.
Bij nierinsufficiëntie (creatinineklaring 15-29 ml/min): 2,5 mg tweemaal per dag.
Behandeling van DVT en PE:
Volwassenen:
10 mg tweemaal per dag gedurende de eerste 7 dagen, vervolgens 5 mg tweemaal per dag gedurende minimaal 3 maanden (bij voorbijgaande risicofactoren) of langer (bij permanente risicofactoren).
Preventie van recidiverende DVT en PE:
Volwassenen:
2,5 mg tweemaal per dag; starten na afronden van 6 maanden behandeling met apixaban 5 mg tweemaal per dag of een ander anticoagulans.
Overstappen van parenterale anticoagulantia naar apixaban of vice versa: overstappen bij de eerstvolgende geplande dosis; middelen niet tegelijkertijd gebruiken.
Overstappen van een vitamine K-antagonist naar apixaban: de vitamine K-antagonist stoppen en apixaban starten bij een INR < 2,0.
Overstappen van apixaban naar een vitamine K-antagonist: start behandeling met de vitamine K-antagonist naast apixaban gedurende minstens 2 dagen en bepaal de INR (juist vóór een geplande dosis apixaban); gebruik beide middelen naast elkaar totdat de INR ≥ 2.0 is.
Een gemiste dosis onmiddellijk inhalen en doorgaan met de resterende dagelijkse doses op het gebruikelijke tijdstip.
Bij slikproblemen de tabletten fijn maken en oplossen in water, 5% dextrose in water, appelsap of mengen door appelmoes en direct innemen. Voor toediening via nasogastrische sonde kunnen de tabletten worden fijn gemaakt en opgelost in 60 ml water of in 5% dextrose in water en direct toegediend worden. Fijngemaakte tabletten zijn tot 4 uur stabiel in water, 5% dextrose in water, appelsap of appelmoes.
Bijwerkingen
Preventie van veneuze trombo-embolie bij operatieve knie- of heupvervanging: Vaak (1–10%): anemie (incl. postoperatieve en hemorragische anemie), bloedingen (waaronder hematoom, vaginale en urethrale bloedingen), kneuzing en misselijkheid.
Soms (0,1–1%): trombocytopenie, hypotensie, neusbloeding, maag-darmbloeding, hematurie. Jeuk. Verhoogde waarden in bloed van ALAT, ASAT, γ-GT, alkalisch fosfatase en bilirubine.
Zelden (0,01–0,1%): overgevoeligheid, allergisch oedeem, anafylaxie. Oogbloeding, haemoptysis, gingivale bloeding, rectale bloeding, spierbloeding.
Preventie van CVA en systemische embolie: Vaak (1–10%): bloedingen waaronder hematoom, oogbloeding, neusbloeding, maag-darmbloeding, rectale bloeding, gingivale bloeding, hematurie. Kneuzing.
Soms (0,1–1%): overgevoeligheidsreactie, allergisch oedeem, anafylaxie. Intracraniële bloeding, intra-abdominale bloeding, haemoptysis, mondbloeding, abnormale vaginale bloeding, urogenitale bloeding. Huiduitslag, jeuk.
Zelden (0,01–0,1%): bloeding in het ademhalingsstelsel. Retroperitoneale bloeding.
Behandeling van DVT en PE en preventie van recidiverende DVT en PE: Vaak (1-10%): bloedingen waaronder hematoom, neusbloeding, maag-darmbloeding, rectale bloeding, gingivale bloeding. Hematurie. Kneuzing.
Soms (0,1-1%): oogbloeding, haemoptysis, abnormale vaginale bloeding, urogenitale bloeding. Jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): intracraniële bloeding, bloeding in het ademhalingsstelsel.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met andere anticoagulantia (zoals dabigatran, rivaroxaban, heparine(derivaten), vitamine K-antagonisten) is gecontra-indiceerd, behalve tijdens de overstap van en naar apixaban.
Gelijktijdig gebruik met middelen die met ernstige bloedingen samenhangen (zoals trombolytische middelen, GPIIb/IIIa-receptorantagonisten, clopidogrel of dipyridamol) wordt afgeraden. Gelijktijdig gebruik met ongefractioneerd heparine om een arteriële/veneuze katheter open te houden is wel toegestaan. Omdat er meer kans is op bloedingen, voorzichtig toepassen bij gelijktijdig gebruik met NSAID’s incl. acetylsalicylzuur.
Apixaban is een substraat voor CYP3A4/5 en P-glycoproteïne (Pgp). Gelijktijdige toediening van geneesmiddelen die sterke remmers zijn van CYP3A4 en Pgp (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol, HIV-proteaseremmers zoals ritonavir) wordt niet aanbevolen in verband met een mogelijk klinisch belangrijke stijging van de plasmaconcentratie van apixaban. Gelijktijdig gebruik van apixaban met sterke CYP3A4- én Pgp-inductoren (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital of sint-janskruid) kan leiden tot lagere plasmaconcentraties van apixaban; combinatie met apixaban niet gebruiken voor de behandeling van DVT en PE, bij de andere indicaties de combinatie alleen voorzichtig toepassen. Ook geactiveerde kool kan de blootstelling aan apixaban verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. Bij dieren werd een hoge ratio melk/moederplasma vastgesteld, mogelijk vanwege actief transport in de melk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- actieve klinisch significante bloeding;
- leverziekte die gepaard gaat met coagulopathie en een klinisch relevant bloedingsrisico;
- toegenomen kans op ernstige bloedingen zoals (recente) gastro-ulceratie, (verdenking op) oesofagusvarices, maligne neoplasmata, recent letsel of operatie aan hersenen, ruggenmerg of ogen, recente intracraniële bloeding, arterioveneuze malformaties, vasculair aneurysma of ernstige bloedvatafwijking in de hersenen of het ruggenmerg.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen
Wees extra voorzichtig bij aandoeningen met een toegenomen bloedingsneiging; ook bij een hogere leeftijd of laag lichaamsgewicht is er meer kans op bloedingen. Staak de behandeling bij optreden van een ernstige bloeding. Onderbreek de behandeling met apixaban vóór een operatie of andere procedure met een bloedingsrisico, bij een matig of groot risico minstens 48 uur van tevoren, bij een klein risico ten minste 24 uur; herstart de behandeling zo snel mogelijk. Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 15-29 ml/min) kunnen de plasmaconcentraties van apixaban significant zijn verhoogd, wat leidt tot meer kans op bloedingen. Het gebruik wordt niet aanbevolen bij een creatinineklaring < 15 ml/min en dialyse; voorzichtig toepassen bij een creatinineklaring van 15–29 ml/min vanwege verhoogde plasmaspiegels van apixaban.
Controleer de leverfunctie voor het begin van de behandeling. Indien niet gecontra-indiceerd kan apixaban met voorzichtigheid worden gebruikt bij lichte of matige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 5–9); het gebruik bij ernstige leverinsufficiëntie wordt ontraden. Er is geen ervaring van het gebruik bij patiënten met ALAT/ASAT > 2× ULN of totaal bilirubine ≥ 1,5× ULN; apixaban alleen gebruiken onder nauwkeurige controle van deze waarden voor en tijdens de behandeling.
Epidurale of intrathecale verblijfskatheters ten minste 5 uur vóór de eerste dosis van apixaban verwijderen. Als dit niet mogelijk of niet wenselijk is, dan tussen de laatste dosis apixaban en het verwijderen van de katheter een tijdsinterval van 20–30 uur aanhouden (tweemaal de halfwaardetijd) en de laatste dosis weglaten. De volgende dosis ten minste 5 uur na het verwijderen van de katheter geven. Patiënten na spinale of epidurale anesthesie of punctie nauwlettend controleren op tekenen van een neurologische functiestoornis.
Apixaban kan de resultaten van stollingstests (PT, aPTT, INR) beïnvloeden, uitkomsten zijn zeer variabel.
Gebruik wordt niet aangeraden bij hemodynamisch instabiele PE-patiënten of als trombolyse of pulmonale embolectomie nodig is en bij patiënten met een prothetische hartklep vanwege onvoldoende gegevens betreffende veiligheid en werkzaamheid. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met apixaban contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Therapie
Een gekalibreerde kwantitatieve antifactor Xa-assay kan informatie over de mate van blootstelling aan apixaban geven.
Eigenschappen
Reversibele, krachtige, directe en selectieve remmer van stollingsfactor Xa. Hierdoor remt apixaban de vorming van trombine en stolsels.
Kinetische gegevens
F | ca. 50%. |
T max | 3–4 uur. |
V d | ca. 0,3 l/kg. |
Metabolisering | vnl. via CYP3A4/5 (geringe bijdrage van CYP1A2, CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2J2) tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | ca. 25% als metaboliet, waarvan een groot gedeelte met de feces en een gedeelte onveranderd met de feces; ca. 27% met de urine. |
T 1/2el | ca. 12 uur. |
Geneesmiddelgroep
apixaban hoort bij de groep direct werkende orale anticoagulantia.