Bromocriptine

Publish

Samenstelling

Parlodel (als mesilaat) Meda Pharma bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
5 mg
Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
2,5 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

bromocriptine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Hyperprolactinemie: De belangrijkste indicatie voor bromocriptine is de wens tot het krijgen van kinderen bij amenorroe, veroorzaakt door hyperprolactinemie; hierbij is specialistische controle gewenst.

Bij de ziekte van Parkinson is de keuze van de medicamenteuze therapie sterk afhankelijk van het ziektebeeld, de leeftijd en de sociale omstandigheden van de patiënt. Indien een direct effect niet noodzakelijk is en de patiënt het instelschema kan volgen, komt een dopamine-agonist in aanmerking, bijvoorbeeld in een vroeger stadium van de ziekte bij patiënten jonger dan 65–70 jaar. Daarnaast kan een dopamine-agonist worden toegevoegd aan de behandeling met levodopa als in een later stadium motorische complicaties ontstaan. Binnen de groep dopamine-agonisten gaat de voorkeur uit naar de non-ergot preparaten pramipexol of ropinirol.

Bij acromegalie is nog slechts geringe ervaring met bromocriptine opgedaan. Vooralsnog staat bij deze aandoening de radiologische en/of neurochirurgische behandeling op de voorgrond.

Indicaties

  • Voorkómen of onderdrukken van lactatie post partum, alleen als dit medisch geïndiceerd is (zoals intrapartum verlies, neonatale dood, HIV-infectie van de moeder);
  • Hyperprolactinemie post partum na een zwangerschap die mogelijk is gemaakt door behandeling met bromocriptine. Amenorroe en/of galactorroe ten gevolge van hyperprolactinemie;
  • Prolactinomen: micro- of macroadenoom en preoperatief;
  • Prolactine gerelateerd hypogonadisme bij de man;
  • Acromegalie: ter ondersteuning van radiologische of neurochirurgische behandeling of na mislukking van, of contra-indicaties voor een dergelijke behandeling;
  • Parkinsonisme, met uitzondering van de medicamenteus veroorzaakte vorm.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Voorkomen of onderdrukken van de lactatie op medische gronden:

2,5 mg 2×/dag gedurende 2 weken. De behandeling zo spoedig mogelijk na partus of abortus starten, maar niet voordat de vitale kenmerken zich hebben gestabiliseerd. Indien 2–3 dagen na de behandeling een lichte secretie optreedt uit de mammae, behandeling herhalen gedurende 1 week.

Hyperprolactinemie bij de vrouw (met amenorroe en/of galactorroe of post partum):

1,25 mg 2–3×/dag; bij onvoldoende werking geleidelijk verhogen tot 2,5 mg 2–3×/dag. De behandeling voortzetten tot de lactatie volledig is opgehouden en bij amenorroe, totdat de cyclus weer normaal is geworden. Zo nodig kan een behandeling gedurende meerdere cycli worden voortgezet om een recidief te voorkomen.

Prolactinomen:

1,25 mg 2–3×/dag; eventueel verhogen op geleide van de plasmaprolactinespiegel.

Hyperprolactinemie bij de man:

begindosering 1,25 mg 2–3×/dag; vervolgens verhogen tot 5–10 mg per dag.

Acromegalie:

begindosering 1,25 mg 2–3×/dag; geleidelijk binnen 1–2 weken verhogen tot 2,5–5 mg 4×/dag.

Ziekte van Parkinson:

gedurende de eerste week 1,25 mg 1×/dag, bij voorkeur ’s avonds; daarna iedere week met telkens 1,25 mg verhogen op geleide van de therapeutische respons en of het wordt verdragen. De dagelijkse dosering verdelen over 2–3 giften. Indien binnen 6–8 weken geen adequate respons is opgetreden, kan de dosering in stappen van 2,5 mg per week worden verhoogd; max 30 mg/dag. Bij optreden van bijwerkingen de dosering gedurende ten minste 1 week verlagen en bij verdwijnen van de bijwerkingen weer verhogen. In een aantal gevallen is 10–15 mg/dag al werkzaam; gemiddelde onderhoudsdosering 10–40 mg/dag. Bij stoornissen van de motoriek tijdens gebruik van levodopa tevens de levodopadosis verlagen, voordat met bromocriptine wordt gestart. Als het gewenste effect van bromocriptine optreedt kan men vervolgens proberen de levodopadosis geleidelijk verder te verlagen.

Bij een verminderde leverfunctie kan dosisaanpassing nodig zijn.

De tabletten tijdens de maaltijd innemen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): Misselijkheid, braken, obstipatie, hoofdpijn, sufheid, duizeligheid, verstopte neus.

Soms (0,1-1%): verwardheid, psychomotorische onrust, hallucinaties, dyskinesie, droge mond, (orthostatische) hypotensie (zelden leidend tot syncope), allergische huidreacties, haaruitval, beenkrampen, vermoeidheid.

Zelden (0,01-0,1%): psychische stoornissen, slapeloosheid, slaperigheid, paresthesie, visusstoornis, tinnitus, pleurale effusie, pleurale en pulmonale fibrose, pleuritis, dyspneu, diarree, buikpijn, retroperitoneale fibrose, maag-darmbloedingen, maagzweren, tachycardie, bradycardie, aritmie, perifeer oedeem.

Zeer zelden (< 0,01%): uitzonderlijke slaperigheid overdag, plotselinge slaapaanvallen, cardiale valvulopathie (incl. regurgitatie) en verwante aandoeningen (pericardiale effusie, pericarditis), pathologisch gokgedrag, groter libido, hyperseksualiteit, door koude geïnduceerde bleekheid van vingers en tenen (met name bij ziekte van Raynaud in anamnese), neuroleptisch maligne syndroom na abrupt staken.

Na post partum-gebruik tevens zelden: hypertensie, myocardinfarct, convulsies, CVA.

Stoornissen in de impulsbeheersing (pathologisch gokgedrag, toegenomen libido, hyperseksualiteit, eetaanval, dwangmatig winkelen) kunnen optreden tijdens behandeling met dopamine-agonisten.

Interacties

Door dopamine-antagonisten (antipsychotica, anti-emetica) kunnen werking en bijwerkingen worden tegengegaan. Bromocriptine is remmer en substraat van CYP3A4; gelijktijdig gebruik van erytromycine kan de plasmaspiegels verhogen. Tijdens het kraambed wordt gelijktijdig gebruik met andere ergot-alkaloïden zoals (methyl)ergometrine afgeraden. Alcohol heeft invloed op het kunnen verdragen van bromocriptine.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens en in dierproeven zijn geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Bij een patiënt met een microadenoom die zwanger wordt nadat met bromocriptine is gestopt, is observatie aangewezen. Indien er symptomen zijn van toenemende grootte van een prolactinoom (zoals hoofdpijn of toenemende gezichtsvelddefecten), opnieuw bromocriptine voorschrijven of een operatieve ingreep overwegen.
Overige: Bromocriptine kan een tot dan bestaande infertiliteit opheffen; indien geen zwangerschap gewenst is wordt bij vruchtbare vrouwen een betrouwbare vorm van anticonceptie aangeraden.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend.
Overige: Bromocriptine onderdrukt de lactatie. Gebruik van bromocriptine in de periode na de bevalling geeft mogelijk een zeldzaam risico bij de moeder op ernstige cardiovasculaire bijwerkingen (o.a. hypertensie, myocardinfarct, CVA, shock en convulsies).
Advies: Gebruik ontraden, tenzij er zwaarwegende medische redenen zijn.

Contra-indicaties

  • Coronairlijden of andere ernstige cardiovasculaire afwijkingen.
  • Zwangerschapstoxicose.
  • Hypertensie (post partum en in het puerperium), syndroom in de zwangerschap (zwangerschapshypertensie, (pre-)eclampsie).
  • Ongecontroleerde hypertensie.
  • Symptomen en/of een anamnese van ernstige psychische stoornissen.
  • Overgevoeligheid voor ergot-alkaloïden.
  • Voor langdurige behandeling: op ECG vastgestelde cardiale valvulopathie.
  • Tevens: voor gebruik ter onderdrukking van de lactatie of andere niet-levensbedreingende indicaties: anamnese van coronairlijden of andere ernstige cardiovasculaire afwijkingen; symptomen of anamnese van ernstige psychische stoornissen.

Waarschuwingen

Patiënten regelmatig controleren op de ontwikkeling van stoornissen in de impulsbeheersing. Bij gedragssymptomen van stoornissen in de impulsbeheersing (pathologisch gokgedrag, toegenomen libido, hyperseksualiteit, eetaanval, dwangmatig winkelen) overwegen de dosis te verminderen/af te bouwen. Terughoudendheid is geboden bij hypofysetumor, ziekte van Raynaud, psychose en cardiovasculaire ziekte in de anamnese, gestoorde leverfunctie en bij behandeling van acromegaliepatiënt met (doorgemaakte) ulcus pepticum. Bij optreden van maag-darmbloedingen, maagzweren de behandeling staken. Bij onverklaarbare pleuro-pulmonale symptomen de patiënt grondig onderzoeken en overwegen de behandeling te stoppen. Aanbevolen wordt te letten op symptomen van retroperitoneale fibrose (rugpijn, oedeem in onderste extremiteiten, verminderde nierfunctie); bij aanwezigheid van fibrotische veranderingen in het retroperitoneum de behandeling staken. Bij postpartaal gebruik ter preventie van de lactatie periodiek de bloeddruk controleren; bij optreden van hypertensie, verdachte pijn op de borst, ernstige continue of progressieve hoofdpijn (met of zonder visusstoornissen) of intoxicatie van het centrale zenuwstelsel de behandeling staken en de patiënt nazien. Bij langdurige behandeling van hyperprolactinemie elke 1–2 jaar de therapie twee maanden staken en nagaan of er een blijvende normalisering van de prolactineplasmaconcentratie is. Bij een macroadenoom dient bestaande hypofysaire insufficiëntie, door compressie of destructie van hypofysair weefsel, vóór toediening van bromocriptine met adequate suppletie te worden gecorrigeerd. Tijdens behandeling van macroprolactinomen het gezichtsveld controleren om tijdig secundair gezichtsveldverlies door een herniatie van het chiasma te herkennen; in dergelijke gevallen kan door dosisverlaging de gezichtsveldstoornis verbeteren, ten koste van enige verhoging van de prolactinespiegel en groei van de tumor.

Rekening moet worden gehouden met verminderd reactie- en concentratievermogen door mentale stoornissen, slaperigheid, plotselinge slaapaanvallen of hypotensieve reacties. Bij last van slaperigheid en plotselinge slaapaanvallen afzien van autorijden en het bedienen van machines totdat de slaapaanvallen en de slaperigheid zijn verdwenen.

Overdosering

Eigenschappen

Aan ergotamine verwante D2-dopaminereceptor-agonist met D1-receptor-antagonistische werking. Remt de prolactinesecretie, vermindert bij acromegalie de overproductie van somatropine (groeihormoon) en stimuleert direct de dopaminereceptoren, waardoor de verschijnselen van parkinsonisme afnemen. Bij parkinsonisme kan bromocriptine als monotherapie worden ingezet maar ook gecombineerd met levodopa en een decarboxylaseremmer. Er bestaat waarschijnlijk geen verband tussen de plasmaconcentratie en het anti-parkinsoneffect. Prolactineverlagende werking: oraal na 1–2 uur, max. na 5–10 uur en blijft 8–12 uur bijna gelijk. Werkingsduur: 2–3 uur, klinisch 1–10 uur (anti-parkinsoneffect).

Kinetische gegevens

Resorptiesnel en goed.
F6% door groot first-pass-effect.
T max1–3 uur.
Eiwitbinding96%.
Metaboliseringvia CYP3A4.
Eliminatiein de vorm van metabolieten, bijna volledig via de lever; 6% via nieren.
T 1/2el15 (8–20) uur.