pergolide
Samenstelling
Pergolide Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 0,25 mg, 1 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van de ziekte van Parkinson is de keuze van de medicamenteuze therapie sterk afhankelijk van het ziektebeeld, de leeftijd en de sociale omstandigheden van de patiënt. Binnen de orale dopamine-agonisten gaat de voorkeur uit naar de non-ergot preparaten pramipexol of ropinirol. Geadviseerd wordt pergolide niet meer voor te schrijven aan nieuwe patiënten en om patiënten die pergolide gebruiken regelmatig echocardiografisch te vervolgen.
Indicaties
Indien een dopamine-agonist wordt overwogen als tweedelijnstherapie bij patiënten die niet reageren op een non-ergot dopamine-agonist (pramipexol of ropinirol) of deze niet verdragen, voor M. Parkinson als monotherapie en als aanvullende therapie op levodopa, al dan niet in combinatie met een perifere decarboxylaseremmer.
Dosering
Pergolide dient, ook in combinatietherapie, in- en uitsluipend te worden gedoseerd vanwege het risico van (orthostatische) hypotensie. Let op! De aanbevolen doseringen zijn niet meer mogelijk met de nu nog beschikbare sterkten.
Start de behandeling onder supervisie van een gespecialiseerde arts. Herbeoordel bij langdurige behandeling regelmatig de voordelen, gezien het risico op hartklepaandoeningen en andere fibrotische reacties.
Ziekte van Parkinson:
Volwassenen:
Als monotherapie: De eerste dag 0,05 mg ‘s avonds, daarna gedurende 30 dagen de dosis geleidelijk opvoeren tot een totale dagdosering van 1,5 mg (verdeeld over 3 giften) is bereikt. Na dag 30 de dagelijkse dosering met maximaal 0,25 mg 2×/week verhogen tot een optimale respons is bereikt, gemiddeld 2,1–2,5 mg per dag in 3 giften; max. 3 mg/dag. Als aanvullende therapie: De eerste twee dagen 0,05 mg 1×/dag, daarna gedurende 12 dagen iedere drie dagen de dosis geleidelijk opvoeren met 0,1–0,15 mg per dag, waarna deze iedere drie dagen met 0,25 mg per dag kan worden verhoogd tot een optimale dosis is bereikt, gewoonlijk 1–3 mg per dag in 3 giften; max. 3 mg/dag, vanwege meer kans op hartklepaandoeningen en andere fibrotische reacties bij hogere doses. Vaak kan de dosis levodopa (in combinatie met decarboxylaseremmer) voorzichtig worden verlaagd. Om bijwerkingen op het maag-darmkanaal te verminderen wordt in het begin van de behandeling domperidon aanbevolen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10 %): hartklepaandoeningen (regurgitatie ≥ 20% ), pericardiale effusie, pericarditis, misselijkheid, obstipatie, neusverstopping, hallucinaties (soms irreversibel), verwardheid, duizeligheid, dyskinesie, dystonie, slaperigheid, slapeloosheid.
Vaak (1-10%): diarree, dyspepsie, buikpijn, droge mond braken, (orthostatische) hypotensie, vasodilatatie, hypertensie, anemie, anorexie, angst, abnormale dromen, persoonlijkheidsstoornis, psychose, neuralgie, coördinatiestoornissen, akinesie, hypertonie, acathisie, syncope, extrapiramidaalsyndroom, hikken, perifeer oedeem, dyspneu, hartkloppingen, aritmieën, myocardinfarct, huiduitslag, gezichtsoedeem, pijnen, griepachtige verschijnselen, abnormale gang, rillingen, gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): leukopenie, epistaxis, pleuravocht, stijging van leverenzymwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): koorts, stijging van ureumspiegel.
Zeer zelden (< 0,01%): pathologisch gokgedrag, toename libido en hyperseksualiteit met name bij hoge dosering; verder neuroleptisch maligne syndroom, plotselinge slaapaanvallen, ziekte van Raynaud, pleurale effusie/fibrose, pleuritis, longfibrose, retroperitoneale fibrose. De incidentie van valvulopathie wordt geschat op 20% of meer; er zijn weinig gegevens bekend over de reversibiliteit; er zijn aanwijzingen dat hogere doses en/of cumulatieve blootstelling de kans erop doet toenemen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik kan bestaande dyskinesie, verwarring en hallucinaties bij levodopa verergeren.
Dopamine-antagonisten zoals antipsychotica en metoclopramide verminderen de effectiviteit van pergolide.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van antihypertensiva vanwege een risico van (orthostatische) hypotensie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: gebruik tijdens de zwangerschap is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Overig: Pergolide onderdrukt de lactatie.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor ergot-alkaloïden;
- voorgeschiedenis van fibrotische stoornissen;
- hartklepaandoening vastgesteld via echocardiografie;
- ernstige perifere doorbloedingsstoornissen en coronaire insufficiëntie;
- ernstige nier- en/of leverinsufficiëntie.
Waarschuwingen
Behandeling beginnen onder supervisie van een gespecialiseerde arts. Bij langdurige behandeling de voordelen van de behandeling regelmatig afwegen ten opzichte van het grotere risico van fibrotische reacties en valvulopathie. Vóór de start van de behandeling is een cardiovasculair onderzoek, inclusief een echocardiogram aangewezen om een asymptomatische hartklepaandoening uit te sluiten en daarna een ECG 3–6 maanden na de start van de behandeling, en vervolgens minstens elke 6–12 maanden tijdens de behandeling. Bij ontwikkeling van fibrose, een nieuwe of verergerde valvulaire regurgitatie, verminderde beweeglijkheid van een klep of verdikking van een klepblad, de behandeling staken. Voorzichtigheid is geboden bij een voorgeschiedenis van pleuritis, pleurale effusie, pleurale fibrose, pericarditis, pericardiale effusie, hartklepaandoening, of retroperitoneale fibrose die mogelijk zijn opgetreden in samenhang met ergotderivaten met een agonistactiviteit op de serotonine 5-HT2B-receptor. Ook vóór de start van de behandeling de erytrocyten-sedimentatiesnelheid bepalen of andere ontstekingsmarkers, longfunctieonderzoek, radiografie van de borst en nierfunctie. Tijdens de behandeling controleren op symptomen van progressieve fibrose zoals bij pleuropulmonale ziekte, nierinsufficiëntie, ureterale/abdominale vasculaire obstructie en hartfalen.
Wees voorzichtigheid bij ouderen, bij (een geschiedenis van) psychose, verwardheid en hallucinaties in de anamnese en bij hartritme-, hart-, lever- en/of nierfunctiestoornis. Verwarring, hallucinaties en dyskinesieën worden vooral gezien in combinatie met levodopa of andere dopamine-agonisten en zijn dosis-afhankelijk.
Therapie niet abrupt staken vanwege het risico van hallucinaties en verwarring.
Patiënten regelmatig controleren op de ontwikkeling van stoornissen in de impulsbeheersing. Bij gedragssymptomen van stoornissen in de impulsbeheersing (pathologisch gokgedrag, toegenomen libido, hyperseksualiteit, eetaanval, dwangmatig winkelen), overwegen de dosis te verminderen of af te bouwen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen door hallucinaties, slaperigheid en plotselinge slaapaanvallen. Bij last van slaperigheid of plotselinge slaapaanvallen de dosering verminderen en afzien van autorijden en het bedienen van machines totdat de slaapaanvallen en de slaperigheid zijn verdwenen.
Overdosering
Neem voor informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met pergolide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Aan ergotamine verwante dopamine-agonist. Remt de prolactinesecretie en veroorzaakt een voorbijgaande toename van de groeihormoonconcentratie. Pergolide stimuleert direct de D2-receptoren met een preferentie voor het D3-receptorsubtype en in mindere mate tevens de D1-receptoren. Werkingsduur: > 24 uur (remming prolactinesecretie), aanzienlijk korter (anti-parkinson).
Kinetische gegevens
Eiwitbinding | 90%. |
Metabolisering | vrijwel volledig tot > 10 metabolieten. |
Eliminatie | met de urine 55%. |
Geneesmiddelgroep
pergolide hoort bij de groep dopamine-agonisten, overige.