budesonide (bij astma)
Samenstelling
Budesonide Dosisaerosol/Inhalatiepoeder/Vernevelvloeistof Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Dosisaerosol ’CFK-vrij’
- Sterkte
- 200 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 200 doses
Ook beschikbaar met jet-inhaler.
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Easyhaler’
- Sterkte
- 200 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 200 doses
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Easyhaler’
- Sterkte
- 400 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 100 doses
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Novolizer’
- Sterkte
- 200 microg
- Verpakkingsvorm
- 200 doses
Ook beschikbaar met inhalator.
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Novolizer’
- Sterkte
- 400 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 100 doses
Ook beschikbaar met inhalator.
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder in patroon ’Cyclocaps’
- Sterkte
- 200 microg, 400 microg, 800 microg
- Toedieningsvorm
- Vernevelvloeistof (suspensie)
- Sterkte
- 0,125 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
- Toedieningsvorm
- Vernevelvloeistof (suspensie)
- Sterkte
- 0,25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
- Toedieningsvorm
- Vernevelvloeistof (suspensie)
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
- Toedieningsvorm
- Steri-neb vernevelvloeistof (suspensie)
- Sterkte
- 0,125 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
- Toedieningsvorm
- Steri-neb vernevelvloeistof (suspensie)
- Sterkte
- 0,25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
- Toedieningsvorm
- Steri-neb vernevelvloeistof (suspensie)
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Pulmicort AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Turbuhaler’
- Sterkte
- 100 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 200 doses
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Turbuhaler’
- Sterkte
- 200 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 200 doses
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder ’Turbuhaler’
- Sterkte
- 400 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 50 doses, 200 doses
- Toedieningsvorm
- Vernevelvloeistof (suspensie) ’Respules’
- Sterkte
- 125 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml
- Toedieningsvorm
- Vernevelvloeistof (suspensie) ’Respules’
- Sterkte
- 250 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml
- Toedieningsvorm
- Vernevelvloeistof (suspensie) ’Respules’
- Sterkte
- 500 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
budesonide (bij astma) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Niet-medicamenteuze adviezen bij astma bestaan uit stoppen met roken, voldoende beweging, vermijding van prikkels en gewichtsreductie bij obesitas. Bij minder frequente astmaklachten (≤ 2×/week) is ’zo nodig’-gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum aangewezen. Bij frequentere klachten (≥ 3×/week) en vaker gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum, is onderhoudsbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd (ICS; bv budesonide) geïndiceerd. Indien hiermee onvoldoende astmacontrole wordt bereikt, kan een langwerkend β2-sympathicomimeticum worden toegevoegd aan de onderhoudsbehandeling met ICS.
Indicaties
Onderhoudsbehandeling van astma. De vernevelsuspensie gebruiken indien andere toedieningsvormen ontoereikend zijn.
Behandeling met de vernevelvloeistof (Respules) van zeer ernstige pseudokroep, waarbij ziekenhuisopname is geïndiceerd.
Niet geregistreerde indicatie: [onderhoudsbehandeling COPD]
Dosering
De dosering is individueel; de onderhoudsdosering is de laagste dosis waarbij de patiënt symptoomvrij blijft.
Astma:
Volwassenen:
Dosisaerosol: 200–1600 microg /dag ofwel 1–2 inhalaties 2–4×/dag afhankelijk van de ernst van de astma. Bij matig persisterend astma 200–800 microg/dag, bij ernstig astma, ernstige exacerbaties of bij overschakeling van orale corticosteroïden is de begindosering 800–1600 microg per dag. Inhalatiepoeder: begindosering 200–400 microg 1–2×/dag (’Novolizer’) of 2–4×/dag (’Turbuhaler’); bij ernstig astma of bij overschakeling van orale corticosteroïden is de begindosering 1600 microg per dag in 2–4 doses.
De onderhoudsdosering is de laagste dosering waarbij de patiënt symptoomvrij blijft; meestal is toediening 2×/dag voldoende, bij mild persisterend astma kan bij gebruik van een lage dosering 1×/dag worden geprobeerd. Bij sommige patiënten met matig persisterend of tijdens astma exacerbaties kan toediening 4×/dag van voordeel zijn.
Vernevelvloeistof: individueel; begin- en onderhoudsdosering Pulmicort 500–1000 microg in 2 doses, max. 1500–2000 microg per dag; Budesonide vernevelvloeistof 500–2000 microg per dag. In zeer ernstige gevallen kan de dosering worden verhoogd. Bij mild tot matig stabiel astma kan 1×/dag doseren worden overwogen.
Kinderen 0,5–12 jaar:
Vernevelsuspensie: Budesonide vernevelvloeistof: 250-1000 microg/dag; Pulmicort 250–500 microg /dag (bij kinderen tot 4 jaar als proefbehandeling van 6–12 weken). Bij patiënten met een onderhoudsdosering van orale corticosteroïden kan een hogere dosering tot 2000 microg/dag worden overwogen. De onderhoudsdosering aanpassen op geleide van het klinisch beeld in stappen van 2–4 weken.
Kinderen 2-6 jaar:
Dosisaerosol: 100 microg 2-4×/dag. Het NHG adviseert als proefbehandeling voor kinderen tot 6 jaar 200 microg 2×/dag gedurende 4-6 weken.
Kinderen > 7 jaar:
Dosisaerosol: 200 microg 2-4×/dag. Inhalatiepoeder: ’Easyhaler’/’Novolizer’: 200 microg 2×/dag of 200–400 microg 1×/dag; max. 400 microg 2×/dag. ’Turbuhaler’/’Cyclocaps’: begindosering 100–200 microg 2–4×/dag, max. 400 microg per dag. Bij ernstig persisterend astma en bij overschakeling van orale corticosteroïden is de begindosering 400 microg in 2–4 doses.
Beëindigen of verminderen van behandeling met orale corticosteroïden:
Volwassenen:
200 microg 2–4×/dag; max. 1600 microg per dag in 2–4 doses gedurende 7–10 dagen toegevoegd aan de bestaande medicatie van orale corticosteroïden. Na deze periode kan worden begonnen met verlaging van de orale dosis corticosteroïd tot het laagste niveau dat, in combinatie met budesonide, een stabiele longfunctie geeft.
Pseudokroep:
Kinderen ≥ 3 maanden:
2 mg als eenmalige verneveling of 2 doses van 1 mg met een interval van 30 min. Deze dosis kan iedere 12 uur worden herhaald tot max. 36 uur of totdat klinische verbetering optreedt.
[COPD]
Volwassenen:
Volgens de NHG-standaard COPD: dosisaerosol of inhalatiepoeder: 400 microg 2×/dag, max. 1600 microg/dag. Behandelduur: initieel gedurende één jaar en wel alleen bij ≥ 2 ernstige exacerbaties (≥ 2 kuren prednisolon en/of een antibioticum of 1 ziekenhuisopname wegens COPD) in het voorafgaande jaar, ondanks behandeling met een langwerkende luchtwegverwijder. Bij een afname van het aantal exacerbaties, gemeten aan het aantal kuren prednisolon of een antibioticum of ziekenhuisopnamen wegens COPD, kan deze behandeling worden voortgezet. Als het aantal exacerbaties niet afneemt of er gedurende een langere periode (twee jaar) geen exacerbaties meer zijn, de behandeling, omdat deze een verhoogd risico geeft op een pneumonie, staken.
Bij overschakeling van de aerosol op een inhalatiepoeder verdient het aanbeveling de patiënt opnieuw in te stellen op een (lagere) onderhoudsdosering in verband met verschil in effectiviteit per toegediende dosis. Bij inhalatie van de aerosol via de metalen ’Nebuhaler’ is de beschikbare hoeveelheid geneesmiddel constanter en hoger dan zonder of met kunststof inhalatiekamer; in sommige gevallen kan de dosering worden verlaagd.
De vernevelvloeistof is een suspensie en moet voor gebruik worden geschud. De afgegeven dosis en de vernevelingstijd zijn afhankelijk van de stroomsnelheid, het volume van de vernevelkamer en het vulvolume. De vloeistof vernevelen met een geschikte vernevelaar (jetvernevelaar met mondstuk en eventueel gezichtsmasker). Bij gebruik van een gezichtsmasker na toediening het gezicht wassen om lokale irritatie te voorkomen. Ultrasone vernevelaars zijn niet geschikt voor de verneveling van de vernevelvloeistof, omdat de aflevering van budesonide bij dit type vernevelaar te laag is.
De inhalatie uitvoeren vóór een maaltijd en na de inhalatie, de mond en keelholte goed met water spoelen (niet doorslikken), om de kans op orofaryngeale candidiasis of heesheid te verminderen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): geïrriteerde keel, heesheid, orofaryngeale candidiasis, hoest, slikproblemen, droge mond, smaakstoornis.
Soms (0,1–1%): psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, agressie.
Zelden (0,01-0,1%): rusteloosheid, nervositeit, depressie, gedragsveranderingen (voornamelijk bij kinderen). Lokale huidirritatie na toediening van de vernevelvloeistof met behulp van een gezichtsmasker. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, dermatitis, urticaria, angio-oedeem en anafylactische reactie), oedeem, jeuk, erytheem, paradoxale bronchospasmen, toegenomen neiging tot blauwe plekken. Bijniersuppressie, groeivertraging (bij kinderen).
Zeer zelden (< 0,01%): glossodynie, stomatitis, misselijkheid, vermindering botdichtheid, cataract, glaucoom.
Interacties
Budesonide wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4, gelijktijdig gebruik van CYP3A4-remmers zoals itraconazol, ketoconazol, ritonavir, sanquinavir, erytromycine en claritromycine kan de plasmaspiegels van budesonide verhogen. Bij langdurig gelijktijdig gebruik van deze middelen hiermee rekening houden.
De werking van corticosteroïden kan worden versterkt door oestrogenen.
ACTH-stimulatietests voor diagnostisering van hypofyse-insufficiëntie kunnen lagere waarden geven, vanwege mogelijke bijnierschorssuppressie.
Zwangerschap
Teratogenese: Gegevens over gebruik van budesonide per inhalatie tijdens een groot aantal zwangerschappen (n > 2000) geven geen aanwijzingen voor schadelijke effecten bij de foetus of neonaat.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Bij therapeutische doses worden er geen effecten bij de zuigeling verwacht (vanwege de geringe systemische blootstelling).
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Waarschuwingen
Bij paradoxale bronchospasme de behandeling staken.
Longtuberculose kan geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden. Ook kunnen inhalatiecorticosteroïden bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren. Wees voorzichtig bij longaandoeningen zoals bronchiëctasie en pneumoconiose vanwege het risico van een schimmelinfectie.
Langdurig gebruik van hoge doseringen inhalatiecorticosteroïden kan leiden tot systemische effecten als het Cushingsyndroom (o.a. remming bijnierschorsfunctie, vermindering botdichtheid, cataract, glaucoom en psychische stoornissen als depressie, angst, hyperactiviteit, agressie (bij kinderen)). Bij langdurig gebruik bij kinderen de groei controleren en bij groeiremming trachten de dosering inhalatiecorticosteroïd te verminderen.
Na overschakeling van een langdurige behandeling met orale corticosteroïden rekening houden met langzaam herstel van de verstoorde bijnierschorsfunctie. Bij overschakeling dient de patiënt in een betrekkelijk stabiele fase te verkeren; budesonide kan voor circa 10 dagen eerst in hoge doses aan de orale corticosteroïden worden toegevoegd, voordat de orale corticosteroïden worden afgebouwd. Bij sommige patiënten kunnen dan vroegere symptomen zoals rinitis en eczeem terugkeren en ook kan pijn in spieren en gewrichten optreden. Tijdelijke verhoging van de dosering van de orale steroïden kan dan noodzakelijk zijn. Een aantal patiënten zal tijdens de overschakeling een verminderd algeheel steroïd-effect ervaren, met symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en braken. Tijdens fysiek belastende situaties zoals ernstige infecties, traumata en operatieve ingrepen is een extra dosis orale steroïden noodzakelijk.
Bij nog niet met corticosteroïden behandelde patiënten treedt als regel binnen 10 dagen een therapeutisch effect op. Soms is er een dusdanige hoeveelheid slijm in de bronchi, dat de werkzame stof niet in de slijmvliezen van de bronchi kan penetreren. Het is dan wenselijk eerst een korte kuur orale corticosteroïden, naast de dosisaerosol, te geven.
Bij acute ernstige exacerbaties kan de dosering van budesonide worden verhoogd of een aanvullende korte behandeling met een oraal steroïd worden gegeven. Bij leverfunctiestoornissen bedacht zijn op mogelijke systemische bijwerkingen. Eventuele heesheid ontstaan door de behandeling wordt meestal minder na verlagen van de dosering en/of rust van de stem.
Overdosering
Symptomen
Suppressie van de bijnierfunctie kan voorkomen na chronisch gebruik van zeer hoge doses.
Eigenschappen
Glucocorticoïd, dat bij tracheale toepassing lokaal een ontstekingsremmende werking heeft. De dosisaerosol kan worden voorzien van een inhalatiekamer (’Nebuhaler’ of jet-inhaler). De longdepositie kan variëren van 10–30%, afhankelijk van de toedieningsvorm. Werking: begint 24 uur na aanvang behandeling, maximaal na enige weken.
Kinetische gegevens
F | (ingeslikte fractie) gering vanwege uitgebreid first-pass-effect. |
V d | 3 l/kg. |
Metabolisering | snel en uitgebreid in de lever door CYP3A4 tot weinig actieve metabolieten. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten via feces en urine. |
T 1/2el | ca. 2-3 uur. |
Geneesmiddelgroep
budesonide (bij astma) hoort bij de groep corticosteroïden, inhalatie.