cabazitaxel
Samenstelling
Jevtana Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1,5 ml (nominaal volume) met solvens
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij patiënten met hormoonrefractaire gemetastaseerde prostaatkanker en ziekteprogressie ondanks eerdere behandeling met docetaxel kan met cabazitaxel in combinatie met prednison een overlevingswinst van circa 2 maanden worden behaald. Eén op de twintig met cabazitaxel behandelde patiënten overlijdt binnen 30 dagen aan een bijwerking (anders dan door progressieve ziekte), tegenover één op de vijftig met mitoxantron behandelde patiënten. Gezien de bijwerkingen is nauwkeurige patiëntselectie essentieel. Behandeling met cabazitaxel is uitsluitend verantwoord bij fitte patiënten (ECOG 0–1) met voldoende beenmergreserve bij wie potentieel ernstig verlopende neutropenie en overgevoeligheidsreacties worden gemonitord.
Indicaties
Hormoon-refractair gemetastaseerd prostaatcarcinoom, in combinatie met predniso(lo)n, na voorgaande behandeling met docetaxel.
Dosering
I.v. premedicatie minstens 30 min voor toediening van cabazitaxel: een H1–antihistaminicum, een corticosteroïd (bv. 8 mg dexamethason) en een H2-antagonist.
Let op: zowel de flacon met solvens als de flacon met concentraat bevatten een volume overmaat; breng altijd de volledige inhoud van de flacon met solvens over naar het concentraat voor een correcte sterkte van de premix (10 mg/ml).
De gebruikelijke dosering is 25 mg/m² lich. opp. cabazitaxel i.v. gedurende 1 uur elke 3 weken in combinatie met 10 mg/dag predniso(lo)n oraal gedurende de hele behandeling met cabazitaxel.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (febriele) neutropenie (94% waarvan ernstig 82%), leukopenie (96% waarvan ernstig 68%), anemie (97%), trombocytopenie (47%). Anorexie. Smaakstoornis. Dyspneu, hoesten. Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, buikpijn. Alopecia. Rugpijn, gewrichtspijn. Hematurie. Vermoeidheid, asthenie, koorts.
Vaak (1-10%): sepsis, cellulitis, urineweginfectie, bovenste luchtweginfectie, herpes zoster, candidiasis. Hypersensitiviteit. Dehydratie, hyperglykemie, hypokaliëmie. Angst, verwardheid. Perifere neuropathie, duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie, lethargie, hypesthesie, ischias. Conjunctivitis, tranenvloed. Oorsuizen, draaiduizeligheid. Atriumfibrilleren, tachycardie, diepveneuze trombose, hypo- of hypertensie, opvliegers, blozen. Keelpijn, pneumonie. Droge mond, dyspepsie, oesofageale reflux, aambeien, rectaal bloedverlies. Droge huid, erytheem. Spierpijn, spierspasmen, pijn in flanken, bekken of extremiteiten. (Acute) nierinsufficiëntie, dysurie, pollakisurie, urineretentie of -incontinentie, ureterobstructie, hydronefrose. (Perifeer) oedeem, mucositis, rillingen, malaise. Gewichtsafname, verhoogde ASAT en/of ALAT.
Verder zijn gemeld: colitis, (neutropenische) enterocolitis, gastro–intestinale bloedingen en –perforaties, ileus, intestinale obstructie.
Bij ouderen > 65 jaar zijn de volgende bijwerkingen in hogere frequenties gemeld: neutropenie, koorts, vermoeidheid, asthenie, duizeligheid, urineweginfectie en dehydratie.
Interacties
Niet gelijktijdig toedienen met levende verzwakte vaccins; gelijktijdige toediening met gelekoortsvaccin is gecontra-indiceerd. Vermijd gelijktijdige toediening met sterke CYP3A4-remmers (o.a. ketoconazol, itraconazol, claritromycine, anti-retrovirale middelen, voriconazol), omdat de concentratie van cabazitaxel kan stijgen. Vermijd gelijktijdige toediening met sterke CYP3A4-inductoren (o.a. fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, rifabutine, fenobarbital, sint-janskruid), omdat de concentratie van cabazitaxel kan dalen. In–vitro studies tonen aan dat cabazitaxel het OATP1B1 transporteiwit remt; daarom OATP1B1–substraten (zoals statinen, valsartan. repaglinide) niet toedienen binnen 12 uur vóór infusie van cabazitaxel tot minstens 3 uur erna. Wegens meer kans op gastro–intestinale complicaties voorzichtig zijn bij gelijktijdig gebruik van prostaglandinesynthetaseremmers, SSRI’s of antitrombotica.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Overig: Een vruchtbare man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste zes maanden na de therapie. Daarnaast is het raadzaam voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat cabazitaxel een toxisch effect heeft op het voortplantingsstelsel. Mannen dienen tijdens de behandeling hun ejaculaat niet in aanraking te laten komen met anderen, wegens mogelijke blootstelling aan cabazitaxel.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is gebruik tijdens borstvoeding niet van toepassing.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor taxanen. Aantal neutrofielen < 1,5 × 109/l. Leverfunctiestoornis (bilirubine ≥ 1 × ULN of ASAT en/of ALAT ≥ 1,5 × ULN.
Waarschuwingen
Ter vermindering van (risico op) overgevoeligheidsreacties wordt premedicatie aanbevolen, zie Dosering. Controleer tijdens cyclus 1 wekelijks het bloedbeeld en daarna vóór iedere cyclus ten behoeve van eventuele dosisaanpassing. Verlaag de dosis bij febriele of langdurige neutropenie en herhaal de toediening niet totdat het aantal neutrofielen ≥ 1,5 × 109 cellen/l is. Beoordeel vóór iedere cyclus aanwezigheid of verergering van neuropathie en stel zo nodig de behandeling uit of pas de dosering aan. Pas op voor dehydratie en een daardoor verstoorde elektrolytenbalans, in het bijzonder na optreden van braken en/of diarree. Controleer de vochthuishouding en het serumcreatinine vóór en tijdens de behandeling, vanwege het risico op nierfunctiestoornissen, incl. nierfalen. Voorzichtig bij Hb < 6,2 mmol/l. Diarree treedt vaker op bij eerdere bestraling van de abdomino–pelviene regio; bij diarree ≥ graad 3 de behandeling uitstellen of de dosering verlagen. Gastro–intestinale bloedingen, –perforaties, ileus en colitis (waaronder met fatale afloop) zijn gemeld bij gebruik van cabazitaxel. Wees voorzichtig als er meer kans op gastro–intestinale complicaties is, zoals bij een hoge leeftijd, neutropenie, gelijktijdig gebruik van prostaglandinesynthetaseremmers, SSRI’s of antitrombotica, voorgeschiedenis van bekkenradiotherapie of gastro–intestinale ziekte. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Voor mannen in de vruchtbare jaren: zie zwangerschap/lactatie.
Overdosering
Eigenschappen
Taxaan. Oncolyticum dat aanmaak van microtubuli vanuit tubulinedimeren bevordert en de microtubuli stabiliseert door depolymerisatie te verhinderen. Deze stabiliteit resulteert in remming van de reorganisatie van het microtubuli-netwerk, dat essentieel is voor de celdeling.
Kinetische gegevens
V d | ca. 70 l/kg. |
Eiwitbinding | 89–92%. |
Metabolisering | in de lever, voornamelijk door CYP3A4, tot o.a. 3 werkzame metabolieten. |
Eliminatie | met de feces 76% (metabolieten), met de urine < 4% (cabazitaxel, metabolieten). |
T 1/2el | ca. 95 uur. |
Geneesmiddelgroep
cabazitaxel hoort bij de groep taxanen.