Docetaxel

Publish

Samenstelling

Docetaxel Infusievloeistof Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
2 ml, 8 ml, 16 ml
Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
1 ml, 4 ml, 7 ml, 8 ml, 9 ml

Alle solvens bevatten ethanol.

Taxotere Sanofi-Aventis

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
40 mg/ml
Verpakkingsvorm
0,5 ml (met solvens 1,5 ml), 2 ml (met solvens 6 ml)

Solvens bevat ethanol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

docetaxel vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.

Indicaties

In combinatie met doxorubicine en zonder voorafgaande chemotherapie bij gemetastaseerd of lokaal gevorderd mammacarcinoom. In combinatie met doxorubicine en cyclofosfamide (TAC–schema) als adjuvante behandeling van operabel klierpositief en kliernegatief mammacarcinoom; bij kliernegatief mammacarcinoom alleen indien patiënten in aanmerking komen voor chemotherapie volgens internationaal vastgestelde criteria voor primaire behandeling van vroege borstkanker. Als monotherapie bij lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom na falen van therapie die antracycline of een alkylerende stof bevat. In combinatie met trastuzumab bij gemetastaseerd mammacarcinoom, bij tumoren met een overexpressie van HER2 en die voor gemetastaseerde aandoening nog niet zijn behandeld met chemotherapie. In combinatie met capecitabine bij lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom na falen van therapie die antracycline bevat.

Gemetastaseerd of lokaal gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom, nadat voorafgaande chemotherapie heeft gefaald. In combinatie met cisplatine en zonder voorafgaande chemotherapie bij inoperabel, lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellige longcarcinoom.

In combinatie met prednis(ol)on bij hormoon refractair gemetastaseerd prostaatcarcinoom.

In combinatie met cisplatine en 5-fluoro-uracil (5-FU) en zonder voorafgaande chemotherapie voor gemetastaseerd adenocarcinoom van de maag inclusief de gastro-oesofageale overgang.

In combinatie met cisplatine en 5-FU voor inductietherapie bij inoperabel, lokaal gevorderd plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-/halsgebied.

Dosering

Geef premedicatie ter vermindering van de ernst van overgevoeligheidsreacties en van de incidentie en ernst van vochtretentie. Premedicatie prostaatcarcinoom: 8 mg dexamethason oraal, gegeven 12 uur, 3 uur en 1 uur vóór starten met docetaxel. Premedicatie overige indicaties: een oraal corticosteroïd, zoals dexamethason 16 mg/dag gedurende 3 dagen te beginnen 1 dag vóór starten met docetaxel.

Docetaxel toedienen als een 1 uur durend i.v.-infuus.

Klap alles open Klap alles dicht

In combinatie met doxorubicine#doseringen en zonder voorafgaande chemotherapie bij gemetastaseerd of lokaal gevorderd mammacarcinoom:

75 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken toegediend 1 uur ná doxorubicine 50 mg/m² lichaamsoppervlak.

In combinatie met doxorubicine#doseringen en cyclofosfamide#doseringen als adjuvante behandeling van operabel klierpositief en kliernegatief mammacarcinoom:

75 mg/m² lichaamsoppervlak toegediend 1 uur ná doxorubicine 50 mg/m² lichaamsoppervlak en cyclofosfamide 500 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken gedurende 6 cycli (TAC-schema).

Als monotherapie bij lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom na falen van therapie die antracycline of alkylerende stof bevat:

100 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken.

In combinatie met trastuzumab#doseringen bij gemetastaseerd mammacarcinoom, bij tumoren met een overexpressie van HER2 en die voor gemetastaseerde aandoening nog niet zijn behandeld met chemotherapie:

100 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken in combinatie met wekelijkse toediening van trastuzumab; docetaxel de eerste keer de dag ná toediening van trastuzumab toedienen; wanneer trastuzumab goed wordt verdragen docetaxel in het vervolg direct na de infusie met trastuzumab toedienen.

In combinatie met capecitabine#doseringen bij lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom na falen van therapie die antracycline bevat:

75 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken in combinatie met capecitabine 1250 mg/m² lichaamsoppervlak 2×/dag gedurende 2 weken, gevolgd door 7 dagen rust. Capecitabine innemen binnen 30 minuten na de maaltijd.

Als monotherapie bij gemetastaseerd of lokaal gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom, nadat voorafgaande chemotherapie heeft gefaald:

75 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken.

In combinatie met cisplatine#doseringen en zonder voorafgaande chemotherapie bij inoperabel, lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom:

75 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken, direct gevolgd door een 30–60 minuten durende infusie van cisplatine 75 mg/m² lichaamsoppervlak.

In combinatie met prednison#doseringen of prednisolon systemisch#doseringen bij hormoon refractair gemetastaseerd prostaatcarcinoom:

75 mg/m² lichaamsoppervlak elke 3 weken. Prednis(ol)on oraal 5 mg 2×/dag.

In combinatie met cisplatine#doseringen en 5-fluoro-uracil#doseringen en zonder voorafgaande chemotherapie voor metastasen bij gemetastaseerd adenocarcinoom van de maag inclusief de gastro-oesofageale overgang:

75 mg/m² lichaamsoppervlak (dag 1), gevolgd door cisplatine 75 mg/m² lichaamsoppervlak gedurende 1–3 uur durende infusie (dag 1), gevolgd door 5-fluoro-uracil 750 mg/m² lichaamsoppervlak als continue infusie gedurende 5 dagen (dag 1–5). Deze combinatie elke 3 weken herhalen.

In combinatie met cisplatine#doseringen en 5-fluoro-uracil#doseringen voor inductietherapie bij inoperabel, lokaal gevorderd plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-/halsgebied:

• schema 1: 75 mg/m² lichaamsoppervlak (dag 1), gevolgd door cisplatine 75 mg/m² lichaamsoppervlak gedurende 1 uur durende infusie (dag 1), gevolgd door 5-fluoro-uracil 750 mg/m² lichaamsoppervlak per dag als continue infusie gedurende 5 dagen (dag 1–5). Deze combinatie elke 3 weken herhalen gedurende 4 cycli. Na de chemotherapie radiotherapie geven;

• schema 2: 75 mg/m² lichaamsoppervlak (dag 1), gevolgd door cisplatine 100 mg/m² lichaamsoppervlak gedurende 30 min tot 3 uur durende infusie (dag 1), gevolgd door 5-fluoro-uracil 1000 mg/m² lichaamsoppervlak per dag als continue infusie gedurende 4 dagen (dag 1–4). Deze combinatie elke 3 weken herhalen gedurende 3 cycli. Na de chemotherapie chemoradiotherapie geven.

Overweeg een dosisverlaging van 50% van docetaxel bij combinatie met krachtige CYP3A4-remmers. Doseringsaanpassingen kunnen eveneens nodig zijn na het optreden van ernstige bijwerkingen.

Zie voor informatie over geneesmiddelen waarmee docetaxel gecombineerd wordt, de afzonderlijke preparaatteksten.

Bijwerkingen

De bijwerkingen bij combinatiechemotherapie en bij verschillende doseerschema’s kunnen verschillen in frequentie ten opzichte van monotherapie.

Monotherapie of in combinatie met doxorubicine of cisplatine:

Zeer vaak (> 10%): (febriele) neutropenie (97%, waarvan ernstig 76%), anemie. Infecties (inclusief sepsis en pneumonie). Perifere neuropathie waaronder zwakte, paresthesie, dysesthesie, brandende pijn), smaakstoornis. Dyspneu. Anorexia, stomatitis, misselijkheid, braken, diarree. Overgevoeligheidsreacties (o.a. voorbijgaande roodheid van het gezicht en hals, huiduitslag, dyspneu, koorts, hypotensie, bronchospasmen). Alopecia (soms persisterend), huidreacties (jeuk, afschilfering, hand-voetsyndroom), nagelaandoening (veranderde pigmentatie, onycholyse). Spierpijn. Vochtretentie (leidend tot gewichtstoename). Asthenie.

Vaak (1-10%): trombocytopenie. Aritmie, hypo- of hypertensie, bloeding (o.a. gastro-intestinaal). Obstipatie, buikpijn. Gewrichtspijn. Reactie op de infusieplaats. Verhoging bilirubine in bloed, alkalische fosfatase, ASAT/ALAT.

Soms (0,1–1%): hartfalen. Oesofagitis.

In combinatie met doxorubicine en cyclofosfamide tevens:

Zeer vaak (> 10%): conjunctivitis. Opvliegers. Amenorroe (zelden persisterend). Koorts.

Vaak (1-10%): tranenvloed. Flebitis. Hoesten. Buikpijn.

Soms (0,1–1%): syncope, slaperigheid. Lymfoedeem (soms persisterend). Gewichtsverandering.

Verder zijn gemeld: acute leukemie, myelodysplastisch syndroom.

In combinatie met trastuzumab tevens:

Zeer vaak (> 10%): slapeloosheid, hoofdpijn. Tranenvloed, conjunctivitis. Neusbloeding, loopneus, keelpijn, hoesten. Mucositis, dyspepsie. Botpijn, rugpijn. Koorts, griepachtige verschijnselen, lymfoedeem.

Vaak (1-10%): lethargie.

In combinatie met capecitabine tevens:

Zeer vaak (> 10%): tranenvloed. Keelpijn, dyspepsie. Koorts.

Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Neusbloeding. Hoesten. Droge mond. Rugpijn. Lethargie. Gewichtsafname, dehydratie.

In combinatie met predniso(lo)n tevens:

Vaak (1-10%): tranenvloed. Afname linkerventrikelejectiefractie. Neusbloeding. Hoesten.

In combinatie met cisplatine en 5-fluoro-uracil tevens:

Zeer vaak (> 10%): lethargie.

Vaak (1-10%): duizeligheid, tranenvloed, gehoorstoornis.

Indien deze combinatiechemotherapie werd gevolgd door (chemo)radiotherapie, tevens:

Zeer vaak (> 10%): gehoorstoornis.

Vaak (1-10%): droge huid. Tumorpijn. Conjunctivitis. Myocardischemie.

Verder zijn gemeld: acute leukemie, myelodysplastisch syndroom, anafylactische shock, convulsies, voorbijgaande visusstoornis tijdens de infusie (fotopsie, scotoom), cystoïd macula-oedeem, veneuze trombo-embolie, diffuse intravasale stolling (DIS), longoedeem, ’adult respiratory distresssyndrome’ (ARDS), interstitiële pneumonitis, interstitiële longziekte, pulmonale fibrose, respiratoir falen, ’radiation recall’-reactie (o.a. radiatiepneumonitis), hepatitis, darmobstructie, maag-darmperforatie, ischemische colitis, neutropene enterocolitis, nierinsufficiëntie incl. nierfalen, sclerodermaal-achtige veranderingen (vaak voorafgegaan door lymfoedeem), cutane lupus erythematosus, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme, hyponatriëmie.

Interacties

Gelijktijdige toediening met krachtige remmers van CYP3A4 (zoals boceprevir, claritromycine, erytromycine, grapefruitsap, indinavir, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, ritonavir, saquinavir en voriconazol) kan de concentratie van docetaxel verhogen. Vermijd daarom gelijktijdig gebruik met krachtige CYP3A4-remmers. Als dat niet mogelijk is, pas dan een dosisverlaging toe en controleer de patiënt zorgvuldig. Gelijktijdig gebruik met krachtige inductoren van CYP3A4 (zoals carbamazepine, dexamethason, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine, sint-janskruid) kan de concentratie van docetaxel verlagen. Voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met substraten van CYP3A.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie en een man ook tot ten minste zes maanden na de therapie. Raad een man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat docetaxel tot verminderde fertiliteit kan leiden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor taxanen. Neutropenie bij begin van de behandeling (aantal neutrofielen < 1,5×109/l). Ernstig gestoorde leverfunctie (transaminase- en alkalisch fosfatasewaarden resp. 3½× en 6× hoger dan de normaalwaarde en/of verhoogd serumbilirubine).

Waarschuwingen

Vooral tijdens de eerste en tweede infusie nauwkeurig observeren op overgevoeligheidsreacties. Lichte overgevoeligheidsreacties vereisen geen onderbreking van de behandeling; bij ernstige reacties zoals hypotensie, bronchospasmen of gegeneraliseerde huiduitslag/erytheem de toediening staken en docetaxel niet opnieuw geven. Frequent het volledige bloedbeeld controleren. Indien docetaxel onderdeel is van een TAC-schema (docetaxel, doxorubicine en cyclofosfamide) is hematologische follow-up vereist in verband de kans op vertraagde myelodysplasie of myeloïde leukemie. De toediening niet beginnen of herhalen totdat het aantal neutrofielen ≥ 1,5×109 cellen/l is. Bij ernstige neutropenie (< 0,5 × 109 cellen/l gedurende ≥ 7 dagen); de dosering bij een volgende kuur verlagen of passende symptomatische maatregelen nemen. Vóór elke toediening de leverenzymwaarden controleren; bij een ASAT/ALAT > 1,5 ULN én alkalische fosfatase > 2,5 ULN is er bij hogere dosis (100 mg/m² monotherapie) meer kans op febriele neutropenie, infecties, stomatitis, sepsis, trombocytopenie, gastro–intestinale bloedingen en asthenie. Bij ernstige vochtretentie zoals pleurale of pericardiale effusie en ascites de patiënt nauwkeurig vervolgen. Indien zich nieuwe longsymptomen ontwikkelen of bestaande verergeren, de behandeling onderbreken en diagnostisch onderzoek verrichten. Vóór de eerste toediening de hartfunctie controleren en de hartfunctie observeren tijdens behandeling, bijvoorbeeld elke 3 maanden; dit is vooral van belang bij de behandeling met TAC–schema en bij comedicatie met trastuzumab. Bij een verminderd gezichtsvermogen een volledig oftalmologisch onderzoek verrichten, er is een kans op cystoïd macula-oedeem. Bij symptomen buikpijn, koorts en diarree, met en zonder neutropenie ernstige gastro–intestinale toxiciteit zoals ischemische of neutropenische colitis uitsluiten.

Bij ouderen kunnen bijwerkingen vaker optreden en ernstiger zijn. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. De preparaten die ethanol als hulpstof bevatten, kunnen in hogere doseringen invloed hebben op de rijvaardigheid en schadelijk zijn bij een voorgeschiedenis van alcoholisme, leverziekten of epilepsie. De baten–risicoverhouding van een behandeling met het TAC–schema is niet vastgesteld bij ≥ 4 positieve klieren.

Overdosering

Eigenschappen

Taxaan. Oncolyticum dat aanmaak van microtubuli vanuit tubulinedimeren bevordert en de microtubuli stabiliseert door depolymerisatie te verhinderen. Deze stabiliteit resulteert in remming van de reorganisatie van het microtubuli-netwerk, dat essentieel is voor de celdeling.

Kinetische gegevens

V d1,6 l/kg.
Eiwitbinding> 95%.
Metaboliseringvia P450–enzymsysteem.
Eliminatievnl. met de feces als inactieve metabolieten.
T 1/2elca. 11 uur.