Dimethylfumaraat (bij psoriasis)

Publish

Samenstelling

Dimethylfumaraat Psorinovo Tabletten Doorgeleverde bereiding

Toedieningsvorm
Tablet, maagsapresistent met gereguleerde afgifte
Sterkte
30  mg, 120  mg, 240  mg

Dimethylfumaraat Tabletten Doorgeleverde bereiding

Toedieningsvorm
Tablet, maagsapresistent
Sterkte
30  mg, 120  mg, 240  mg

Fumaraat Tabletten, samengesteld Doorgeleverde bereiding

Toedieningsvorm
Tablet, maagsapresistent
Sterkte
105  mg, 215  mg

De samengestelde fumaraattabletten 105 mg en 215 mg komen overeen met 30 mg resp. 120 mg dimethylfumaraat en bevatten tevens 75 mg resp. 95 mg calciummono-ethylfumaraat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

dimethylfumaraat (bij psoriasis) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Psoriasis in eerste instantie lokaal behandelen met indifferente middelen gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd, of gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd èn een vitamine D-analoog, of monotherapie met een klasse 4-corticosteroïd. Na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analogen afbouwen tot een intermitterende behandeling. Indifferente middelen dagelijks continueren. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. De keuze van een zalf- of crèmebasis is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (wel/niet behaarde hoofdhuid) en de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende effect van lokale therapie worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast.

Fumaraten worden toegepast als inductietherapie voor patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis en als onderhoudsbehandeling. Overweeg fumaraten als eerste keus systemische monotherapie, gezien de effectiviteit en het goede veiligheidsprofiel op de lange termijn. De toepasbaarheid wordt echter beperkt door de bijwerkingen (diarree, opvliegers) en het risico op lymfopenie.

Indicaties

  • Matige tot ernstige vormen van psoriasis vulgaris.

Dosering

Controleer vóór begin van de behandeling het bloedbeeld (Hb, leukocytenaantal en differentiatie, lymfocyten), serumcreatinine, ureum, cholesterol, urine (sediment, eiwit) en leverfunctie (γ-GT, ALAT, ASAT). Behandeling niet beginnen bij afwijkende waarden; zie voor meer details over controle en maatregelen bij afwijkingen de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen.

Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten.

Klap alles open Klap alles dicht

Psoriasis:

Volwassenen:

De dosis in verband met de bijwerkingen geleidelijk opbouwen van 30 mg per dag naar 720 mg dimethylfumaraat per dag volgens het volgende doseringsschema: week 1: 30 mg 1×/dag, week 2: 30 mg 2×/dag, week 3: 30 mg 3×/dag, week 4: 120 mg 1×/dag, week 5: 120 mg 2×/dag, week 6: 120 mg 3×/dag, week 7: 480 mg/dag (120 mg 2×/dag en 240 mg 1×/dag). Evalueer aan het eind van week 7 de klinische respons, bij voldoende respons (PASI reductie ≥ 50 %) de dosering handhaven; bij continuering is verdere verbetering te verwachten. Bij onvoldoende respons in week 7 (PASI reductie < 50 %) de dosering in week 8 ophogen naar 600 mg/dag (240 mg 2×/dag en 120 mg 1×/dag) en in week 9 naar de maximale dagdosering van 720 mg (240 mg 3×/dag). Deze maximale dosering vervolgens 1–7 weken handhaven totdat voldoende klinische verbetering is opgetreden; daarna (na totale behandelduur van 10–16 weken) de dosering geleidelijk verlagen, volgens hetzelfde schema maar dan omgekeerd (verlagen met 120 mg per week), tot de laagst effectieve onderhoudsdosering, meestal ca. 240–360 mg per dag. Er zijn echter patiënten die met een zeer lage onderhoudsdosering (bv. 30 of 60 mg/dag) vrij blijven van psoriasis. Indien na 12 weken inductietherapie geen verbetering van de psoriasis optreedt, het gebruik staken. Dit kan zonder afbouwschema.

Tabletten met voedsel en in zijn geheel innemen; niet fijnmalen, verdelen of kauwen. Gastro-intestinale bijwerkingen en opvliegers zijn te beperken door langzame dosisverhoging en inname op een volle maag.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): lichte vormen van lymfopenie (bij ca. 50 %), lichte leukopenie (bij ca. 11 %). Blozen in het gelaat, opvliegers (kan enkele uren na inname optreden en minuten tot uren aanhouden). Diarree, misselijkheid. Blozen, opvliegers en misselijkheid nemen in de loop van de behandeling af.

Vaak (1-10%): ernstige vormen van lymfopenie, voorbijgaande eosinofilie. Vol gevoel, buikkrampen, flatulentie.

Soms (0,1-1%): Overgevoeligheidsreacties. Hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid. Stijging van leverenzymwaarden.

Zelden (0,01-0,1%): stijging van bilirubine.

Zeer zelden (< 0,01%): acute lymfatische leukemie. Aanhoudende eosinofilie. Aspecifieke botpijn en een verhoging van het alkalisch fosfatase.

Verder zijn gemeld: nierfunctiestoornissen (proteïnurie, stijging van creatinine en ureum); soms ernstige en irreversibele nierbeschadiging met zeer hoge creatinine waarden. Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML; zie de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen). Irreversibele pancytopenie. Reversibele leverfunctiestoornissen. Sufheid. Algehele malaise. Stijging van cholesterol. Jeuk.

Gastro-intestinale bijwerkingen en opvliegers zijn te beperken door langzame dosisverhoging en inname op een volle maag.

Interacties

Niet gelijktijdig gebruiken met immunosuppressiva (zoals ciclosporine, methotrexaat), immunomodulantia en cytostatica; additief immunosuppressief effect verhoogt de kans op de ontwikkeling van infecties zoals PML (zie ook de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen). De bijdrage van voorafgaande immunosuppressieve therapie aan de ontwikkeling van PML is niet bekend. Bij overschakelen van een andere ziektemodificerende therapie op dimethylfumaraat rekening houden met de halfwaardetijd en het werkingsmechanisme om een additief immuunsuppressief effect te voorkomen.

Gebruik van een levend verzwakt vaccin vermijden, vanwege de toegenomen kans op infecties tenzij, in uitzonderlijke gevallen, die kans niet opweegt tegen het risico dat niet-vaccineren met zich meebrengt.

Gelijktijdig gebruik van retinoïden (zoals acitretine, isotretinoïne) vermeerdert de kans op bijwerkingen; niet gelijktijdig gebruiken.

Behandeling met fumaraten niet combineren met lichttherapie (psoralenen).

Niet gelijktijdig gebruiken met nefrotoxische geneesmiddelen (zoals aminoglycosiden, diuretica, NSAID’s of lithium) vanwege meer kans op bijwerkingen in de nieren (bv. proteïnurie).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in doses toxisch voor het moederdier aanwijzingen voor schadelijkheid (vertraagde ossificatie, toename abortus).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Vruchtbare vrouwen dienen effectieve anticonceptie te gebruiken. Neem aanvullende maatregelen bij gebruik van de anticonceptiepil indien braken en (aanhoudende) diarree als bijwerking optreedt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling is niet uit te sluiten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

  • maag- en darmaandoening;
  • ernstige lever- of nierfunctiestoornis;
  • hematologische maligniteit (in de anamnese).

Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.

Waarschuwingen

Wees zéér voorzichtig bij hematologische aandoeningen vanwege het risico op bloedbeeldafwijkingen (zie de rubriek Bijwerkingen). Regelmatig bloed (Hb, leukocytenaantal en differentiatie, lymfocyten, creatinine, ureum, cholesterol), urine (sediment, eiwit) en leverfunctie (γ-GT, ALAT, ASAT) controleren: vóór aanvang, maandelijks in de eerst drie maanden, vervolgens afhankelijk van de gevonden uitslagen eenmaal per drie maanden en na één jaar eenmaal per zes maanden. Niet starten met behandeling bij afwijkende waarden. Overweeg dosisreductie of tijdelijk stoppen bij leukocyten < 3×109/l, lymfocyten < 0,5×109/l, eosinofilie > 25%, stijging creatininespiegel > 30% ten opzichte van baseline en bij proteïnurie.

Lymfopenie komt regelmatig voor en is meestal niet ernstig. Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) is gemeld in de context van matige tot ernstige langdurige lymfopenie. Indien lymfopenie optreedt, de patiënt frequent controleren op tekenen en symptomen van neurologische disfunctie. Bij een lymfocytenaantal < 0,5×109/l dat meer dan 6 maanden aanhoudt, overwegen de behandeling te staken en daarna de lymfocytenwaarden vervolgen tot ze hersteld zijn naar een normale waarde. Na herstel en in afwezigheid van andere behandelopties, herstarten afwegen op grond van een klinische beoordeling. Bij een lymfocytenaantal van minstens 0,5×109/l en < 0,8×109/l gedurende meer dan 6 maanden, de voordelen en risico’s afwegen. Bij een vermoeden van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) de behandeling onmiddellijk staken. Vooraf aan de behandeling moet er een uitgangs-MRI-scan (< 3 mnd. oud) beschikbaar zijn. MRI-scans tijdens behandeling overwegen bij vermoeden van meer kans op PML.

Behandeling uitstellen bij ernstige infectie. Patiënten instrueren om symptomen van infecties direct te melden aan een arts. Bij een ernstige infectie onderbreking van de behandeling overwegen en de voordelen en risico’s opnieuw afwegen voorafgaand aan het opnieuw starten van de behandeling.

Ernstige voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals kan het gevolg zijn van een overgevoeligheids- of anafylactische reactie. Wees alert op deze symptomen die kunnen worden gekarakteriseerd door gegeneraliseerd erytheem, uitslag en/of jeuk.

Niet gebruiken bij pustuleuze of lichte vormen van psoriasis (< 10 % van het lichaamsoppervlak aangedaan).

Gelijktijdige inname van > 50 ml sterke alcoholische drank (> 30% alcoholvolume) verhoogt het oplossen van dimethylfumaraat en verhoogt daarmee de frequentie van maag-darmbijwerkingen.

De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met dimethylfumaraat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Dimethylfumaraat (DMF), de dimethylester van fumaarzuur, en zijn biologisch actieve metaboliet monomethylfumaraat (MMF) hebben anti-inflammatoire en immunomodulerende eigenschappen. DMF remt o.a. tumor necrosis factor-alfa (TNF-a), interleukine 8 (IL-8) en adhesie moleculen zoals E-selectine, ICAM-1, en VCAM-1. DMF en MMF remmen de rijping van dendritische cellen, die een belangrijke rol spelen bij initiatie en onderhoud van immunologische ontstekingsreacties. Daarnaast remt MMF de proliferatie van T-helpercellen en stimuleert het de verschuiving van Th1- naar Th2-type response. In vitro induceert DMF apoptose, met name in geactiveerde T-cellen. Ten slotte wordt de groei van humane keratinocyten geremd. Klinische effect treedt op na 6–8 weken.

De samengestelde fumaraattabletten bevatten naast DMF tevens (het calciumzout van) mono-ethylfumaraat (MEF). Uit onderzoek blijkt dat er geen verschil in werkzaamheid is tussen DMF en DMF in combinatie met MEF. Het effect treedt wel sneller in bij gebruik van de combinatie.

Kinetische gegevens

OverigDimethylfumaraat wordt snel gehydrolyseerd door esterasen in het maag-darmkanaal, bloed en weefsel tot de actieve metaboliet monomethylfumaraat (MMF). In het bloed is dimethylfumaraat niet detecteerbaar.
T max2–2,5 uur (MMF).
V d0,9–1,3 l/kg (MMF).
MetaboliseringUitgebreid. Na de presystemische hydrolyse: via de tricarboxylzuurcyclus in met name glucose. Tot de overige circulerende metabolieten behoren fumaarzuur, citroenzuur en monomethylfumaraat.
Eliminatieca. 60% via uitademing CO2, 15% via nieren, 1% via feces.
T 1/2elca. 1 uur (MMF).