droperidol (intramusculair)
Samenstelling
Dehydrobenzperidol Kyowa Kirin Ltd.
- Toedieningsvorm
- I.m.-injectievloeistof
- Sterkte
- 2,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
droperidol (intramusculair) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Voor droperidol (i.m.) is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling van onrust, agressie en psychosen.
Indicaties
Ernstige vormen van opwinding en onrust bij acute en chronische psychosen en bij agressiviteit, bij volwassenen.
Dosering
Alle indicaties:
Volwassenen:
5 mg i.m., indien binnen 15-30 min geen effect is opgetreden opnieuw 5 mg i.m. Indien nodig herhalen met intervallen van 4-6 uur.
Adolescenten:
lager doseren.
Ouderen, in geval van bijwerkingen bij antipsychotica en patiënten in een algemene slechte toestand:
2,5 mg i.m. en dosis vervolgens aanpassen op geleide van respons.
Bijwerkingen
Inherent aan de werking: initiatiefverlies en emotionele afvlakking. Al bij lagere dosering: extrapiramidale verschijnselen zoals parkinsonisme, tremor, rigiditeit, hypersalivatie, acute dystonie en acathisie. Tardieve dyskinesie kan zowel tijdens als na staken van langdurig gebruik ontstaan. Sufheid en slaperigheid, vooral in het begin van de behandeling. Neuroleptisch maligne syndroom. Lichte tot matige hypotensie, tachycardie, dosisafhankelijke QT-verlenging waardoor ventriculaire aritmie (zoals ’torsade de pointes’) en gevallen van plotselinge dood zijn waargenomen. Thermische deregulatie, hyperglykemie, verandering van glucosetolerantie, gewichtstoename, veranderingen van het bloedbeeld, agranulocytose en trombocytopenie. Veroorzaakt hyperprolactinemie, wat kan leiden tot galactorroe en amenorroe bij vrouwen en tot erectiestoornis bij mannen.
Bij hoge dosering: orthostatische hypotensie.
Zelden: huiduitslag, exantheem en anafylactische reacties. Angio-oedeem (van de tong) en onvoldoende ADH-secretie kan optreden.
Interacties
Het gelijktijdig gebruik van middelen die ook het QTc-interval kunnen verlengen (klasse IA en III anti-aritmica, diverse antipsychotica, erytromycine i.v., moxifloxacine, pentamidine) wordt ontraden. Het gebruik van dopamine-agonisten is vanwege wederzijds antagonisme gecontra-indiceerd behalve bij de ziekte van Parkinson. Bij de ziekte van Parkinson worden dopamine-agonisten ontraden en mogen bij gebruik van levodopa slechts minimale doseringen van beide middelen worden toegepast. Bij starten met een antipsychoticum moet de dopamine-agonist wel geleidelijk worden afgebouwd, omdat bij plotseling staken er risico van neuroleptisch maligne syndroom is. De sederende werking van bepaalde antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, analgetica, opiaten of alcohol wordt versterkt; alcoholgebruik vermijden. Vanwege meer kans op ventriculaire aritmieën is voorzichtigheid is geboden bij middelen die bradycardie kunnen veroorzaken (bv. β-blokkers, calciumantagonisten, clonidine) en met middelen die hypokaliëmie kunnen veroorzaken (bv. diuretica en glucocorticoïden). Gelijktijdig gebruik van lithium, antiparkinsonmiddelen, parasympathicolytica, antidepressiva en andere antipsychotica vergroot de kans op tardieve dyskinesie. De bloeddrukverlagende werking van α-blokkerende sympathicolytica en centraal werkende antihypertensiva kan worden versterkt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid (weinig gegevens).
Farmacologisch effect: Neonatale sedatie en reversibele extrapiramidale symptomen kunnen optreden na blootstelling in het laatste trimester van de zwangerschap.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken en pasgeborenen nauwlettend controleren.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Butyrofenonen gaan over in de moedermelk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Coma. Hypokaliëmie. Bradycardie (< 55 slagen/min). Verlengd QTcinterval. Ernstige depressie. Feochromocytoom. Ernstige alcoholisme.
Waarschuwingen
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Tot 24 uur na injectie mogen geen voertuigen worden bestuurd of machines bediend. Terughoudendheid is geboden bij de ziekte van Parkinson, mogelijk ernstig alcoholisme en bij epilepsie. Risicofactoren voor QT-intervalverlenging zijn QT-syndroom, bradycardie (<55 slagen/min), hypokaliëmie, congenitale verlenging van het QT-interval, hoge dosering. Bij tekenen van hyperthermie, of van symptomen die daaraan kunnen voorafgaan (vegetatieve disfunctie), de behandeling onmiddellijk staken en strikte medische controle instellen, omdat het een symptoom kan zijn van neuroleptisch maligne syndroom. Bij aanhoudende hypotensie geforceerd het circulatievolume op peil brengen vanwege de kans op hypovolemie. Epileptici klinisch en eventueel via EEG volgen, omdat de drempel voor epileptische aanvallen verlaagd kan zijn. Voorzichtigheid is geboden bij lever- of nierinsufficiëntie.
Overdosering
Eigenschappen
Butyrofenonderivaat met antipsychotische, matig α1-receptorblokkerende en gering sederende werking.
Kinetische gegevens
T max | 20 min (na i.m.-injectie). |
V d | 1,4 l/kg. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | via de urine voornamelijk als inactieve metabolieten. |
T 1/2 | 104-132 min. |
Geneesmiddelgroep
droperidol (intramusculair) hoort bij de groep dopamine-antagonisten.