levomepromazine
Samenstelling
Nozinan (als hydrochloride) Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1 ml
Bevat tevens: natriumsulfiet.
Nozinan (als waterstofmaleaat) Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het geregistreerde indicatiegebied van levomepromazine is beperkt tot matige pijn bij niet-ambulante patiënten. Hierbij is voor levomepromazine als monotherapie geen plaats, mede gezien het bijwerkingenprofiel.
Indicaties
- Matige tot hevige pijn bij niet-ambulante patiënten.
- Offlabel: volgens Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) 2009: palliatieve sedatie.
Dosering
Hevige pijn:
Volwassenen:
Oraal: begindosering 50 mg 2–5×/dag, zo nodig geleidelijk verhogen tot 300–500 mg per dag; onderhoudsdosering is 50–75 mg per dag.
Per diepe i.m.-injectie: begindosering 12,5–25 mg, zo nodig op geleide van de pijn verhogen. Na 2–3 dagen overgaan op orale toediening.
Matige pijn:
Volwassenen:
Oraal: begindosering 12,5 mg 4–6×/dag; zo nodig verhogen met 25–50 mg per dag.
Offlabel: Palliatieve sedatie:
Volgens de richtlijn palliatieve sedatie, IKNL 2009: individueel, op basis van het effect; richtlijn voor de gemiddelde patiënt: bolusinjectie: 25 mg s.c. of i.v, eventueel na 2 uur nog 50 mg. Continue toediening: 0,5 tot 8 mg/uur s.c. of i.v., in combinatie met midazolam. Titreer op het comfort van de patiënt en niet primair op het bewustzijnsniveau. Bij onvoldoende effect staken en andere behandeling kiezen. Na 3 dagen overwegen de dosering te halveren in verband met accumulatie.
Bij toepassing bij pijn: de eerste dagen de patiënt observeren in verband met mogelijk optreden van orthostatische hypotensie. Bij ouderen starten met de laagst mogelijke dosering.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): somnolentie. Tachycardie. Droge mond, misselijkheid, braken.
Vaak (1-10%): leukopenie. Sedatie, hypertonie. Verlengd QT-interval. (Orthostatische) hypotensie. Galactorroe. Gewichtstoename.
Soms (0,1-1%): agranulocytose, trombocytopenie. Angst, agitatie, dysforie. Extrapiramidale symptomen, parkinsonachtige symptomen, convulsies. Obstipatie. Leverfunctiestoornissen. Mictiestoornis. Amenorroe.
Gemeld zijn: aplastische anemie. Verminderde glucosetolerantie, hyperglykemie, hyponatriëmie, syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH). Verwarde toestand, delirium (met name bij kinderen en ouderen), depressie. Dyskinesie, dystonie, tardieve dyskinesie, acathisie, neuroleptisch maligne syndroom. Accommodatiestoornis, verhoogde intraoculaire druk, wazig zien, pigmentafzetting in het oog. Plotselinge (cardiale) dood. Veneuze trombo-embolie. Mogelijk fatale necrotiserende colitis. Intrahepatische cholestase (met icterus), leverschade. Dermatitis, fotosensibilisatie, hyperpigmentatie van de huid. Neonataal onttrekkingssyndroom. Menstruatiestoornis, gynaecomastie, erectiestoornis, ejaculatiestoornissen.
Allergische reacties op sulfiet kunnen optreden (vooral bij astmapatiënten) na gebruik van de injectievloeistof, variërend van astma-aanval tot mogelijk fatale anafylaxie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van lithium, antiparkinsonmiddelen, parasympathicolytica, antidepressiva en andere antipsychotica vermeerdert de kans op het ontstaan van tardieve dyskinesie; bovendien worden de anticholinerge bijwerkingen versterkt.
Gelijktijdig gebruik van antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, opioïden of alcohol versterkt de sederende en/of anticholinerge werking.
Het bloeddrukverlagend effect van α-blokkerende sympathicolytica en andere centraal werkende antihypertensiva (bv. clonidine) kan worden versterkt.
Levomepromazine en de niet-gehydroxyleerde metabolieten zijn remmers van CYP2D6 en vertragen de afbraak van geneesmiddelen die door dit enzym worden gemetaboliseerd (o.a. antidepressiva, antipsychotica, β-blokkers, flecaïnide, metoclopramide, oxycodon, propafenon, tramadol). Controleer bij deze middelen op dosisafhankelijke bijwerkingen.
De werking van bromocriptine en levodopa kan worden verminderd.
Antacida verminderen de resorptie uit het maag-darmkanaal.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Blootstelling aan fenothiazinen tijdens het 3e trimester kan bij pasgeborenen extrapiramidale symptomen en/of onthoudingsverschijnselen geven. Gemeld zijn ademnood, bradycardie, tachycardie, agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, meconium ileus, abdominale zwelling, slecht drinken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: levomepromazine kan hyperprolactinemie veroorzaken, en daarmee vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen. Ook bij mannen zijn vruchtbaarheidsproblemen gesuggereerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor fenothiazinen.
- Overgevoeligheid voor sulfiet in de voorgeschiedenis (injectievloeistof).
Waarschuwingen
Terughoudendheid is geboden bij beenmergdepressie, lever- en nierfunctiestoornissen, cardiovasculaire aandoeningen, ernstige organisch cerebrale stoornissen, epilepsie of anderszins toegenomen kans op epileptische insulten, ziekte van Parkinson, spastische verlammingen, pylorusstenose en bij prostaathyperplasie.
Bij ouderen lager doseren vanwege toegenomen kans op bijwerkingen.
Optredende hypotensie behandelen met noradrenaline (niet met adrenaline).
Gedurende de eerste 3–4 maanden van behandeling het bloedbeeld regelmatig controleren.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Periodiek oogheelkundig onderzoek is aan te raden.
Bij optreden van het neuroleptisch maligne syndroom, levomepromazine onmiddellijk staken, gevolgd door ondersteunende maatregelen (externe afkoeling en rehydratie); in ernstige gevallen dantroleen en/of dopamine-agonisten.
Bij langdurig gebruik kan tardieve dyskinesie ontstaan; de symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan na staken van het gebruik. Het risico van irreversibiliteit neemt toe bij ouderen en bij organische hersenbeschadiging.
Niet geschikt voor kinderen (< 18 jaar).
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat met antipsychotische, analgetische en duidelijk sederende werking. Daarnaast heeft het nog anti-α1-adrenerge en anticholinerge eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal 70–98%. |
F | oraal 50% door first-pass-effect. |
T max | 1–4 uur (oraal), ½–1½ uur (i.m.). |
Metabolisering | tot levomepromazinesulfoxide en antipsychotisch actief N-desmethyl-levomepromazinesulfoxide. |
T 1/2 | 15–78 uur. |
Geneesmiddelgroep
levomepromazine hoort bij de groep dopamine-antagonisten.