ertapenem
Samenstelling
Invanz (als natriumzout) Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1000 mg
Bevat: natrium 137 mg per dosis van 1000 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bacteriële huidinfecties, community-acquired pneumonie (CAP): Ertapenem komt pas voor behandeling van deze infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hieronder en de verwijzingen).
Indicaties
- Behandeling van de volgende infecties, bij volwassenen en kinderen vanaf 3 maanden, wanneer de infecties veroorzaakt zijn door micro-organismen die gevoelig zijn voor ertapenem én parenterale therapie noodzakelijk is:
- intra-abdominale infecties;
- acute gynaecologische infecties
- infecties van huid en weke delen bv. diabetische voet;
- buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie (CAP).
- Preventie van:
- infectie van de operatieplaats na electieve colorectale operatie.
Dosering
Behandeling van infecties:
Volwassenen en kinderen ≥ 13 jaar:
I.v. 1000 mg 1×/dag, veelal gedurende 3–14 dagen;
Kinderen 3 mnd.–12 jaar:
I.v. 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag (max. 1000 mg per dag), veelal gedurende 3–14 dagen.
Preventie van infectie na electieve colorectale operatieve ingreep:
Volwassenen:
I.v. 1000 mg eenmalig binnen 1 uur vóór de operatieve ingreep toedienen. Bij een operatieve ingreep langer dan vier uur kan de concentratie van ertapenem gaandeweg suboptimaal zijn.
Bij nierfunctiestoornis: bij een creatinineklaring > 30 ml/min hoeft de dosering niet te worden aangepast; de werkzaamheid en veiligheid zijn onvoldoende aangetoond bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min); een dosisaanbeveling wordt door de fabrikant niet gegeven. De blootstelling aan ertapenem bij een dergelijke creatinineklaring is toegenomen.
Toedieningsinformatie: Het poeder reconstitueren en daarna met fysiologisch zout verdunnen tot een uiteindelijke concentratie van max. 20 mg/ml. De infusie gedurende 30 minuten infunderen.
Bijwerkingen
Volwassenen:
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Diarree, misselijkheid, braken. Huiduitslag, jeuk. Complicaties op de infusieplaats, (trombo)flebitis. Stijging van leverenzymwaarden en alkalische fosfatase. Verhoging aantal bloedplaatjes.
Soms (0,1-1%): hypotensie, bradycardie, pijn op de borst. Dyspneu, pijn in de farynx. Candidiasis van het mondslijmvlies, oesofageale reflux, dyspepsie, droge mond, smaakstoornis, buikpijn, anorexie, enterocolitis, pseudomembraneuze colitis. Duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, verwardheid, convulsies. Pijn op de borst, hypotensie, bradycardie. Erytheem, urticaria. Vaginitis. Schimmelinfectie, aanwezigheid van een gist in de urine. Koorts, vermoeidheid, asthenie, oedeem, zwelling. Verhoging van het serumbilirubine, serumcreatinine, ureum, glucose. Daling of stijging van het aantal witte bloedcellen en/of gesegmenteerde neutrofielen, daling van de hematocriet en van de hemoglobinespiegel, stijging eosinofielen, protrombinetijd en aPTT.
Zelden (0,01-0,1%): allergie. Hypertensie, tachycardie, hartaritmieën, bloeding. Neusverstopping, hoest, bloedneus, piepende ademhaling, rhonchi. Aandoening van de sclera. Dysfagie, fecale incontinentie, peritonitis. Cholecystitis, geelzucht, leveraandoening. Urineweginfectie, (acute) nierinsufficiëntie. Abortus, genitale bloeding. Agitatie, angst, depressie, tremoren, syncope. Spierkramp, schouderpijn. Dermatitis, dermatomycose, schilfering, postoperatieve wondinfectie. Malaise. Verharding op de injectieplaats. Verandering kaliumspiegel, verhoging serum LDH, fosfor en urobilinogeen, verlaging serumbicarbonaat en creatinine. Stijging of daling van het aantal lymfocyten, stijging aantal atypische lymfocyten, aantal bandneutrofielen, metamyelocyten en monocyten.
Verder zijn gemeld: anafylaxie waaronder anafylactoïde reacties. Exantheem met eosinofilie en systemische verschijnselen (DRESS-syndroom). Agressie, delirium, desoriëntatie, hallucinaties, verminderd bewustzijn, dyskinesie, myoclonus, loopstoornis. Verkleuring van tanden.
Kinderen (incl. adolescenten):
Vaak (1–10%): diarree. Luierdermatitis. Pijn op de infusieplaats. Stijging van leverenzymwaarden. Daling neutrofielenaantal.
Soms (0,1–1%): hypertensie, opvliegers. Hoofdpijn. Verkleuring van de feces, melaena. Huiduitslag, erytheem, petechiën. Brandend gevoel, jeuk of erytheem op de infusieplaats. Daling van de hemoglobineconcentratie. Stijging aantal bloedplaatjes, protrombinetijd en aPTT.
Verder zijn gemeld: hallucinatie, veranderde geestelijke gesteldheid (zoals agressie).
Interacties
De bloedspiegel van valproïnezuur kan worden verlaagd; vanwege verminderde controle van convulsies wordt combinatie niet aanbevolen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Abortus is als bijwerking gemeld. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op zeer strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Ertapenem wordt oraal echter nauwelijks geresorbeerd, zodat systemische negatieve effecten op de zuigeling onwaarschijnlijk zijn. Wel is een negatief effect op de normale darmflora mogelijk.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor carbapenems;
- ernstige overgevoeligheidsreacties (anafylactische reacties, ernstige huiduitslag) voor andere β-lactamantibiotica (zoals penicillinen, cefalosporinen) in de anamnese of voorgeschiedenis.
Waarschuwingen
Werkzaamheid en ervaring bij specifieke infecties: de ervaring met ertapenem bij de behandeling van ernstige (naar omliggende weefsels uitgebreide) infecties is beperkt. De werkzaamheid bij een buiten het ziekenhuis verkregen pneumonie (community-acquired pneumonie; CAP) veroorzaakt door penicilline-resistente Streptococcus pneumoniae is niet vastgesteld. De werkzaamheid van ertapenem bij een diabetische voet met gelijktijdig osteomyelitis is niet vastgesteld.
Er is meer kans op convulsies bij:
- ouderen;
- een verminderde nierfunctie;
- bestaande aandoeningen van het centrale zenuwstelsel zoals hersenlaesies;
- een voorgeschiedenis van convulsies.
Bij ontstaan van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij hemodialysepatiënten.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 3 mnd. zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Eigenschappen
Ertapenem is een bactericide β-lactamantibioticum, behorend tot de carbapenems. Remt de synthese van de bacteriële celwand door binding aan penicillinebindende eiwitten (PBP’s).
Gewoonlijk gevoelig zijn: meticilline-gevoelige stafylokokken (waaronder Staphylococcus aureus), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Citrobacter freundii, Enterobacter aerogenes, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Haemophilus parainfluenzae, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Moraxella catarrhalis, Morganella morganii, Proteus mirabilis, Proteus vulgaris, Serratia marcescens, Bacteroides fragilis, species in de B. fragilis-groep, Clostridium spp. (uitgezonderd C. difficile), Eubacterium spp., Fusobacterium spp., Peptostreptococcus spp., Porphyromonas asaccharolytica en Prevotella spp., Chlamydia spp., Mycoplasma spp., Rickettsia spp. en Legionella spp.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: meticilline-resistente stafylokokken (waaronder MRSA), Bacteroides fragilis en species in de B. fragilis groep.
Ongevoelig zijn: Corynebacterium jeikeium, enterokokken waaronder Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium, Aeromonas spp., Acinetobacter spp., Burkholderia cepacia, Pseudomonas aeruginosa, Stenotrophomonas maltophilia en Lactobacillus spp.
Kinetische gegevens
V d | volwassene ca. 0,11 l/kg lichaamsgewicht, kind 13–16 jaar ca. 0,16 l/kg, kind 3 mnd.–12 jaar ca. 0,2 l/kg. |
Eiwitbinding | 92–95%. |
Metabolisering | matig, o.a. hydrolyse van de β-lactamring door dehydropeptidase-1. |
Eliminatie | ca. 10% met de feces, en 80% met de urine waarvan ca. 38% onveranderd en ca. 37% als open-ring metaboliet. Tijdens een hemodialysesessie wordt ca. 30% uitgescheiden in het dialysaat. |
T 1/2 | > 13 jaar ca. 4 uur, 3 mnd.–12 jaar ca. 2,5 uur. |
Geneesmiddelgroep
ertapenem hoort bij de groep carbapenems.