Imipenem/cilastatine

Publish

Samenstelling

Impenem/Cilastatine Infusie Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof ’500’
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat per flacon: imipenem (als monohydraat) 500 mg, cilastatine (als Na-zout) 500 mg. Bevat tevens: 37,5 mg natrium.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

imipenem/cilastatine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

De combinatie imipenem/cilastatine komt pas voor behandeling van een pneumonie (CAP) of voor gecompliceerde huid- en urineweginfecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling.

Bij een pneumonie is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van de pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (CRB-65 score: 0–1, PSI klasse: I-II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CRB-65 score: 2, PSI klasse: III-IV) is parenterale toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CRB-65 score: > 2, PSI klasse: V) is behandeling met moxifloxacine of levofloxacine dan wel combinatietherapie van antibiotica aangewezen (één van de combinaties van voorkeur is een 2e of 3e generatie cefalosporine met een macrolide (erytromycine)). Zie voor meer informatie pneumonie. Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Voor informatie over de empirische behandeling van bacteriële huidinfecties zie bacteriele huidinfecties.

De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur. Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) of cotrimoxazol (3e keus) of en intramuraal met aminoglycosiden en cefalosporinen. Zie voor meer informatie urineweginfecties.

Indicaties

Infecties veroorzaakt door voor imipenem gevoelige micro-organismen bij volwassenen en kinderen van 1 jaar en ouder:

  • Ernstige pneumonie (waaronder nosocomiale en beademingsgerelateerde pneumonie (ook wel ’ventilator associated pneumonia’ (VAP));
  • Gecompliceerde infecties van huid en weke delen;
  • Intra– en postpartum infecties;
  • Gecompliceerde urineweginfectie;
  • Gecompliceerde intra-abdominale infecties;
  • Bacteriëmie die (vermoedelijk) samenhangt met een van de hiervoor genoemde infecties.

Voorts:

Als behandeling in geval van neutropenie met koorts die vermoedelijk het gevolg is van een bacteriële infectie.

Dosering

De dosering hangt af van type en ernst van de infectie, het geïsoleerde pathogene organisme, de nierfunctie en het lichaamsgewicht van de patiënt.

Klap alles open Klap alles dicht

Infecties als onder Indicaties beschreven:

Volwassenen en adolescenten:

I.v. infuus uitgedrukt in mg imipenem: bij een lichaamsgewicht ≥ 70 kg: 500 mg elke 6 uur óf 1000 mg elke 8 uur. Bij minder gevoelige pathogenen en/of bij zeer ernstige infecties (bv. bij neutropene koorts) 1000 mg elke 6 uur. De totale maximale dosis is 4000 mg/dag.

Bij een lichaamsgewicht < 70 kg: de proportionele dosis nemen (feitelijk lichaamsgewicht delen door 70 kg en dan vermenigvuldigen met de hierboven vermelde dosis).

Nierfunctiestoornis: volwassenen: bij een lichaamsgewicht ≥ 70 kg: i.v. infuus uitgedrukt in mg imipenem: creatinineklaring: 41–70 ml/min/1,73 m²: 500 mg elke 8 uur óf 500 mg elke 6 uur, of bij minder gevoelige pathogenen en/of bij zeer ernstige infecties (bv. bij neutropene koorts) 750 mg elke 8 uur; creatinineklaring: 21–40 ml/min/1,73 m²: 250 mg elke 6 uur óf 500 mg elke 8 uur, of bij minder gevoelige pathogenen en/of bij zeer ernstige infecties (bv. bij neutropene koorts) 500 mg elke 6 uur; creatinineklaring: 6–20 ml/min/1,73 m²: 250 mg elke 12 uur óf 500 mg elke 12 uur, bij minder gevoelige pathogenen en/of bij zeer ernstige infecties (bv. bij neutropene koorts) ook 500 mg elke 12 uur. Let op: gebruik van de dosis 500 mg bij een creatinineklaring: 6–20 ml/min/1,73 m² vermeerdert de kans op insulten. Bij een creatinineklaring < 5 ml/min/1,73 m² alleen geven als binnen 48 uur hemodialyse wordt ingesteld. Hierbij de dosering aanhouden zoals vermeld voor een creatinineklaring: 6–20 ml/min/1,73 m² en de dosis geven vlak na de hemodialyse.

Bij lichaamsgewicht < 70 kg: de proportionele dosis nemen (feitelijk lichaamsgewicht delen door 70 kg en dan vermenigvuldigen met de hierboven bij nierfunctiestoornis vermelde dosis).

Kinderen van 1 jaar en ouder:

I.v. infuus uitgedrukt in mg imipenem: 15 mg/kg lichaamsgewicht elke 6 uur. Bij minder gevoelige pathogenen en/of bij zeer ernstige infecties (bv. bij neutropene koorts) 25 mg/kg lichaamsgewicht elke 6 uur.

Er kan geen doseringsvoorschrift worden gegeven voor kinderen en adolescenten met een nierfunctiestoornis.

Het infusiepoeder oplossen en verder verdunnen met 0,9% NaCl–oplossing tot een concentratie van 5 mg/5 mg per ml; indien dit om klinische redenen niet kan worden gebruikt kan in uitzonderlijke gevallen 5%–glucose oplossing worden gebruikt.

Elke dosis van 500 mg/500 mg of lager i.v. toedienen gedurende 20–30 min. Elke dosis hoger dan 500 mg/500 mg i.v. toedienen gedurende 40–60 min. Bij optreden van misselijkheid de infusiesnelheid verlagen.

Bijwerkingen

Vaak (1–10%) misselijkheid en braken (vaker bij granulocytopenie), diarree. Huiduitslag (bv. exanthemateus). Tromboflebitis. Eosinofilie. Stijging van de serum transaminasen en/of serum AF.

Soms (0,1–1%): hypotensie. Koorts. Myoklonische activiteit, insult, slaperigheid, (draai)duizeligheid. Psychische stoornissen, inclusief hallucinaties en verwardheid. Jeuk, urticaria. Pijn, erytheem en verharding op de infusieplaats. Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie, trombocytose, pancytopenie. Verlaagd hemoglobine, verhoogde waarden van serumbilirubine, serumcreatinine en bloedureum, verlengde protrombinetijd.

Zelden (0,01–0,1%): anafylactische reactie. Toxische epidermale necrolyse, angio–oedeem, Stevens–Johnsonsyndroom, erythema multiforme, exfoliatieve dermatitis. Polyurie, oligurie, anurie, acuut nierfalen. Leverfalen, hepatitis. Pseudomembraneuze colitis. Candidiasis. Agranulocytose. Paresthesie, focale tremoren, encefalopathie, smaakstoornis. Gehoorverlies. Verkleuring van tanden en/of tong.

Zeer zelden (< 0,01%): dyspneu, hyperventilatie, pijn in de farynx. Glossitis, hypertrofie van de tongpapillen, zuurbranden, gastro–enteritis, hemorragische colitis. Fulminante hepatitis. Hemolytische anemie. Pijn op de borst, asthenie. Hoofdpijn, verergering myasthenia gravis. Blozen. Oorsuizen. Polyartralgie, pijn in thoracale wervelkolom. Hyperhidrose, veranderingen in de huidweefselstructuur. Pruritus vulvae.

Interacties

Voorzichtig bij de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen; o.a. de combinatie met ganciclovir en valganciclovir vermijden vanwege de vergrote kans op gegeneraliseerde insulten. Carbapenems verlagen de plasmaconcentratie van valproïnezuur tot onder het therapeutisch bereik; de combinatie vermijden.

Combinatie met vitamine K–antagonisten kan leiden tot een versterkt bloedverdunnend effect; controleer regelmatig de INR.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. In hoge dosering embryoverlies.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja (beide, in kleine hoeveelheden).
Overig: Beide stoffen worden in geringe mate geabsorbeerd vanuit het maag–darmkanaal.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Contra-indicaties

Overgevoeligheidsreacties zoals anafylactische reacties na eerdere toediening van penicillinen, cefalosporinen of carbapenems.

Waarschuwingen

Dit preparaat is níet geïndiceerd voor de behandeling van meningitis.

Er bestaat kruisovergevoeligheid met andere β–antibiotica zoals cefalosporinen, penicillinen en andere carbapenems; vóór toediening zorgvuldig nagaan of de patiënt overgevoelig is voor β–lactamantibiotica.

Gezien de kans op levertoxiciteit de leverfunctie vóór en tijdens de behandeling controleren.

Bijwerkingen op het CNS zoals myoklonieën, insulten of verwardheid komen vooral voor bij bestaande aandoeningen van het CNS en/of accumulatie van imipenem (bv. bij een verminderde nierfunctie). Indien focale tremoren, myoclonus of insulten optreden een anticonvulsieve therapie starten (zie ook Interacties); bij aanhouden van deze bijwerkingen de dosering van imipenem verlagen of de therapie staken.

Indien tijdens toepassing ernstige diarree ontstaat de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.

Er kan een positieve directe Coombs-test ontstaan.

Er zijn onvoldoende gegevens zijn om een doseringsadvies te geven bij kinderen jonger dan 1 jaar of bij kinderen met een gestoorde nierfunctie.

Overdosering

Eigenschappen

Imipenem is een bactericide β-lactamantibioticum, behorend tot de carbapenems. Remt de synthese van de bacteriële celwand door binding aan penicillinebindende eiwitten (PBP’s). Cilastatine is een competitieve, reversibele remmer van dehydropeptidase-1, het nierenzym dat imipenem metaboliseert en inactiveert. Dit verhoogt de concentratie van imipenem, vooral in de urinewegen. Er zijn aanwijzingen dat cilastatine de nefrotoxiciteit van imipenem vermindert door opname van imipenem in de tubuluscellen te voorkomen. Imipenem is ongevoelig voor de meeste β-lactamasen; het kan wel β-lactamasevorming induceren.

Algemeen gevoelig zijn: Enterococcus faecalis, Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig), Staphylococcus coagulasenegatief (meticilline–gevoelig), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans–groep, Citrobacter freundii, Enterobacter aerogenes, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Moraxella catarrhalis, Serratia marcescens, Clostridium perfringens, Peptostreptococcus spp., Bacteroides fragilis, Bacteroides fragilis–groep, Fusobacterium spp., Porphyromonas asaccharolytica, Prevotella spp. en Veillonella spp.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa.

Ongevoelig zijn: Enterococcus faecium, Staphylococcus aureus (meticilline–resistent), Staphylococcus aureus coagulasenegatief (meticilline–resistent), sommige stammen van Burkholderia cepacia, Legionella spp., Stenotrophomonas maltophilia, Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Mycoplasma spp. en Ureaplasma urealyticum.

Kinetische gegevens

V dca. 0,20 l/kg (imipenem, cilastatine). Bij kinderen ca. 45% hoger (imipenem).
Eliminatiemet de urine, ca. 70% onveranderd (imipenem, cilastatine).
T 1/21 uur (imipenem, cilastatine), langer bij verminderde nierfunctie. Langer bij kinderen.