Prasugrel

Publish

Samenstelling

Efient (als hydrochloride) Daiichi Sankyo Nederland bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
5 mg, 10 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

prasugrel vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS) (zowel instabiele angina pectoris als (N)STEMI) zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten trombocytenaggregatieremming starten. Een STEMI wordt behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI) of indien dit niet mogelijk is, door trombolyse. Bij een NSTEMI en IAP wordt eerst aanvullend onderzoek en risicoanalyse verricht. Als pijnbestrijding een nitraat geven. Geef bij aanhoudende pijn of contra-indicatie voor nitraten, morfine of fentanyl intraveneus. Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Zie voor meer informatie de Behandeling van Acuut coronair syndroom in de acute fase.

Aan de vergoeding van prasugrel zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

In combinatie met acetylsalicylzuur:

  • profylaxe van atherotrombotische complicaties bij volwassenen met een acuut coronair syndroom (d.w.z. instabiele angina pectoris (IAP), myocardinfarct met ST-elevatie (STEMI) of zonder ST-elevatie (NSTEMI)) die een primaire of uitgestelde percutane coronaire interventie (PCI) ondergaan.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Acuut coronair syndroom:

Volwassenen:

Eenmalige oplaaddosis van 60 mg. Vervolgens 10 mg 1×/dag, gedurende maximaal 12 maanden. Bij IAP/NSTEMI-patiënten die binnen 48 uur na opname coronaire angiografie ondergaan, om de kans op bloedingen te verminderen één enkelvoudige oplaaddosis geven ten tijde van de PCI en niet al voorafgaand aan de procedure. Naast prasugrel, acetylsalicylzuur gebruiken, voor dosering zie acetylsalicylzuur.

Leeftijd ≥ 75 jaar óf een lichaamsgewicht van < 60 kg:

Eenmalige oplaaddosis van 60 mg. Vervolgens 5 mg 1×/dag, gedurende maximaal 12 maanden. Bij IAP/NSTEMI-patiënten die binnen 48 uur na opname coronaire angiografie ondergaan, om de kans op bloedingen te verminderen één enkelvoudige oplaaddosis geven ten tijde van de PCI en niet al voorafgaand aan de procedure. Naast prasugrel, acetylsalicylzuur gebruiken, voor dosering zie acetylsalicylzuur.

Bij een verminderde nierfunctie (incl. terminale nierinsufficiëntie) of lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig (gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) is gecontra-indiceerd).

De oplaaddosis bij voorkeur innemen op een nuchtere maag. De tabletten heel doorslikken.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): hematoom (op de punctieplaats), epistaxis, gastro-intestinale bloeding, ecchymose, hematurie. Anemie. Huiduitslag.

Soms (0,1-1%): gingivale, rectale of retroperitoneale bloeding, oogbloeding. Hemoptoë. Overgevoeligheidsreacties waaronder angio–oedeem.

Zelden (0,01–0,1%): trombocytopenie.

Verder is gemeld: trombotische trombocytopenische purpura (TTP).

Interacties

Prasugrel versterkt de werking van acetylsalicylzuur op de collageen-afhankelijke bloedplaatjesaggregatie. Omdat er meer kans op bloedingen is, dient de gelijktijdige toediening van prasugrel+ASA met heparine, GPIIb/IIIa-inhibitoren of trombolytica met voorzichtigheid te gebeuren.

Vanwege een toename van de kans op occult gastro-intestinaal bloedverlies is voorzichtigheid geboden bij combinatie met NSAID’s en COX-2-remmers.

Prasugrel is een zwakke CYP2B6-remmer; voor middelen waarvoor CYP2B6 de enige metabole route is en die een smalle therapeutische breedte hebben (bv. cyclofosfamide, efavirenz), geldt voorzichtigheid bij het geven van de combinatie met prasugrel.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens; bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • actieve pathologische bloedingen;
  • voorgeschiedenis van cerebrovasculair accident (CVA) of ’transient ischaemic attack’ (TIA);
  • ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15).

Waarschuwingen

Vanwege het risico van fatale bloedingen wordt toepassing niet aanbevolen bij een leeftijd van ≥ 75 jaar; indien prasugrel toch gebruikt wordt, een lagere onderhoudsdosering geven (zie prasugrel#doseringen.

De gemiddelde blootstelling aan de actieve metaboliet van prasugrel is 30–40% hoger bij een lichaamsgewicht < 60 kg, waardoor er meer kans is op bloedingen; een lagere onderhoudsdosering geven (zie prasugrel#doseringen.

Elke patiënt informeren over de verlengde bloedingstijd en dat alle ongewone bloedingen aan de arts worden gemeld.

Wees voorzichtig bij een toegenomen kans op bloedingen ten gevolge van trauma, operatieve ingrepen of andere oorzaken zoals pathologische intracraniale afwijkingen, een actief ulcus pepticum, recidiverende gastro-intestinale bloeding. In deze gevallen met name tijdens de eerste behandelweken en/of na invasieve cardiale procedures of operatie zorgvuldig controleren op symptomen van (occulte) bloeding.

De patiënt dient de (tand)arts in te lichten over het gebruik van prasugrel, voordat een operatieve ingreep wordt gepland of een ander geneesmiddel wordt genomen. Bij een geplande operatieve ingreep zonder gewenste bloedplaatjesaggregatieremmende werking de behandeling met prasugrel 7 dagen voor de operatieve ingreep onderbreken. Bij een CABG-operatie binnen 7 dagen na staken van prasugrel kan de frequentie (3-voudig) en ernst van bloedingen toenemen. De voordelen en risico’s van prasugrel zorgvuldig afwegen bij patiënten bij wie de coronaire anatomie niet is vastgesteld en een urgente CABG-operatie tot de mogelijkheden behoort.

Vanwege mogelijke kruisovergevoeligheid zorgvuldig monitoren bij overgevoeligheid voor een ander thiënopyridine (ticlopidine, clopidogrel).

De ervaring met prasugrel is beperkt bij een gestoorde nierfunctie (waaronder terminale nierinsufficiëntie) of een matig gestoorde leverfunctie; houd rekening met een toegenomen kans op bloedingen. Er zijn geen gegevens over werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 jaar) en relatief weinig gegevens over gebruik bij kinderen met sikkelcelanemie.

Overdosering

Symptomen
Verlengde bloedingstijd en daardoor bloedingscomplicaties.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met prasugrel contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Remmer van de bloedplaatjesactivatie en -aggregatie. Wordt werkzaam na omzetting in een actieve metaboliet. Deze bindt zich snel en irreversibel aan de bloedplaatjesreceptoren. Hierdoor wordt de binding van adenosinedifosfaat (ADP) aan zijn bloedplaatjesreceptor selectief geremd alsmede de daaruit voortvloeiende ADP-afhankelijke activering van het GPIIb/IIIa-complex. De ADP-receptor wordt irreversibel gewijzigd. De snelheid van het herstel van een normale bloedplaatjesfunctie komt overeen met de snelheid waarmee bloedplaatjes worden vernieuwd (ca. 7 dagen).

Kinetische gegevens

OverigPrasugrel: snelle hydrolyse in de darmen tot een thiolacton, dat verder door vnl. CYP3A4 en CYP2B6 en in mindere mate door CYP2C9 en CYP2C19 wordt omgezet in de actieve metaboliet.
OverigActieve metaboliet:
T max½ uur, na inname na een vet- en calorierijke maaltijd 1½ uur.
Eiwitbinding98%.
MetaboliseringDe actieve metaboliet wordt door S-methylering of conjugatie omgezet tot twee inactieve metabolieten.
Eliminatie68% met urine en 27% met de feces, als inactieve metabolieten.
T 1/2elca. 7,4 uur (2–15 uur).