tizanidine
Samenstelling
Sirdalud (als hydrochloride) Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte ’MR’
- Sterkte
- 6 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2 mg, 4 mg
Tizanidine Tabletten (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2 mg, 4 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij spasticiteit (multipele sclerose, amyotrofe lateraalsclerose, dwarslaesie, cerebrovasculair accident) zijn als medicamenteuze behandeling baclofen en tizanidine de middelen van eerste keus.
Indicaties
- Spasmen van skeletspieren (bij aandoeningen van de wervelkolom, na operatieve ingrepen aan het bewegingsapparaat).
- Spasticiteit door neurologische aandoeningen zoals:
- multipele sclerose;
- chronische myelopathie;
- degeneratieve aandoeningen van het ruggenmerg;
- een cerebrovasculair accident;
- cerebrale verlammingsverschijnselen.
Dosering
Vanwege de nauwe therapeutische breedte en de hoge inter-patiënt variabiliteit de dosis individueel instellen. Een lage startdosis van 2 mg 3×/dag vermindert de kans op bijwerkingen.
Spasmen van skeletspieren:
Volwassenen:
Aanbevolen dosering: 2–4 mg 3–4×/dag. De vierde dosis bij voorkeur ’s avonds laat toedienen ter vermindering van het sedatief effect.
Spasticiteit door neurologische aandoeningen:
Volwassenen:
Begindosering: 2 mg 3×/dag of 1 capsule mga van 6 mg 1×/dag (max. 6 mg/dag). De dosering voor de tabletten iedere 3–7 dagen met 2–4 mg verhogen, gewoonlijk tot 12–24 mg/dag in 3–4 doses; max. 36 mg/dag. Voor de capsules mga de dosering iedere 3–7 dagen met 1 capsule van 6 mg verhogen, gewoonlijk tot 12 mg 1×/dag; 24 mg per dag is zelden nodig.
Bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 25 ml/min): begindosering 2 mg 1×/dag en op geleide van werkzaamheid en bijwerkingen geleidelijk verhogen.
Bij ouderen en mensen met een matig verminderde leverfunctie: starten met de laagst mogelijke dosis en in kleine stappen titreren op geleide van tolerantie en werkzaamheid, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. NB. toepassing bij significante leverfunctiestoornissen is gecontra-indiceerd.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): slaperigheid, duizeligheid. Droge mond, maag-darmstoornissen. Spierzwakte, vermoeidheid.
Vaak (1-10%): hypotensie. Slapeloosheid, andere slaapstoornissen. Misselijkheid. Toename in serumtransaminasen.
Soms (0,1-1%): bradycardie.
Verder zijn gemeld: hallucinaties, verwardheid, ontwenningsverschijnselen. Vertigo. Wazig zien, Syncope. Acute hepatitis, leverfalen. Asthenie.
Bij lage doseringen zoals bij spasmen treden minder (frequent) bijwerkingen op dan bij hoge doses zoals bij spasticiteit.
Met name na langdurig gebruik, gebruik van hoge doses of in combinatie met antihypertensiva zijn na plotseling staken ontwenningsverschijnselen gemeld: rebound hypertensie, tachycardie en hypertonie; in extreme gevallen kan rebound hypertensie leiden tot een CVA.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP1A2-remmers, zoals fluvoxamine en ciprofloxacine, is gecontra-indiceerd.
Gelijktijdig gebruik met andere CYP1A2-remmers, zoals amiodaron, propafenon, cimetidine, norfloxacine en orale anticonceptiva wordt ontraden.
Voorzichtig zijn bij combinatie met andere middelen die QTc-verlenging kunnen veroorzaken.
Antihypertensiva (incl. diuretica) vergroten het risico van hypotensie en bradycardie.
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centraal depressieve effect.
Gelijktijdig gebruik van rifampicine kan de tizanidinespiegel halveren, waardoor dosisaanpassing nodig kan zijn.
Roken kan leiden tot een lagere tizanidineconcentratie (door inductie van CYP1A2); indien het roken tijdens de behandeling gestaakt wordt kan de tizanidineconcentratie hierdoor toenemen ten opzichte van voorheen.
Tizanidine kan de sederende en hypotensieve effecten van alcohol versterken. Baclofen en hypnotica kunnen de sederende effecten van tizanidine versterken. Niet gelijktijdig gebruiken met α2-agonisten (clonidine) vanwege een aanvullend hypotensief effect.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dierproeven aanwijzingen voor schadelijkheid, en voor verhoogde pre- en perinatale sterfte bij maternale toxische doses.
Farmacologisch effect: Spierverslapping mogelijk.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (bij dieren).
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
- significante leverfunctiestoornis.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen
Insluipend doseren om de centrale effecten te beperken en de patiënt aan de over het gehele lichaam afgenomen spierspanning te laten wennen.
Voorzichtig bij ouderen en bij mensen met nierfunctiestoornissen.
Leverfunctie: Bij dagdoses van 12 mg of meer gedurende de eerste vier maanden maandelijks de leverfunctie controleren, evenals bij symptomen van hepatische disfunctie zoals misselijkheid, anorexie of moeheid. Bij aanhoudende ALAT- of ASAT-serumniveau’s van meer dan driemaal de bovengrens van het normale bereik de behandeling staken.
Om reboundhypertensie en tachycardie te voorkomen het gebruik niet plotseling staken, maar geleidelijk.
Niet gebruiken bij kinderen (< 18 jaar) vanwege beperkte ervaring.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Symptomen
QTc-verlenging, miose, dyspneu en coma.
Voor meer informatie over een vergiftiging met tizanidine neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Spierrelaxans. Remt op spinaal niveau de polysynaptische signaaltransmissie, die zorgt voor de verhoogde skeletspiertonus. Het antispastische effect en de cardiovasculaire bijwerkingen zijn gekoppeld aan de plasmaspiegel.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig (tablet). |
F | 34% vanwege groot first-pass-effect. |
T max | tablet 1 uur, caps. mga ca. 8,5 uur. Max. plasmaconcentratie is bij caps. mga 60% lager. |
V d | 2,6 l/kg |
Metabolisering | in belangrijke mate in de lever via CYP1A2 tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | 70% met de urine (4,5% in onveranderde vorm), 30% met de feces. |
T 1/2 | 2–4 uur, bij nierinsufficiëntie verlengd tot ca. 14 uur. |
Geneesmiddelgroep
tizanidine hoort bij de groep spierrelaxantia, centraal werkend.